College 1: Inleiding
Het medialandschap: traditionele media
- Kranten
- Tijdschriften
- Abri’s / billboards
- Radio
- Televisie
The hypodermic needle theorie
Het medialandschap: nieuwe media
● Verwijst nu naar media die digitaal is, verbonden met het internet.
● smartwatches, streamingdiensten, nieuwssites, sociale media etc.
Sociale media
‘social media is a group of internet-based applications that builds on the ideological and technological
foundations of Web 2.0 and that allows the creation and exchange of user-generated content’
Eigenijk kan je geen definitie geven. wel/niet een social medium.
Belang van:
Social presence/media richness
- intimacy (interpersoonlijk vs. gemedieerd)
- immediacy (synchroon vs. asynchroon)
self-presentation/self-disclosure
- volgende colleges
Waarom sociale en nieuwe media bestuderen in functionele contexten?
Digitalisering
- digitale cultuur biedt nieuwe kansen en stelt nieuwe eisen aan hoe we communiceren
- wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van sociale en nieuwe media op communicatie
door individuen en organisaties
- ‘kijkje in de keuken’ van wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van digitale media op
communicatie in diverse functionele contexten
College 2: woensdag 18 september 2024
Self-concept: ‘the sum of total of our thoughts, feelings and imagination as to who we are’
(Rosenberg, 1979)
Wie zijn we eigenlijk?
Privé:
● actual-self
● ideal-self
● ideal social-self
,Publiek:
● Social-self
● Situational-self
● extended-self (materiële bezittingen)
Conceiving the Self
Belk (2013): Extended self in a digital world
Extended self (Belk, 1988): externe objecten die we bezitten, zien we als een deel van onszelf.
We hechten ons niet alleen aan personen en (huis)dieren, maar ook aan materiële zaken, die
daardoor een onderdeel worden van onze identiteit.
Bezittingen worden gepersonaliseerd, maar waarom?
➔ Ze fungeren als memory makers: foto’s, souvenirs, cadeaus.
➔ We gebruiken ze als cues om anderen te tonen wie we (willen) zijn.
Technologische ontwikkelingen bieden oneindig veel mogelijkheden voor digitale/online zelfextensie.
Update van het extended self concept
Vijf grote veranderingen als gevolg van digitalisering die invloed hebben op onze ideeën over ‘zelf’ en
‘bezittingen’
1. Dematerialisatie (van bezittingen)
2. Herbelichaming
3. Delen (van privéleven en bezittingen)
4. Co-constructie van het zelfbeeld
5. Verdeeld geheugen
1. Dematerialisatie (van bezittingen)
● Veel bezittingen zijn onzichtbaar en inmateriaal geworden
gedigitaliseerd, evt. in de cloud
● opkomst van ‘nieuwe’ (virtuele) bezittingen
Attachment en singularization
● We kunnen bezittingen en interesses (die voorheen privé waren) openbaar maken en delen
met een groot publiek
● maar zijn het dan nog wel ‘onze bezittingen’: kunnen zulke niet-materiële bezittingen nog
fungeren als zelfextensie?
Attachment: bang om bezittingen kwijt te raken waar je aan gehecht bent
Singularization: personificeren, online objecten uniek maken. In bredere zin kan singularisatie ook
verwijzen naar het unieker of individualiseren van een object, concept of fenomeen.
2. Herbelichaming (1)
● Onze bezittingen én wijzelf kunnen het fysieke overstijgen
● In eerste instantie zijn we online anoniem, geen oordeel over ons uiterlijk etc. (disembodied)
‘Discrimination due to gender, race, class, and physical handicaps would fall away, and we would
enter an online age of total equality’
,2. Herbelichaming (2)
Maar vanwege sociale media (incl. visuals) kunnen we onszelf ‘mooier’, ‘aantrekkelijker’ of gewoon
anders presenteren dan hoe we echt zijn.
→ online zelfpresentatie d.m.v. avatars, Bitmoji, etc. en (bewerkte) foto’s & video’s (reembodiment)
We kunnen experimenteren met verschillende identiteiten
meerdere identiteiten tegelijk: alts.
