In the best interest of the child – Convention of the rights of the child – Master Orthopedagogiek –
RUG Groningen
Samenvatting Convention of the Rights of the
child (Verdrag inzake de rechten van het kind,
New York, 20-11-1989)
Artikel Onderwerp
1 Kind= Ieder mens jonger dan 18 jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde
recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt.
2 De Staten eerbiedigen en waarborgen de rechten die hierin beschreven staan voor ieder
kind onder hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook. Ze nemen
alle passende maatregelen om het kind hier tegen te beschermen
3 De belangen van het kind vormen de eerste overweging en de Staten verzekeren de
bescherming en de zorg die nodig zijn voor het kind of waarborgen dit als dit door
instellingen, diensten of voorzieningen wordt geregeld.
4. De Staten nemen alle passende maatregelen om de rechten van het kind te
verwezenlijken.
5. De staten eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de ouders of
van de leden van de familie of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, van
wettige voogden of andere verantwoordelijken voor het kind voor het voorzien van
passende leiding en begeleiding bij het uitoefenen van de rechten voor het kind.
6 De Staten erkennen dat ieder kind recht op een leven heeft en de mogelijkheden tot
overleven en ontwikkeling.
7 Het kind wordt direct na de geboorte ingeschreven en heeft vanaf de geboorte het recht
op een naam, een nationaliteit en voor zover mogelijk het kennen van zijn/haar ouders
en door hen te worden verzorgd.
8 De Staten eerbiedigen het recht van het kind om zijn/haar identiteit te behouden
(nationaliteit, naam, familiebetrekkingen). Wanneer dit op onrechtmatige wijze wordt
beroofd, zal de Staten passende bijstand en bescherming bieden
9 De Staten waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn/haar ouders tegen
hun wil, tenzij bevoegde autoriteit in overeenstemming met toepasselijke recht en
procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Alle
betrokken partijen dienen de gelegenheid te krijgen aan de procedures deel te nemen en
hun standpunten te kunnen bespreken..
Bij een scheiding heeft het kind recht op contact met beide ouders, tenzij dit in strijd is
met het belang van het kind. Indien een dergelijke scheiding voortvloeit uit een
maatregel die genomen is door de Staat (bijv. gevangenneming) verstrekt de Staat aan
de ouders, aan het kind of een ander familielid van het kind de noodzakelijke inlichtingen
over waar het afwezige gezinslid bevindt.
10 Aanvragen van een kind of van zijn ouders voor gezinshereniging binnen te gaan of te
verlaten worden door de Staat met welwillendheid, menselijkheid en spoed behandeld.
Een kind voor wie de ouders in verschillende Staten verblijven, heeft et recht op
regelmatige basis, behalve in uitzonderlijke omstandigheden.
11 De Staten nemen maatregelen om ongeoorloofde overbrenging van kinderen naar en het
niet doen terugkeren van kinderen uit het buitenland te bestrijden. Hiertoe mogen zij
bilaterale of multilaterale overeenkomsten sluiten.
12 Kind dat in staat is zijn/haar eigen mening te vormen, heeft het recht die mening vrijelijk
te uiten in alle aangelegenheden die het kind treffen en waaraan passend belang wordt
gehecht. Het kind wordt gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die
het kind betreft.
RUG Groningen
Samenvatting Convention of the Rights of the
child (Verdrag inzake de rechten van het kind,
New York, 20-11-1989)
Artikel Onderwerp
1 Kind= Ieder mens jonger dan 18 jaar, tenzij volgens het op het kind van toepassing zijnde
recht de meerderjarigheid eerder wordt bereikt.
2 De Staten eerbiedigen en waarborgen de rechten die hierin beschreven staan voor ieder
kind onder hun rechtsbevoegdheid zonder discriminatie van welke aard ook. Ze nemen
alle passende maatregelen om het kind hier tegen te beschermen
3 De belangen van het kind vormen de eerste overweging en de Staten verzekeren de
bescherming en de zorg die nodig zijn voor het kind of waarborgen dit als dit door
instellingen, diensten of voorzieningen wordt geregeld.
4. De Staten nemen alle passende maatregelen om de rechten van het kind te
verwezenlijken.
5. De staten eerbiedigen de verantwoordelijkheden, rechten en plichten van de ouders of
van de leden van de familie of de gemeenschap al naar gelang het plaatselijk gebruik, van
wettige voogden of andere verantwoordelijken voor het kind voor het voorzien van
passende leiding en begeleiding bij het uitoefenen van de rechten voor het kind.
6 De Staten erkennen dat ieder kind recht op een leven heeft en de mogelijkheden tot
overleven en ontwikkeling.
7 Het kind wordt direct na de geboorte ingeschreven en heeft vanaf de geboorte het recht
op een naam, een nationaliteit en voor zover mogelijk het kennen van zijn/haar ouders
en door hen te worden verzorgd.
8 De Staten eerbiedigen het recht van het kind om zijn/haar identiteit te behouden
(nationaliteit, naam, familiebetrekkingen). Wanneer dit op onrechtmatige wijze wordt
beroofd, zal de Staten passende bijstand en bescherming bieden
9 De Staten waarborgen dat een kind niet wordt gescheiden van zijn/haar ouders tegen
hun wil, tenzij bevoegde autoriteit in overeenstemming met toepasselijke recht en
procedures, beslissen dat deze scheiding noodzakelijk is in het belang van het kind. Alle
betrokken partijen dienen de gelegenheid te krijgen aan de procedures deel te nemen en
hun standpunten te kunnen bespreken..
Bij een scheiding heeft het kind recht op contact met beide ouders, tenzij dit in strijd is
met het belang van het kind. Indien een dergelijke scheiding voortvloeit uit een
maatregel die genomen is door de Staat (bijv. gevangenneming) verstrekt de Staat aan
de ouders, aan het kind of een ander familielid van het kind de noodzakelijke inlichtingen
over waar het afwezige gezinslid bevindt.
10 Aanvragen van een kind of van zijn ouders voor gezinshereniging binnen te gaan of te
verlaten worden door de Staat met welwillendheid, menselijkheid en spoed behandeld.
Een kind voor wie de ouders in verschillende Staten verblijven, heeft et recht op
regelmatige basis, behalve in uitzonderlijke omstandigheden.
11 De Staten nemen maatregelen om ongeoorloofde overbrenging van kinderen naar en het
niet doen terugkeren van kinderen uit het buitenland te bestrijden. Hiertoe mogen zij
bilaterale of multilaterale overeenkomsten sluiten.
12 Kind dat in staat is zijn/haar eigen mening te vormen, heeft het recht die mening vrijelijk
te uiten in alle aangelegenheden die het kind treffen en waaraan passend belang wordt
gehecht. Het kind wordt gehoord in iedere gerechtelijke en bestuurlijke procedure die
het kind betreft.
