100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Samenvatting Nieuw geluid, ISBN: 9789001815431 Muziek

Beoordeling
-
Verkocht
7
Pagina's
17
Geüpload op
17-11-2020
Geschreven in
2018/2019

De hoofdstukken die worden getoetst op de PABO zijn in dit document samengevat.











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 2, 3, 4, 10
Geüpload op
17 november 2020
Aantal pagina's
17
Geschreven in
2018/2019
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

Muziek Nieuw geluid
H2 Klank-vorm-betekenismodel
2.2.1 Klankduur

Klankduur:
- Maat
- Ritme
- Tempo
- Articulatie

Maat  manier om ’n muziekstuk ritmisch in te delen 
1. Maatdelen en maataccenten
2. Tweedelige en driedelige maatsoorten
3. Maatstreep en opmaat


Er passen … tellen in de maat en de … noot duurt één tel
 Vb. tweekwartsmaat  Er passen twee tellen in de maat en de kwartnoot duurt één tel

Maatstreep  de maten worden van elkaar gescheiden
Dubbele maatstreep  geeft nieuw gedeelte van muziekstuk weer Zie boek figuur 2.4 blz. 51
Maatstreep + dikke maatstreep + dubbele punt  herhaling
Maatstreep + dikke maatstreep  einde van muziekstuk

Opmaat = onvolledige maat waarmee de muziek begint en eindigt.
Bij herhaling van het muziekstuk vormen de laatste en eerste maat een geheel.


Ritme  de afwisseling tussen korte en lange klanken.
Er bestaat geen muziek zonder ritme.

- Noteren van ritmes
- Notatie punt achter de noot  de toonduur wordt steeds met de helft van de genoteerde
duur verlengd ; het fungeert dus als een verlenging.
Vb. kwartnoot met punt erachter  kwartnoot duurt één tel (…kwartsmaat), de helft hiervan
is 0,5 tel  dus 1 + 0,5 = anderhalve tel.
- Verbindingsboog  manier om de duur van een noot te verlengen, eventueel vanuit een
maat naar de volgende.
- Fermate  andere manier om een noot te verlengen. De noot wordt met een onbepaalde
duur verlengd  je mag dan zelf bepalen hoe lang de noot duurt en wanneer je verder gaat.
Je ziet dit teken vaak aan het eind van een lied en vooral bij canons.

Tempo  geeft de snelheid van de muziek aan.
Italiaanse termen:
Largo = zeer langzaam
Adagio = langzaam
Andante = rustig, matig langzaam
Allegro = levendig, vrolijk of opgewekt
Presto = snel

,Articulatie  om de verstaanbaarheid te verbeteren

Staccato  noten moeten los van elkaar gespeeld worden. Lengte van de noot wordt korter
en er is een korte stilte hoorbaar tussen twee noten.
Wordt genoteerd met een punt boven de noot.
Legato  muzieknoten worden zo gespeeld of gezongen dat ze in elkaar overlopen of
naadloos aaneengelast klinken. Tussen de noten valt dus geheel geen stilte.



2.2.2 Klankhoogte
- Melodie  muzikale gedachte, met een specifiek karakter en met een duidelijk begin en eind
een opeenvolging van tonen

Kruis  verhogingsteken dat een noot met een halve toon verhoogt
Namen van deze noten eindigen op ‘-is’ zoals de f een fis wordt.
Mol  verlagingsteken dat een noot met een halve toon verlaagt
Geven we meestal aan met es, de b wordt zo bijvoorbeeld een bes.
Kruis of mol geld alleen voor die maat waar ze staan aangegeven.
Met herstellingsteken (lijkt op bliksemschicht) wordt ’n toevallige verlaging of
verhoging ongedaan gemaakt.

De stokrichting heeft geen invloed op de duur of hoogte van de noot.

