WERKEN MET LOGISTIEK
HOOFDSTUK 1: LOGISTIEK IN VOGELVLUCHT
INLEIDING
Wat is logistiek: (!)
Logistiek omvat de organisatie, de planning, de besturing, en de uitvoering van de goederenstroom
vanaf de ontwikkeling en inkoop, via productie en distributie naar de eindafnemer, inclusief de
retourstromen.
• Planning en organisatie: hoeveel mensen dat je nodig hebt, hoelang een productieproces
werkt. Bv het weer (Jupiler) zorgen dat de voorraad vol is, want als het goed weer is gaan ze
dan meer kunnen verkopen.
• Goederenstroom: bv. Grondstof is het product à verkopen of aankopen is de aannemer of
afnemer à voorraadpunt à verpakken (in zakken steken)
• Inclusief retourstromen: terugsturen bv. Afval wordt grondstof of bv. Beschadigde goed bij
een fout gaand proces.
Doel:
Tegen lagen kosten en kapitaalgebruik voldoen aan de behoeften van de markt, teneinde een
langdurige relatie met de klant op te bouwen.
Een marketeer kan logistiek gebruiken om goederen te kunnen verkopen, die beïnvloeden elkaar want
bijvoorbeeld als je op internet een iPhone wilt kopen maar de levertijd is 3 weken dan gaat de
consument het niet online kopen maar direct in de maagzijn, omdat je niet lang wilt wachten. Dus
men kan niet verkopen (marketeer) omdat (logistiek) termijn te lang duurt.
Belang van de sector in België?
• 9000 ondernemingen (waarvan 70% vervoersondernemingen)
• Toegevoegde waarde van 19 miljard euro of 5% van het Belgisch BBP (2014)
• 5 % van de Belgische werkgelegenheid komt van de logistieke sector (2014)
• De Belgische overheid heeft de logistieke sector als “speerpunt sector” gaan noemen.
àbv. Bol.com is de logistiek in Nederland gevestigd omdat de nachtarbeid daar gunstiger
was.
Bv. Toiletpapier:
- School moet weten hoeveel dat hij moet bestellen (FASE 1)
- Bestelling wordt geleverd (FASE 2)
- Voorraad moet er zijn (FASE 3)
- Er moet een systematische verdeling zijn voor toiletpapier (FASE 4)
, 1.1 LOGISTIEKE INN OVATIE
1. Van denken in hubs naar denken in netwerken:
Men is meer in netwerken gaan denken waardoor het logistieke beleid meer
belangrijker is geworden.
2. Van denken in individuele transporten naar logistieke operaties:
De logistieke operatie moet in zijn geheel bekeken worden en niet individueel, er
moet efficiënt gewerkt worden. Je gaat ervoor zorgen dat alle operaties op elkaar
afstemt en zo efficiënt mogelijk is. Bv. Schoendoos moet niet supergroot zijn (niet-
efficiënt)
3. Van denken in optimalisatie per bedrijf naar denken in kernenergie:
Bedrijven maken deel uit van ketens en dat heeft geleid tot focus kernenergie.
Bv. Vandenborre doet een bestelling bij LG:
- Dit gebeurd gestandaardiseerd
- Voor 11u besteld morgen geleverd (hierbij houden)
- Met pallet. Dus verwacht Vandenborre het met een pallet
4. Van denken in logistiek als ondersteunende sector naar logistiek als speerpunt:
10 jaar geleden werd logistiek gezien als ondersteunende sector (transport was enkel
het belangrijkste) nu zijn er duizenden werknemers actief in de logistiek.
2
, 1.2 LOGISTIEKE DEELTRAJECTEN (!)
Rol van Logistiek voor bedrijven
Binnen deze deeltrajecten worden delen van de goederenstroom onderling afgestemd.
Bij inkooplogistiek richt deze afstemming zich voornamelijk op het afsluiten van overeenkomsten
met derden voor het verkrijgen van goederen, alsmede het daadwerkelijk bestellen en verwerven.
Bij het material mangagement gaat het om het plannen en ondersteunen van de goederenstroom bij
binnenkomst tot aan de aflevering van het gerede product.
Daarna neemt het productielogistiek het over om het product uiteindelijk af te leveren op een wijze
zoals met de klant is overeengekomen.
Bij reverse logistiek richt de aandacht zich op de retourstromen. De gehele kringloop moet in die
beschouwing meegenomen worden.
4 deeltrajecten: Black box (!!)
1. Inkoop/aanvoerlogistiek: volledig beheer van het goederenstroom en informatiestroom
vanaf het bestellen van de leveranciers tot dat het aan je winkel staat.
2. Productielogistiek (material mangagement): het gaat hierbij het om het plannen en
ondersteunen van de goederenstroom vanaf de binnenkomst tot aan de aflevering van het
gerede product. Wordt ook material management genoemd.
