AVV WG1 Onderzoeksplan - Probleemstelling
Praktijkgericht onderzoek onderscheiden van praktijkgericht wetenschappelijk
onderzoek en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek;
Verschillende typen vraagstellingen (beschrijvend, verklarend, voorspellend,
ontwerpgericht) binnen gezondheidszorgonderzoek opstellen;
Uitleggen wat theorie, deductie en inductie zijn;
De stappen van het onderzoeksplan herkennen in een casus
AVV WG2 Onderzoeksplan – Onderzoeksontwerp
Kenmerken van kwantitatief en kwalitatief onderzoek uitleggen.
Beargumenteren welk type onderzoek (kwantitatief, kwalitatief) en welke
dataverzamelingsmethode passend is bij verschillende typen vraagstellingen.
AVV C1 Gezondheidswetenschappelijk onderzoek
De fasen van de onderzoekscyclus beschrijven: probleemstelling, theoretisch
kader, concrete onderzoeksvragen (eventueel met hypothesen),
onderzoeksontwerp, dataverzameling, data-analyse, interpretatie en
rapportering.
De principes van wetenschappelijke integriteit onderscheiden.
AVV WG3 Kwaliteit van het onderzoeksplan
De student kan de kwaliteitscriteria – betrouwbaarheid en validiteit - uitleggen
en beoordelen aan de hand van concrete onderzoeksvoorbeelden.
AVV C2 Kwaliteit van het onderzoeksplan
Criteria voor definities toelichten;
Uitleggen wat operationaliseren is;
De kwaliteitscriteria - betrouwbaarheid en validiteit - uitleggen;
Uitleggen hoe kwantitatief en kwalitatief onderzoek verschillen in het
benaderen van betrouwbaarheid en validiteit;
Het verschil tussen de emprisch-analytische en emprisch-interpretatieve
benadering als paradigma uitleggen in relatie tot kwantitatief en kwalitatief
onderzoek.
,AVV WG1 Onderzoeksplan - Probleemstelling
Praktijkgericht onderzoek onderscheiden van praktijkgericht wetenschappelijk
onderzoek en fundamenteel wetenschappelijk onderzoek;
Praktijkgericht niet-wetenschappelijk onderzoek
- Doel: ondersteuning van besluitvorming
- Spelregels en normen: prakijknormen
- Reikwijdte van uitkomsten: eigen praktijksituatie
- Bron is niet wetenschappelijk
- Onderzoek gericht op het snel kunnen nemen van beslissingen in specifieke
praktijksituaties.
- Ontbreekt vaak van een systematische benadering
- Regels voorgeschreven door de opdrachtgever of beroepsgroep (overheid)
Praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek
- Doel: kennisvermeerdering voor besluitvorming
- Theorievorming
- Spelregels en normen: praktijk- en wetenschappelijke normen
- Reikwijdte van uitkomsten: eigen praktijksituatie en eventueel generalisatie
naar andere probleemsituaties
- Kennisontwikkeling: nodig voor het praktisch handelen en de besluitvorming
- Bron is wetenschappelijk
- De ontwikkeling van interventies en de evaluatie van oplossingen voor
praktijkproblemen
- Praktische problemen van aanwijsbare mensen of groepen in de samenleving
vormen het uitgangspunt voor het onderzoek
- Kennis en inzichten aandragen die gebruikt kunnen worden bij het vinden en
uitproberen van praktische oplossingen voor problemen.
Fundamenteel wetenschappelijk onderzoek
- Doel: kennisvermeerdering
- De ontwikkeling en/of toetsing van theorieën voor de oplossing van
kennisproblemen
- Spelregels en normen: wetenschappelijke normen
- Reikwijdte van uitkomsten: generaliserend
- Bron is wetenschappelijk
, Systematische waarnemingen zijn georganiseerd en gestandaardiseerd, zodat
ze consistent en herhaalbaar zijn, van tevoren voorbereid.
Empirische waarnemingen zijn praktische observaties die voortkomen uit eigen
ervaringen of experimenten in de werkelijkheid, op basis van de werkelijkheid of
teksten. Uitspraken die zijn gebaseerd op zintuigelijke waarnemingen
Verschillende typen vraagstellingen (beschrijvend, verklarend, voorspellend,
ontwerpgericht) binnen gezondheidszorgonderzoek opstellen en
onderscheiden
Probleemstelling
Geeft weer wat je wilt onderzoeken en waarom je dit wilt onderzoeken en vanuit welk
theoretisch raamwerk jij dat onderzoek wilt doen
Kennis => beginnen met waarom (bijdrage oplossing probleem)
Fundamentele kennis => beginnen met wat (ontbrekend stukje vinden)
Vraagstelling
Een globale karakterisering van enkele deel- of onderzoeksvragen
Overkoepelende vraag die je wilt beantwoorden en die weergeeft wat je precies wilt
onderzoeken
Overkoepelende vraagstelling
Set daarmee samenhangende vraagstellingen => deelvragen
Deelvragen
Specificeren de onderdelen van de vraagstelling
Antwoord op de deelvragen leidt naar het antwoord op de gehele vraagstelling
Soorten vraagstellingen
Beschrijvende vraagstellingen
Wie, wat voor, welke, wanneer en hoe…?
Nu – Cross-sectioneel
Toen/Nu – Trend
Hier/daar – Vergelijkend/Comparatief
Doel: Feiten en gegevens verzamelen
Voorbeeld: Hoeveel mensen zijn tevreden met de zorg?
Beschrijvende trend vraagstelling
Wanneer er ten minste twee tijdstippen worden vergeleken
Ontwikkelingen of veranderingen door de tijd heen
Voorbeeld: Hoe is het aantal burn-outgevallen onder zorgmedewerkers veranderd
tussen 2020 en 2025?
Beschrijvende vergelijkende of comparatieve vraagstelling
Verschillen of overeenkomsten tussen twee of meer groepen, situaties of
momenten beschrijven
Voorbeeld: Wat is het verschil in gemiddeld aantal uren slaap per nacht tussen
mannen en vrouwen?