1.1 Van jager-verzamelaars naar boeren
De eerste mensen
Mensen ontstonden ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika. Ze ontwikkelden hun eigen
werktuigen. Dit lange proces van ontwikkeling noemen we evolutie. De wetenschappelijke
aanduiding voor deze vroege mensen is de Homo sapiens. De oudste Homo sapiens
werden gevonden in Oost-Afrika en zijn ongeveer 200.000 jaar oud. Vanuit Afrika
verspreidden de Homo sapiens zich naar Europa, Azië en uiteindelijk naar de rest van de
wereld. Ongeveer 33.000 jaar geleden stierf de Neanderthaler uit.
Jagers en verzamelaars
De Neanderthalers en de eerste moderne mensen waren jager-verzamelaars. Ze leefden
als nomaden, kleine groepen en trokken rond om eten te verzamelen in hutjes of bij het
kamp. Hier gingen ze op jacht of verzamelden voedsel. Als het voedsel in een gebied op
was, verhuisden ze naar een ander gebied. Ze maakten hun gereedschappen van botten en
vuursteen. Dit gebeurde in de periode van de prehistorie, de oude steentijd.
We weten weinig van hun cultuur, omdat er geen geschreven bronnen zijn. Wel zijn er
grafgiften gevonden. Dat waren voorwerpen zoals wapens of kettingen. Dit betekent dat ze
geloofden dat er leven na de dood was. Ook kunnen de grafgiften laten zien dat er sociale
verschillen waren: de ene overledene kreeg meer mee dan de ander.
Overgang naar de landbouw
Het klimaat veranderde 20.000 v. Chr. Het werd natter en kouder. Er ontstonden woestijnen
en smeltende zee. In andere delen van Europa groeiden bossen. Na 10.000 v. Chr. werd het
weer warmer en natter. De ijstijd eindigde. Hierdoor was er in het Midden-Oosten en in de
vruchtbare gebieden veel wild en voedsel. Mensen hoefden niet meer als nomaden rond te
trekken. Ze konden daar blijven wonen.
In de vruchtbare gebieden leefden mensen van akkerbouw en veeteelt. Dat zijn de oudste
landbouwgebieden zoals de Vruchtbare Halve Maan. Daar gingen ze ook graan en groente
verbouwen. Daarnaast hielden ze vee zoals geiten en schapen. Dit noemen we
landbouwrevolutie. Hierdoor ging men ook het fokken en temmen van dieren.
De landbouwsamenleving
Men ging na deze landbouwrevolutie sedentair leven en huizen maken voor
boerderijgezinnen. Boeren gebruikten andere gereedschappen zoals bijlen en aardewerk.
Daardoor moesten ze samenwerken. Mensen die sedentair leven kunnen meer bezittingen
hebben dan als je nomadisch leeft.
De eerste mensen
Mensen ontstonden ongeveer 200.000 jaar geleden in Afrika. Ze ontwikkelden hun eigen
werktuigen. Dit lange proces van ontwikkeling noemen we evolutie. De wetenschappelijke
aanduiding voor deze vroege mensen is de Homo sapiens. De oudste Homo sapiens
werden gevonden in Oost-Afrika en zijn ongeveer 200.000 jaar oud. Vanuit Afrika
verspreidden de Homo sapiens zich naar Europa, Azië en uiteindelijk naar de rest van de
wereld. Ongeveer 33.000 jaar geleden stierf de Neanderthaler uit.
Jagers en verzamelaars
De Neanderthalers en de eerste moderne mensen waren jager-verzamelaars. Ze leefden
als nomaden, kleine groepen en trokken rond om eten te verzamelen in hutjes of bij het
kamp. Hier gingen ze op jacht of verzamelden voedsel. Als het voedsel in een gebied op
was, verhuisden ze naar een ander gebied. Ze maakten hun gereedschappen van botten en
vuursteen. Dit gebeurde in de periode van de prehistorie, de oude steentijd.
We weten weinig van hun cultuur, omdat er geen geschreven bronnen zijn. Wel zijn er
grafgiften gevonden. Dat waren voorwerpen zoals wapens of kettingen. Dit betekent dat ze
geloofden dat er leven na de dood was. Ook kunnen de grafgiften laten zien dat er sociale
verschillen waren: de ene overledene kreeg meer mee dan de ander.
Overgang naar de landbouw
Het klimaat veranderde 20.000 v. Chr. Het werd natter en kouder. Er ontstonden woestijnen
en smeltende zee. In andere delen van Europa groeiden bossen. Na 10.000 v. Chr. werd het
weer warmer en natter. De ijstijd eindigde. Hierdoor was er in het Midden-Oosten en in de
vruchtbare gebieden veel wild en voedsel. Mensen hoefden niet meer als nomaden rond te
trekken. Ze konden daar blijven wonen.
In de vruchtbare gebieden leefden mensen van akkerbouw en veeteelt. Dat zijn de oudste
landbouwgebieden zoals de Vruchtbare Halve Maan. Daar gingen ze ook graan en groente
verbouwen. Daarnaast hielden ze vee zoals geiten en schapen. Dit noemen we
landbouwrevolutie. Hierdoor ging men ook het fokken en temmen van dieren.
De landbouwsamenleving
Men ging na deze landbouwrevolutie sedentair leven en huizen maken voor
boerderijgezinnen. Boeren gebruikten andere gereedschappen zoals bijlen en aardewerk.
Daardoor moesten ze samenwerken. Mensen die sedentair leven kunnen meer bezittingen
hebben dan als je nomadisch leeft.