Bestuur
H1. De wereld van het openbare bestuur
Openbaar bestuur -> geheel van organisaties en activiteiten die:
- Primair zijn gericht op de besturing van de maatschappij
- Beperkte opvatting: ‘overheid’ of ‘staat’
- Ruime opvatting: organisaties met publieke taak (ziekenhuis, ANWB,
woningcorporaties)
Middenveld:
1. Private organisaties met (deels) publieke taken (woningcoörporaties)
2. Private organisaties zonder winstoogmerk (vakbonden, werkgeversorganisaties,
milieuorganisaties)
Veel organisaties hebben kenmerken van publiek en privaat.
“Mate van publiekheid”: géén puur publieke of private organisatie:
1. Eigenaarschap: wie is de eigenaar?
2. Bekostiging: wie bekostigt de organisatie?
3. Politieke controle
Openbaar bestuur verticale dimensie:
Kan op meerdere niveaus van omvattendheid gestalte krijgen: wijk, gemeente,
provincie, staat etc.
Openbaar bestuur horizontale dimensie:
Geeft aan dat het niet alleen uit de overheid bestaat maar ook uit
maatschappelijke organisaties.
Nederland heeft gedecentraliseerde eenheidsstaat centraal systeem maar
mogelijkheden tot variatie en verschil door middel van zekere decentrale autonomie.
, Naast overheid draagt ook maatschappelijke middenveld bij aan de sturing van de
maatschappij.
‘Good governance’: kwaliteit overheid is te beoordelen door 8 criteria:
1. Rechts zeker
2. Onpartijdig en open
3. Consensusgericht
4. Participatief
5. Transparant
6. Publieke verantwoording
7. Effectief en efficiënt
8. Vraaggericht
Responsief bestuur: Instanties moeten open staan voor maatschappelijke initiatieven.
Democratisch bestuur: Burgers participeren en hebben inspraak. De macht van de
overheid wordt gecontroleerd door het recht.
Juridisering: Toename van formele regels en vormen van conflictbeslechting in het
domein van het openbaar bestuur.
Doeltreffendheid: Openbaar bestuur is succesvol als vooraf geformuleerde
doelstellingen worden gehaald.
Doelmatigheid: efficiëntie
Er zijn 4 dimensies:
- Democratie
- Rechtmatigheid
- Doeltreffendheid
- Doelmatigheid en integriteit
Geschiedenis van het openbare bestuur:
- Republiek der verenigde Nederlanden (1648-1795):
o Geen centrale overheid, beleid over oorlog werd door de regenten zelf
geregeld.
o Veel publieke bestuurders, weinig ambtenaren
o Besluitvorming werd gebaseerd op consensus, zelfregulering
- Nachtwakers in eenheidsstaat (1795-1870)
o Centrale overheid, wetboeken, centrale staatsorganen
o Meeste macht lag bij Willem I
o Begin infrastructuur
o Ambtenaar zijn werd als bijbaan beschouwd
- Professionals in de verzorgingsstaat (1870-1930)