100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting BIV-inleiding

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
77
Geüpload op
15-08-2025
Geschreven in
2021/2022

Deze samenvatting combineert de voorgeschreven literatuur voor het vak BIV-Inleiding ('Hoofdlijnen bestuurlijke informatieverzorging') en de informatie die aan bod is gekomen tijdens de colleges.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Ja
Geüpload op
15 augustus 2025
Aantal pagina's
77
Geschreven in
2021/2022
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

BIV-inleiding – Bestuurlijke informatieverzorging
Hoofdstuk 1: organisatie en informatie

Het vakgebied bestuurlijke informatieverzorging omvat:

 de organisatie van het administratieve apparaat;
 de organisatie van dataverwerking;
 de analyse van informatiebehoeften;
 de bronnen van data;
 de distributie van informatie;
 de regels waaraan het informatiesysteem moet voldoen;
 de controles die moeten worden uitgevoerd om informatie te laten voldoen aan de daaraan te
stellen eisen van relevantie en betrouwbaarheid.

Het essentiële doel van de bestuurlijke informatieverzorging is het op efficiënte wijze verstrekken van
relevante en betrouwbare informatie aan interne en externe belanghebbenden. De term ‘bestuurlijke’
betekent dat het hier gaat om het besturen van organisaties. Daarmee wordt informatie die niet wordt
gebruikt om organisaties te besturen uitgesloten.

Het doel van boekhouden is het verstrekken van financiële informatie door middel van het registreren
en verwerken van financiële feiten. Boekhouden vormt de basis van een geordende financiële
informatievoorziening. Tot die informatieverzorging behoren onder meer het systematisch verzamelen
van de benodigde data, het verwerken daarvan en het verstrekken van de benodigde financiële
informatie en afgeleiden daarvan zoals allerlei kengetallen.

Rapportages in het kader van management accounting bevatten financiële en niet-financiële
informatie, gericht op het ondersteunen van managers bij hun taakuitoefening.

Bestuurlijke informatie heeft drie gebruiksmogelijkheden:

1. informatie in het kader van het delegeren van taken en het afleggen van verantwoording ->
delegatie- en verantwoordingsrol.

2. informatie voor het nemen van beslissingen;

3. informatie ten behoeve van het doen functioneren van een organisatie: bijvoorbeeld het delen van
kennis om de organisatie in staat te stellen haar doelen te realiseren.

Definitie Starreveld bestuurlijke informatievoorziening:

Alle activiteiten met betrekking tot het systematisch verzamelen, vastleggen en verwerken van
gegevens, gericht op het verstrekken van informatie ten behoeve van besturen-in-engere-zin (kiezen
uit alternatieve mogelijkheden), het doen functioneren en het beheersen van een huishouding, en ten
behoeve van de verantwoordingen die daarover moeten worden afgelegd.

Als je de definitie van Starreveld iets meer onder de loep neemt, dan kun je twee soorten
informatiestromen onderscheiden:

- horizontale informatiestromen: deze hebben vooral betrekking op het doen functioneren van een
organisatie.

- verticale informatiestromen: deze hebben betrekking op het nemen van beslissingen en het op basis
daarvan geven van taakopdrachten aan lagere hiërarchische niveaus, evenals op het laten afleggen
van verantwoording over de taakuitvoering, inclusief het coördineren van gedelegeerde
werkzaamheden.

Leren uit het boel: de tabel met de kenmerken van informatie voor strategische en operationele
doeleinden.

,Nauw verwant aan bestuurlijke informatieverzorging is de administratieve organisatie (AO). AO houdt
zich bezig met de inrichting van de bestuurlijke processen in organisaties. De relatie tussen
bestuurlijke informatieverzorging en administratieve organisatie kan als volgt treffend worden
verwoord:

Administratieve organisatie omvat het gehele complex van organisatorische maatregelen dat direct of
indirect betrekking heeft op de goede werking van de bestuurlijke informatieverzorging.

Informatie mag pas informatie worden genoemd als zij betekenis heeft voor de gebruiker. Informatie
bestaat dus uit data die betekenis hebben gekregen doordat ze in een bepaalde vorm en in een
bepaalde context aan een bepaalde gebruiker zijn verstrekt.

Rond de informatieverzorging via geautomatiseerde systemen en de inpassing van die systemen in en
tussen organisaties is een geheel eigen vakgebied ontstaan onder de naam informatiemanagement.
Maar ook binnen de vakken BIV en AO krijgt IT vaak een belangrijke rol toebedeeld. Het is opvallend
dat het vakgebied dat internationaal het beste aansluit bij de Nederlandse vakgebieden BIV en AO,
namelijk accounting information systems (AIS) een belangrijke rol toedeelt aan IT. AIS kan derhalve
worden beschouwd als een IT-variant op BIV en AO, waarin grote delen van informatiemanagement
zijn opgenomen.