3. Delen (van privéleven & bezittingen)
● We delen bezittingen online, maar ook ons priveleven
● Soms oversharen we, vanwege het disinhibition effect:
Remmen vallen online weg, we delen meer dan we in het echte leven durven.
toxic disinhibiotion: flaming, trolling
● Samen delen en bepalen dat iets van ‘ons’ is, zorgt voor een groepsgevoel
Verbondenheid
We raken de controle over onze ‘bezittingen’ kwijt
● Gedeeld gevoel van ruimte
bijv. MMOGs (Massively Multiplayer Online Games) = kroeg → 3e plek.
4. Co-constructie van het zelfbeeld
● We staan steeds vaker in verbinding met anderen
● Ons zelfbeeld wordt steeds meer gevormd door (onze interacties met) anderen
● We zoeken bevestiging in sociale media, van onszelf en van onze
(vriendschappelijke/romantische) relaties. Likes/comments ontvangen op foto’s en berichten.
5. Verdeeld geheugen
● Online opslaan en archiveren van herinneringen: outsourcing memory
● Geheugen wordt gedeeld met anderen: collectief geheugen
● Digitale rommel (clutter): waarom digitale bezittingen weggooien?
Digitale onsterfelijkheid/nalatenschap: onsterfelijke virtuele zelf.
the fear of missing out (FOMO)
- gevaar van technologie als verlengstuk van sociale leven: constant op de hoogte willen zijn
van wat anderen doen
- definitie: de angst om een interessante/leuke sociale gebeurtenis te missen
- we vergelijken ons met fake persona's omdat we vooral leuke zaken online delen
- gevolg van positief-vertekende updates op sociale media: we worden steeds geconfronteerd
met wat we niet hebben, waar we niet zijn
Fomo gerelateerde termen
● Socialbesitas: als je niet meer zonder je smartphone kunt, omdat je continu sociale media in
de gaten wilt houden
● Nomophobia: abnormale afhankelijkheid van je smartphone (no mobile phone phobia). je
ervaart een irrationele angst om je telefoon niet meer bij je te hebben
● Phantom vibration syndrome: het gevoel dat je je telefoon voelt trillen of hoort rinkelen, terwijl
deze dat in feite niet doet.
, The presentation of self in the age of social media: distinguishing performances and
exhibitions online (Hogan, 2010)
Impressiemanegement
● Zelfpresentatie op sociale media
Goffmans dramaturgische benadering (1959)
Twijfels bij toepassing van Goffman’s benadering op sociale media, die door sommige
wetenschappers gemaakt is.
2 soorten zelfpresentatie volgens Hogan:
1. Performances (optredens): door acteurs (synchrone situaties)
2. Artifacts (artefacten): resultaat van performances door acteurs (asynchrone vertoningen)
→ sociale media? Digital traces?
Goffmans dramaturgische benadering (1959)
Life as a stage: ‘het leven als een podium’ als metafoor
Performances: optredens
● Afgebakende setting
● Voor een bepaald publiek
● Speelt een specifieke rol
● Geïdealiseerd i.p.v. authentiek
Front stage vs. backstage
putting on a front
conflict … when fronts collide.
Goffmans benadering toegepast op sociale media
Facebook als backstage
- Privéberichten alleen aan vrienden
- maar: privé is niet backstage; sociale media zijn front stages
Online content als performances
- Cyberperformers: mensen die in cyberspace optreden
- maar: het publiek van de content is niet eenduidig, een verschillend publiek kan de content op
meerdere momenten bekijken, als de acteur afwezig is.
Impressiemanagement op sociale media kan beter uitgelegd worden met het concept van exhibition
sites
Hogan’s exhibitional benadering
Reproduceerbare artefacten (reproducable artifcats) > data
Bergplaatsen (storehouses) > databeses
Beheerders (Curators)
→ filteren, ordenen, doorzoeken
Filter bubble
Relevant voor: statusupdates, blogs, foto’s delen
beperking: niet toepasbaar op alle sociale media
whatsapp, twitch chat, online games (MMORPG’s), Wikipedia
Het medialandschap: traditionele media
- Kranten
- Tijdschriften
- Abri’s / billboards
- Radio
- Televisie
The hypodermic needle theorie
Het medialandschap: nieuwe media
● Verwijst nu naar media die digitaal is, verbonden met het internet.