De vier te onderscheiden subsystemen binnen het material managementsysteem zijn:
• Inkoop/verwerving
• Voorraad beheer grondstoffen, halffabricaten,
hulpmaterialen
• Materials handling
• Productieplanning en besturing
Materials handling heeft betrekking op
- Transport,
- Handling van grondstoffen, hulpmaterialen en halffabricaten
- Handling van gereed product tot aan centraal magazijn.
3
, Verschil:
Material management: Gaat om het plannen en ondersteunen van de goederensteun bij
binnenkoms tot aan de aflevering van het gerede product.
Materials handling: Heeft betrekking op de opslag en het interne transport van grond- en
hulpstoffen, halffabricaten en onderhanden werk.
Productieplanning en -besturing betreft alle activiteiten die niet behoren tot de productie op
zich.
3. Distributielogistiek (physicial distribution management): het uiteindelijke product leveren
aan het klant.
De drie te onderscheiden subsystemen van het fysieke- distributiesysteem van een organisatie:
• Het transport
• Voorraadbeheer gereed product
• Problematiek rond en binnen magazijnen/depots
Rentekosten zijn de kosten die investeringen in voorraden met zich meebrengen. Deze kosten
staan in verband met het vermogen van de aanwezige goederenvoorraden.
4. Reservelogistiek: is het retourstroom van gebruikte producten en verpakkingen.
1.3 LOGISTIEK IN EEN PRODUCTIEOMGEVING
Het doel van productieomgeving is wijzigen van het product in eigen identiteit.
Dit kan door middel van:
• Convergente productie: samenvoeging van verschillende onderdelen tot één enkel
product. Bv. Buizen à wielen à koopdelen à assemblageà fietsen.
• Divergente productie: uit een bepaalde grondstof meerdere producten maken
Bv. Melk die onder andere boter, yoghurt, vla en toetjes oplevert.
Orderdoorlooptijd is de tijd die een producent nodig heeft om een product aan de wensen van de
klant te laten voldoen.
De toegevoegde waarde van een product wordt bepaald door een aantal verschillende factoren:
- arbeid, hulpmiddelen en investeringen.
- ook kan de prijs van toegevoegde halffabricaten een rol spelen.
à Berekening toegevoegde waarde= verkoopwaarde – grondstoffen
Het laten afnemen van het aantal leveranciers wordt leveranciers reductie genoemd. Wanneer een
product pas wordt geleverd als dit echt nodig is wordt de term ‘Just in time’ gebruikt. Het werken
met kapitaalintensieve machines was lange tijd erg populair. Hiervan is men teruggekomen omdat
hierdoor een te grote tussenvoorraad ontstond.
`
4
HOOFDSTUK 1: LOGISTIEK IN VOGELVLUCHT
INLEIDING
Wat is logistiek: (!)
Logistiek omvat de organisatie, de planning, de besturing, en de uitvoering van de goederenstroom
vanaf de ontwikkeling en inkoop, via productie en distributie naar de eindafnemer, inclusief de
retourstromen.
• Planning en organisatie: hoeveel mensen dat je nodig hebt, hoelang een productieproces
werkt. Bv het weer (Jupiler) zorgen dat de voorraad vol is, want als het goed weer is gaan ze
dan meer kunnen verkopen.
• Goederenstroom: bv. Grondstof is het product à verkopen of aankopen is de aannemer of
afnemer à voorraadpunt à verpakken (in zakken steken)
• Inclusief retourstromen: terugsturen bv. Afval wordt grondstof of bv. Beschadigde goed bij
een fout gaand proces.
Doel:
Tegen lagen kosten en kapitaalgebruik voldoen aan de behoeften van de markt, teneinde een
langdurige relatie met de klant op te bouwen.
Een marketeer kan logistiek gebruiken om goederen te kunnen verkopen, die beïnvloeden elkaar want
bijvoorbeeld als je op internet een iPhone wilt kopen maar de levertijd is 3 weken dan gaat de
consument het niet online kopen maar direct in de maagzijn, omdat je niet lang wilt wachten. Dus
men kan niet verkopen (marketeer) omdat (logistiek) termijn te lang duurt.
Belang van de sector in België?
• 9000 ondernemingen (waarvan 70% vervoersondernemingen)
• Toegevoegde waarde van 19 miljard euro of 5% van het Belgisch BBP (2014)
• 5 % van de Belgische werkgelegenheid komt van de logistieke sector (2014)
• De Belgische overheid heeft de logistieke sector als “speerpunt sector” gaan noemen.
àbv. Bol.com is de logistiek in Nederland gevestigd omdat de nachtarbeid daar gunstiger
was.
Bv. Toiletpapier:
- School moet weten hoeveel dat hij moet bestellen (FASE 1)
- Bestelling wordt geleverd (FASE 2)
- Voorraad moet er zijn (FASE 3)
- Er moet een systematische verdeling zijn voor toiletpapier (FASE 4)
, 1.1 LOGISTIEKE INN OVATIE
1. Van denken in hubs naar denken in netwerken:
Men is meer in netwerken gaan denken waardoor het logistieke beleid meer
belangrijker is geworden.
2. Van denken in individuele transporten naar logistieke operaties:
De logistieke operatie moet in zijn geheel bekeken worden en niet individueel, er
moet efficiënt gewerkt worden. Je gaat ervoor zorgen dat alle operaties op elkaar
afstemt en zo efficiënt mogelijk is. Bv. Schoendoos moet niet supergroot zijn (niet-
efficiënt)
3. Van denken in optimalisatie per bedrijf naar denken in kernenergie:
Bedrijven maken deel uit van ketens en dat heeft geleid tot focus kernenergie.
Bv. Vandenborre doet een bestelling bij LG:
- Dit gebeurd gestandaardiseerd
- Voor 11u besteld morgen geleverd (hierbij houden)
- Met pallet. Dus verwacht Vandenborre het met een pallet
4. Van denken in logistiek als ondersteunende sector naar logistiek als speerpunt:
10 jaar geleden werd logistiek gezien als ondersteunende sector (transport was enkel
het belangrijkste) nu zijn er duizenden werknemers actief in de logistiek.
2
, 1.2 LOGISTIEKE DEELTRAJECTEN (!)
Rol van Logistiek voor bedrijven
Binnen deze deeltrajecten worden delen van de goederenstroom onderling afgestemd.
Bij inkooplogistiek richt deze afstemming zich voornamelijk op het afsluiten van overeenkomsten
met derden voor het verkrijgen van goederen, alsmede het daadwerkelijk bestellen en verwerven.
Bij het material mangagement gaat het om het plannen en ondersteunen van de goederenstroom bij
binnenkomst tot aan de aflevering van het gerede product.
Daarna neemt het productielogistiek het over om het product uiteindelijk af te leveren op een wijze
zoals met de klant is overeengekomen.
Bij reverse logistiek richt de aandacht zich op de retourstromen. De gehele kringloop moet in die
beschouwing meegenomen worden.
4 deeltrajecten: Black box (!!)
1. Inkoop/aanvoerlogistiek: volledig beheer van het goederenstroom en informatiestroom
vanaf het bestellen van de leveranciers tot dat het aan je winkel staat.
2. Productielogistiek (material mangagement): het gaat hierbij het om het plannen en
ondersteunen van de goederenstroom vanaf de binnenkomst tot aan de aflevering van het
gerede product. Wordt ook material management genoemd.
De vier te onderscheiden subsystemen binnen het material managementsysteem zijn:
• Inkoop/verwerving
• Voorraad beheer grondstoffen, halffabricaten,
hulpmaterialen
• Materials handling
• Productieplanning en besturing
Materials handling heeft betrekking op
- Transport,
- Handling van grondstoffen, hulpmaterialen en halffabricaten
- Handling van gereed product tot aan centraal magazijn.
3
, Verschil:
Material management: Gaat om het plannen en ondersteunen van de goederensteun bij
binnenkoms tot aan de aflevering van het gerede product.
Materials handling: Heeft betrekking op de opslag en het interne transport van grond- en
hulpstoffen, halffabricaten en onderhanden werk.
Productieplanning en -besturing betreft alle activiteiten die niet behoren tot de productie op
zich.
3. Distributielogistiek (physicial distribution management): het uiteindelijke product leveren
aan het klant.
De drie te onderscheiden subsystemen van het fysieke- distributiesysteem van een organisatie:
• Het transport
• Voorraadbeheer gereed product
• Problematiek rond en binnen magazijnen/depots
Rentekosten zijn de kosten die investeringen in voorraden met zich meebrengen. Deze kosten
staan in verband met het vermogen van de aanwezige goederenvoorraden.
4. Reservelogistiek: is het retourstroom van gebruikte producten en verpakkingen.
1.3 LOGISTIEK IN EEN PRODUCTIEOMGEVING
Het doel van productieomgeving is wijzigen van het product in eigen identiteit.
Dit kan door middel van:
• Convergente productie: samenvoeging van verschillende onderdelen tot één enkel
product. Bv. Buizen à wielen à koopdelen à assemblageà fietsen.
• Divergente productie: uit een bepaalde grondstof meerdere producten maken
Bv. Melk die onder andere boter, yoghurt, vla en toetjes oplevert.
Orderdoorlooptijd is de tijd die een producent nodig heeft om een product aan de wensen van de
klant te laten voldoen.
De toegevoegde waarde van een product wordt bepaald door een aantal verschillende factoren:
- arbeid, hulpmiddelen en investeringen.
- ook kan de prijs van toegevoegde halffabricaten een rol spelen.
à Berekening toegevoegde waarde= verkoopwaarde – grondstoffen
Het laten afnemen van het aantal leveranciers wordt leveranciers reductie genoemd. Wanneer een
product pas wordt geleverd als dit echt nodig is wordt de term ‘Just in time’ gebruikt. Het werken
met kapitaalintensieve machines was lange tijd erg populair. Hiervan is men teruggekomen omdat
hierdoor een te grote tussenvoorraad ontstond.
`
4