Zoals alle systemen bestaan informatiesystemen uit systeemcomponenten:

1. de systeeminvoer bestaat uit een aantal ruwe data;

2. het dataverwerkingsproces zet deze data om in bruikbare informatie;

3. de systeemuitvoer is bijgevolg relevant voor de gebruiker en is dus te bestempelen als informatie;

4. het element beheersen controleert de betrouwbaarheid van de verkregen berichten. Wanneer
significante afwijkingen worden vastgesteld moeten in de systeeminvoer of het systeemproces
wijzigingen worden aangebracht. Deze activiteit wordt aangeduid met terugkoppeling.

Hoe meer decentralisatie in een organisatie, hoe groter de afstand tussen het topmanagement en het
lagere management. Het vraagstuk van centralisatie en decentralisatie doet zich bij het ontwikkelen en
beheersen van informatiesystemen vooral voor ten aanzien van;

 de invoer en uitvoer van data
 De data verzamelingen
 De verwerking
 De systeem ontwikkeling
 De beslissingsbevoegdheid tot het ontwikkelen van een eigen informatiesysteem
 De koppelingsmogelijkheden en de regeling daarvan.

De keuze voor centralisatie of decentralisatie wordt door verschillende factoren bepaald. We noemen
de volgende:

1. Maatschappelijke ontwikkelingen: maatschappelijke ontwikkelingen werken tegenwoordig
decentralisatie bevorderend. Hierbij kennen we unit management: een management stijl en
een organisatievorm, gericht op het decentraliseren van het ondernemerschap in organisaties
waarbij de zeggenschap laag in de organisatie komt te liggen.
2. Motivatie en betrokkenheid van personeel
3. Afweging tussen kosten en baten van decentralisatie.

Nadelen van decentralisatie zijn;
 meer kosten doordat meer technologie op verschillende plekken moet worden geplaatst
 Door bijzondere wensen van lokale medewerkers worden soms te dure oplossingen gekozen
 Er is onvoldoende controle technische functiescheiding doordat de lokale organisatie te klein
is, waardoor de beheersbaarheid van het informatiesysteem afneemt.

Voordelen van decentralisatie zijn;
 betere motivatie van plaatselijke medewerkers

,  Betere mogelijkheden tot beheersing en verbijzondering van de kosten van het
informatiesysteem
 Risicospreiding doordat de data verwerking gespreid plaats vindt.

4. Gebruikers eisen; deze hebben invloed op de keuze tussen centralisatie of decentralisatie
 toegestane vertragingen bij de data verzameling, de data verwerking en de informatie
verzorging
 Specifieke informatie-eisen die over de eigen organisatorische eenheid heen gaan
 Gewenste beheersbaarheid van de organisatie als geheel
 Gewenst niveau van controle en beveiliging

Elke organisatie zal vanuit een strategisch oogpunt aandacht moeten schenken aan een beperkt
aantal factoren die bepalend zijn voor het behalen van concurrentievoordeel. Deze factoren zijn
aangeduid als kritieke succesfactoren ook wel KSF’s genoemd. De informatie verzorging moet worden
aangepast aan de verbanden tussen de bedrijfsproces in de organisatie en de kritische
succesfactoren. De relatie tussen KSF’s en managementrapportages kan het beste aan de hand van
de volgende stappen worden uiteengezet:

1. Het vaststellen van de kritische succesfactoren: deze worden vastgesteld op grond van een
externe analyse.
2. Bedrijfsprocessen vaststellen: deze worden vastgesteld op grond van een interne analyse.
3. Matrix bedrijfsprocessen en KSF’s: het vastleggen in een matrix van het verband tussen de
bedrijfsprocessen en de KSF’en moet ertoe leiden dat relevante informatie-elementen worden
onderscheiden die de basis vormen voor de managementrapportages.
4. Managementrapportages

Het succes van een onderneming wordt voornamelijk bepaald door het behalen van
concurrentievoordeel met een zorgvuldig doordachte strategie. Vaak is het daarbij niet voldoende om
enkel en alleen te sturen op financiële prestaties. Kaplan en Norton hebben de balanced scorecard
(BSC) geïntroduceerd als een instrument om financiële prestatiemaatstaven in balans te brengen met
niet-financiële prestatiemaatstaven. De BSC onderscheidt vier dimensies, maar in theorie is
uitbreiding naar andere dimensies mogelijk:

1. Innovatief perspectief;
2. Financieel perspectief;
3. Klantenperspectief;
4. Intern perspectief;

Het begrip organisatie kan zowel betrekking hebben op een huishouding in haar geheel, als op een
bepaalde vorm van werking of structurering van een huishouding. We kennen de volgende indeling in
beslissingsniveaus:

 strategisch;
 tactisch;
 operationeel

Op strategisch niveau vindt de afstemming met de externe omgeving plaats, immers op dit
beslissingsniveau probeert de onderneming concurrentievoordeel te creëren.

Op tactisch niveau vindt de structurering van de organisatie plaats.

Op operationeel niveau vindt de uitvoering van bedrijfsactiviteiten plaats. Hier wordt het functioneren
van de organisatie concreet vormgegeven.

Besturing en beheersing kunnen niet los worden gezien van elkaar: door middel van besturing wordt
beoogd te komen tot beheersing van een bepaald object. Ongeacht het object van beheersing zullen
de volgende vier elementen altijd aanwezig zijn als het gaat om besturing en beheersing:

1. het bestuurd systeem;
2. het besturend systeem;

, 3. het informatiesysteem;
4. de omgeving

Tezamen vormen zij een patroon dat in het algemeen wordt aangeduid als het besturingsparadigma.
Een organisatie kan worden beschouwd als een bestuurd systeem. Het management is het besturend
systeem. Het management zal intern taakopdrachten afgeven aan medewerkers van de onderneming,
die op hun beurt weer verantwoording afleggen over de mate waarin de hen opgedragen taken zijn
vervuld. Zij doen dit door middel van het informatiesysteem. De onderneming zal daarnaast ook
rechtstreeks verantwoording afleggen aan het maatschappelijke verkeer (de omgeving).

Het besturingsparadigma is gebaseerd op een traditionele visie op beheersing van organisaties die is
ontleend aan de cybernetica. Een cybernetisch beheersingssysteem bestaat uit vier componenten:

1. een meetinstrument dat de werkelijkheid meet; dit is onderdeel van het informatiesysteem;
2. een mechanisme at de afwijkingen van een vastgesteld criterium bepaalt; dit is eveneens een
onderdeel van het informatiesysteem;
3. een instrument dat het gedrag van het bestuurd systeem aanpast als de afwijking van een
vastgesteld criterium een bepaalde kritieke grens overschrijdt; dit is een onderdeel van het besturend
systeem;
4. het bestuurd systeem zelf

Management = het aansturen van mensen opdat ze zich in de gewenste richting bewegen.

De managementcyclus rafelt dit proces uiteen in vijf fasen:’

1. planning;
2. inrichting;
3. uitvoering;
4. evaluatie;
5. bijsturing.

Deze fasering wordt in de internationale literatuur ook wel aangetroffen onder de noemer ‘Deming
cycle’.

1. Planning: er zijn twee regels die in acht moeten worden genomen om de planningsprocessen
effectief te doen zijn:

1. de kwaliteit van de planning verbetert naarmate het object van de planning dichter bij de planner
ligt.

2. naarmate de tijd verstrijkt zal de informatie over een toekomstige gebeurtenis betrouwbaarder
worden omdat de toekomstige gebeurtenis dichterbij komt.

Planningsbeslissingen zijn altijd gekoppeld aan bepaalde doelstellingen.

2. Inrichting: als de doelen bekend zijn en de plannen gemaakt, dan moet een organisatie op een
zodanige wijze worden ingericht dat de plannen zo goed mogelijk kunnen worden gerealiseerd.


3. Uitvoering: als een organisatie eenmaal is ingericht, dan zal tot actie kunnen worden overgegaan.

4. Evaluatie: of een plan is gerealiseerd, wordt vastgesteld door de realisatie, in de uitvoeringsfase, te
vergelijken met het plan zélf.

5. Bijsturing: naar aanleiding van de evaluatie kan worden bijgestuurd. Bijsturen kan door de
realisatie aan te passen maar ook door de norm aan te passen. In het eerste geval praten we over
single-loop learning, in het tweede over double-loop learning.

De financieel professional is de hoog opgeleide functionaris die binnen een organisatie in meer of
mindere mate betrokken is bij governance, risk & compliance, performance management en/of finance
operations & reporting.
€6,00
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
chrie-michle

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
chrie-michle Nyenrode Business Universiteit
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
2
Lid sinds
3 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
13
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen