,
,
, Samenvatting NT2
Hoofdstuk 1 Context
1.1 T2-verwerving
Een tweede taal wordt verworven nadat de moedertaal al stevig is ontwikkeld (meestal na het vierde
levensjaar).
Simultane taalverwerving
Moedertaal en tweede taal ontwikkelen zich grotendeels gelijktijdig en raken met elkaar verweven.
Successieve taalverwerving
De tweede taal wordt pas aangeleerd nadat de eerste taal al redelijk stabiel beheerst wordt.
De termen eerste en tweede taal verwijzen uitsluitend naar de volgorde van verwerving, niet naar
het niveau van beheersing. Een tweede taal kan dus net zo goed de derde of vierde taal zijn.
1.2 Verwerven versus leren
Verwerven: ongestuurd, spontaan en impliciet via natuurlijk taalaanbod.
Leren: gestuurd, expliciet en afhankelijk van onderwijsmateriaal.
Ongestuurde verwerving
De tweede taal wordt intuïtief opgepikt en eigen gemaakt zonder formeel onderwijs.
Gestuurd leren
De taal wordt bewust aangeleerd via regels, begrippen en systematische instructie.
Vreemdetaalverwerving
De taal wordt geleerd in een context waarin die niet functioneert als omgangstaal.
Structuur en tempo van T2-verwerving
Structuur: onderzocht wordt hoe leerders de taal gebruiken en welke volgorde en fouten
universeel optreden.
Tempo: het tempo en succes verschillen per individu en worden beïnvloed door
uiteenlopende factoren.