Oefentoets met docent antwoordmodel einde
HBO Bachelor Organisatiepsychologie
specialisatie Management en leiderschap
Examennummer: 112568
Datum: 19 februari 2025
Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 9 pagina’s.
De opbouw van het examen is als volgt:
- 40 meerkeuzevragen (maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende
behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier.
Schrijf duidelijk leesbaar.
Toegestane hulpmiddelen
- Geen
Wij wensen u veel succes!
, HBO Bachelor Organisatiepsychologie specialisatie Management en leiderschap 2025
Examenresultaat
Totaal aantal vragen: 40
Heeft u ≤ 27 vragen correct beantwoord, dan heeft u een onvoldoende behaald. Heeft u ≥ 28 vragen correct
beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald.
De uitslag van uw examen wordt uitsluitend bekendgemaakt via e-Connect.
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in
een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt in enige vorm of op welke wijze dan
ook zonder voorafgaande toestemming van NCOI Opleidingsgroep.
, Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier.
Vermeld het meest juiste antwoord.
Voor een correct antwoord: 1 punt.
HBO Bachelor Organisatiepsychologie specialisatie Management en leiderschap
- Examennummer 116236 – 2025
Hoofdstuk 1: Sociale psychologie
Vraag 1
Welke factor speelt de grootste rol bij conformiteit in groepen volgens Asch?
A. De grootte van de groep
B. Het geslacht van de proefpersoon
C. De mate van intelligentie van de proefpersoon
D. De aanwezigheid van een autoriteit
Vraag 2
Volgens de theorie van cognitieve dissonantie van Festinger zullen mensen vooral:
A. Gedrag aanpassen aan attitudes
B. Attitudes aanpassen aan gedrag
C. Geen verband zien tussen gedrag en attitudes
D. Altijd rationele keuzes maken
Vraag 3
Wat beschrijft het fenomeen ‘bystander effect’?
A. Mensen helpen sneller als er veel omstanders zijn
B. Mensen helpen minder snel als er veel omstanders zijn
C. Mensen zijn empathischer bij aanwezigheid van familie
D. Mensen reageren altijd hetzelfde op noodgevallen
Vraag 4
Welke invloed hoort bij het Milgram-experiment?
A. Informatie-invloed
B. Normatieve invloed
C. Gehoorzaamheid aan autoriteit
D. Sociale facilitatie