● smartwatches, streamingdiensten, nieuwssites, sociale media etc.
Sociale media
‘social media is a group of internet-based applications that builds on the ideological and technological
foundations of Web 2.0 and that allows the creation and exchange of user-generated content’
Eigenijk kan je geen definitie geven. wel/niet een social medium.
Belang van:
Social presence/media richness
- intimacy (interpersoonlijk vs. gemedieerd)
- immediacy (synchroon vs. asynchroon)
self-presentation/self-disclosure
- volgende colleges
Waarom sociale en nieuwe media bestuderen in functionele contexten?
Digitalisering
- digitale cultuur biedt nieuwe kansen en stelt nieuwe eisen aan hoe we communiceren
- wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van sociale en nieuwe media op communicatie
door individuen en organisaties
- ‘kijkje in de keuken’ van wetenschappelijk onderzoek naar de invloed van digitale media op
communicatie in diverse functionele contexten
College 2: woensdag 18 september 2024
Self-concept: ‘the sum of total of our thoughts, feelings and imagination as to who we are’
(Rosenberg, 1979)
Wie zijn we eigenlijk?
Privé:
● actual-self
● ideal-self
● ideal social-self
,Publiek:
● Social-self
● Situational-self
● extended-self (materiële bezittingen)
Conceiving the Self
Belk (2013): Extended self in a digital world
Extended self (Belk, 1988): externe objecten die we bezitten, zien we als een deel van onszelf.
We hechten ons niet alleen aan personen en (huis)dieren, maar ook aan materiële zaken, die
daardoor een onderdeel worden van onze identiteit.
Bezittingen worden gepersonaliseerd, maar waarom?
➔ Ze fungeren als memory makers: foto’s, souvenirs, cadeaus.
➔ We gebruiken ze als cues om anderen te tonen wie we (willen) zijn.
Technologische ontwikkelingen bieden oneindig veel mogelijkheden voor digitale/online zelfextensie.
Update van het extended self concept
Vijf grote veranderingen als gevolg van digitalisering die invloed hebben op onze ideeën over ‘zelf’ en
‘bezittingen’
1. Dematerialisatie (van bezittingen)
2. Herbelichaming
3. Delen (van privéleven en bezittingen)
4. Co-constructie van het zelfbeeld
5. Verdeeld geheugen
1. Dematerialisatie (van bezittingen)
● Veel bezittingen zijn onzichtbaar en inmateriaal geworden
gedigitaliseerd, evt. in de cloud
● opkomst van ‘nieuwe’ (virtuele) bezittingen
Attachment en singularization
● We kunnen bezittingen en interesses (die voorheen privé waren) openbaar maken en delen
met een groot publiek
● maar zijn het dan nog wel ‘onze bezittingen’: kunnen zulke niet-materiële bezittingen nog
fungeren als zelfextensie?
Attachment: bang om bezittingen kwijt te raken waar je aan gehecht bent
Singularization: personificeren, online objecten uniek maken. In bredere zin kan singularisatie ook
verwijzen naar het unieker of individualiseren van een object, concept of fenomeen.
2. Herbelichaming (1)
● Onze bezittingen én wijzelf kunnen het fysieke overstijgen
● In eerste instantie zijn we online anoniem, geen oordeel over ons uiterlijk etc. (disembodied)
‘Discrimination due to gender, race, class, and physical handicaps would fall away, and we would
enter an online age of total equality’
,2. Herbelichaming (2)
Maar vanwege sociale media (incl. visuals) kunnen we onszelf ‘mooier’, ‘aantrekkelijker’ of gewoon
anders presenteren dan hoe we echt zijn.
→ online zelfpresentatie d.m.v. avatars, Bitmoji, etc. en (bewerkte) foto’s & video’s (reembodiment)
We kunnen experimenteren met verschillende identiteiten
meerdere identiteiten tegelijk: alts.
3. Delen (van privéleven & bezittingen)
● We delen bezittingen online, maar ook ons priveleven
● Soms oversharen we, vanwege het disinhibition effect:
Remmen vallen online weg, we delen meer dan we in het echte leven durven.
toxic disinhibiotion: flaming, trolling
● Samen delen en bepalen dat iets van ‘ons’ is, zorgt voor een groepsgevoel
Verbondenheid
We raken de controle over onze ‘bezittingen’ kwijt
● Gedeeld gevoel van ruimte
bijv. MMOGs (Massively Multiplayer Online Games) = kroeg → 3e plek.
4. Co-constructie van het zelfbeeld
● We staan steeds vaker in verbinding met anderen
● Ons zelfbeeld wordt steeds meer gevormd door (onze interacties met) anderen
● We zoeken bevestiging in sociale media, van onszelf en van onze
(vriendschappelijke/romantische) relaties. Likes/comments ontvangen op foto’s en berichten.
5. Verdeeld geheugen
● Online opslaan en archiveren van herinneringen: outsourcing memory
● Geheugen wordt gedeeld met anderen: collectief geheugen
● Digitale rommel (clutter): waarom digitale bezittingen weggooien?
Digitale onsterfelijkheid/nalatenschap: onsterfelijke virtuele zelf.
the fear of missing out (FOMO)
- gevaar van technologie als verlengstuk van sociale leven: constant op de hoogte willen zijn
van wat anderen doen
- definitie: de angst om een interessante/leuke sociale gebeurtenis te missen
- we vergelijken ons met fake persona's omdat we vooral leuke zaken online delen
- gevolg van positief-vertekende updates op sociale media: we worden steeds geconfronteerd
met wat we niet hebben, waar we niet zijn
Fomo gerelateerde termen
● Socialbesitas: als je niet meer zonder je smartphone kunt, omdat je continu sociale media in
de gaten wilt houden
● Nomophobia: abnormale afhankelijkheid van je smartphone (no mobile phone phobia). je
ervaart een irrationele angst om je telefoon niet meer bij je te hebben
● Phantom vibration syndrome: het gevoel dat je je telefoon voelt trillen of hoort rinkelen, terwijl
deze dat in feite niet doet.
, The presentation of self in the age of social media: distinguishing performances and
exhibitions online (Hogan, 2010)
Impressiemanegement
● Zelfpresentatie op sociale media
Goffmans dramaturgische benadering (1959)
Twijfels bij toepassing van Goffman’s benadering op sociale media, die door sommige
wetenschappers gemaakt is.
2 soorten zelfpresentatie volgens Hogan:
1. Performances (optredens): door acteurs (synchrone situaties)
2. Artifacts (artefacten): resultaat van performances door acteurs (asynchrone vertoningen)
→ sociale media? Digital traces?
Goffmans dramaturgische benadering (1959)
Life as a stage: ‘het leven als een podium’ als metafoor
Performances: optredens
● Afgebakende setting
● Voor een bepaald publiek
● Speelt een specifieke rol
● Geïdealiseerd i.p.v. authentiek
Front stage vs. backstage
putting on a front
conflict … when fronts collide.
Goffmans benadering toegepast op sociale media
Facebook als backstage
- Privéberichten alleen aan vrienden
- maar: privé is niet backstage; sociale media zijn front stages
Online content als performances
- Cyberperformers: mensen die in cyberspace optreden
- maar: het publiek van de content is niet eenduidig, een verschillend publiek kan de content op
meerdere momenten bekijken, als de acteur afwezig is.
Impressiemanagement op sociale media kan beter uitgelegd worden met het concept van exhibition
sites
Hogan’s exhibitional benadering
Reproduceerbare artefacten (reproducable artifcats) > data
Bergplaatsen (storehouses) > databeses
Beheerders (Curators)
→ filteren, ordenen, doorzoeken
Filter bubble
Relevant voor: statusupdates, blogs, foto’s delen
beperking: niet toepasbaar op alle sociale media
whatsapp, twitch chat, online games (MMORPG’s), Wikipedia