- Harmonie  aangenaam klinkende vereniging van tonen en we noemen het dan een
akkoord.
Akkoord = een samenklank van drie of meer tonen.  zie tabel 2.15
Grondtoon + een terts + een kwint  vb. C – E – G


2.2.3 Klanksterkte
Klanksterkte = hoe sterk en zacht muziek klinkt.
2 facetten van sterkte:
- Dynamiek  leer van de klanksterkte. Helpt om sfeer en spanning te creëren in de muziek.
- Tekens en termen  vb. De wind waait door de bomen (ssss en ffff) en de beer is eerst ver
weg. De beer komt dichterbij, klinkt harder. Totdat de beer voor onze neus staat.

2.2.4 Klankkleur
- Klankbronnen  kinderen maken muziek met muziekinstrumenten, bodysounds (eigen
lichaam), niet-muzikaal materiaal en hun stem.
Iedere bron heeft unieke klankeigenschappen. We noemen dat meestal timbre of klankkleur
en dit is de eigenschap van een klank waarmee een instrument of stem zich onderscheidt.
- Samenspel  de kinderen zijn samen aan het spelen

Simultane interactie: alle kinderen zijn gelijktijdig interactief
Gelijkwaardige bijdrage: elk kind heeft een gelijkwaardige bijdrage aan het teamproces en
product.
Individuele aanspreekbaarheid: de bijdrage van elk lid van de groep is zichtbaar.
Positieve onderlinge afhankelijkheid: goed functioneren van het team voor het welslagen
van het gemeenschappelijke werk.
Solo – duo – trio – kwartet – kwintet – sextet – septet - octet
Ensemble = een groep van meer dan twee spelers

, 2.3 Vorm
Vorm  wordt gebruikt om te beschrijven hoe de componist deze balans in tijd en ruimte heeft
bereikt.
 Het is de algehele structuur van een muziekstuk

2.3.1 Vormprincipes: herhaling, contrast en variatie
De structuur van muziek ontstaat door de vormprincipes:
- Herhaling  als hetzelfde zich weer voordoet
- Contrast  tegenstelling
- Variatie  afwisseling

2.3.2 Vormeenheden
Vorm = de algehele structuur van een muziekstuk.
2 muzikale vormeenheden:
- Motief  is in de muziek het kleinste gedeelte van de melodie
- Muzikale zin en thema  thema is een herkenbare muzikale zin of frase die als uitgangspunt
dient voor de verdere compositie. Vaak is het thema ook de openingszin van een compositie.
Thema is te ontleden in een voorzin en een nazin. Je kunt een voorzin zien als een ‘vraag’ en
een ‘nazin’ als het antwoord op die vraag. De voorzin en de nazin zijn allebei opgebouwd uit
een motief of verschillende motieven.

Ritmebouwstenen  bieden kinderen houvast bij het leren spelen van ritmes.

2.3.3 Vormtechnieken
4 veelgebruikte vormtechnieken:
- Echo  een natuurkundig verschijnsel waarbij geluidsgolven die afkomstig zijn van een bron
door een object worden teruggekaatst richting de bron.
Uitdagende techniek om te gebruiken als didactiek  klapspelletjes, zoals voorklappen en
naklappen, voorzingen en nazingen.

- Imitatie  nadoen. Op een ander tijdstip zingt of speelt de tweede stem precies hetzelfde
als de eerste stem.
Vb. canon

- Ostinaat  hardnekkig. Als een muzikaal motief of muzikale zin steeds herhaald wordt.
Je hebt de:
o Melodische ostinaten
o Ritmische ostinaten
Je herkent een canon in de muziek altijd aan de cijfers boven de notenbalk, die aangeven
welke stem inzet. Ook zie je vaak een fermate, daar waar de stemmen gelijktijdig kunnen
stoppen.

- Sequens  een melodie wordt één of een aantal keren op een andere toonhoogte herhaald.

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
cynthiadings-98 Hogeschool de Kempel
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
35
Lid sinds
5 jaar
Aantal volgers
33
Documenten
6
Laatst verkocht
1 maand geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen