Jaar 2 Gedragswetenschappen
Inhoud
Periode 2.1 De hulpvraag bij neurologische aandoeningen in dagelijks functioneren...........................2
Week 2 Werking van ons brein...........................................................................................................2
Hoorcollege neurologische aandoeningen en ons brein.....................................................................3
Week 3 Stoornissen in de communicatie............................................................................................5
Week 5 stemmingsstoornissen...........................................................................................................8
Week 7 Gedragsverandering............................................................................................................11
, Periode 2.1 De hulpvraag bij neurologische
aandoeningen in dagelijks functioneren
Week 2 Werking van ons brein
Leerdoelen
1. De FIO kan aangeven hoe een Niet Aangeboren Hersenletsel kan ontstaan en wat de
gevolgen hiervan zijn.
2. De FIO kan informatieprocessen van het brein benoemen en weet de werking hiervan.
3. De FIO kan de werking van het geheugen benoemen.
4. De FIO kan de cognitieve functies en de cognitieve stoornissen benoemen.
5. De FIO kan benoemen welke problematieken n.a.v. NAH zich kunnen voordoen.
Voorbereiding
Nu je al iets meer weet over de werking van het brein kun je je ook beter voorstellen wat het effect van
een NAH op de werking van het brein zou kunnen zijn. Maak voor jezelf een lijstje met tips en
aandachtspunten voor een patiënt met een NAH. Waar zou deze patiënt op moeten letten? Wat zou
hem helpen met zijn ADL?
Een niet aangeboren hersenletsel (NAH) bestaat uit 2 soorten:
- Traumatisch hersenletsel
- Niet-traumatisch hersenletsel
Bij een traumatisch hersenletsel is het letsel ontstaan door iets van buitenaf zoals een val of
een harde trap.
Een niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam. Zo kan het komen
door een CVA, infectie, tumor, epilepsie, MS, enz…
In het college
Cognitieve functies
- Aandacht gesprek volgen, lezen en weten waar je bent. Kan je schakelen,
selectief dingen in de gaten houden ondanks prikkels, hoelang kan je je
aandacht houden.
- Oriëntatie persoonlijk, ruimtelijk, tijd
- Geheugen lange en korte termijn, algemene kennis, volgorde van veters
strikken
- Gnosis propriocepsis is onderdeel ervan. Het heeft met zintuigen te maken
en herkennen. Herkennen van geluid/ lichaam als geheel, enz…
- Executieve functie te maken met complexe processen zoals plannen,
organiseren en reguleren van dingen.
- Praxis praktijk, het handelen en uitvoeren van willekeurige beweging.
- Taal schrijven, spreken, vocabulair
- Sociale cognitie als mens in de wereld met interactie met anderen weten
hoe je moet handelen. Snappen hoe iemand het bedoelt. Dus een grap of niet.
- Visuospatiale skills denken in 2 of 3 dimensionaal. Kun je bedenken hoe
ver het weg staat. Blokje getekend en dan in je hoofd uit of in elkaar hebben.
Inhoud
Periode 2.1 De hulpvraag bij neurologische aandoeningen in dagelijks functioneren...........................2
Week 2 Werking van ons brein...........................................................................................................2
Hoorcollege neurologische aandoeningen en ons brein.....................................................................3
Week 3 Stoornissen in de communicatie............................................................................................5
Week 5 stemmingsstoornissen...........................................................................................................8
Week 7 Gedragsverandering............................................................................................................11
, Periode 2.1 De hulpvraag bij neurologische
aandoeningen in dagelijks functioneren
Week 2 Werking van ons brein
Leerdoelen
1. De FIO kan aangeven hoe een Niet Aangeboren Hersenletsel kan ontstaan en wat de
gevolgen hiervan zijn.
2. De FIO kan informatieprocessen van het brein benoemen en weet de werking hiervan.
3. De FIO kan de werking van het geheugen benoemen.
4. De FIO kan de cognitieve functies en de cognitieve stoornissen benoemen.
5. De FIO kan benoemen welke problematieken n.a.v. NAH zich kunnen voordoen.
Voorbereiding
Nu je al iets meer weet over de werking van het brein kun je je ook beter voorstellen wat het effect van
een NAH op de werking van het brein zou kunnen zijn. Maak voor jezelf een lijstje met tips en
aandachtspunten voor een patiënt met een NAH. Waar zou deze patiënt op moeten letten? Wat zou
hem helpen met zijn ADL?
Een niet aangeboren hersenletsel (NAH) bestaat uit 2 soorten:
- Traumatisch hersenletsel
- Niet-traumatisch hersenletsel
Bij een traumatisch hersenletsel is het letsel ontstaan door iets van buitenaf zoals een val of
een harde trap.
Een niet-traumatisch hersenletsel ontstaat door een proces in het lichaam. Zo kan het komen
door een CVA, infectie, tumor, epilepsie, MS, enz…
In het college
Cognitieve functies
- Aandacht gesprek volgen, lezen en weten waar je bent. Kan je schakelen,
selectief dingen in de gaten houden ondanks prikkels, hoelang kan je je
aandacht houden.
- Oriëntatie persoonlijk, ruimtelijk, tijd
- Geheugen lange en korte termijn, algemene kennis, volgorde van veters
strikken
- Gnosis propriocepsis is onderdeel ervan. Het heeft met zintuigen te maken
en herkennen. Herkennen van geluid/ lichaam als geheel, enz…
- Executieve functie te maken met complexe processen zoals plannen,
organiseren en reguleren van dingen.
- Praxis praktijk, het handelen en uitvoeren van willekeurige beweging.
- Taal schrijven, spreken, vocabulair
- Sociale cognitie als mens in de wereld met interactie met anderen weten
hoe je moet handelen. Snappen hoe iemand het bedoelt. Dus een grap of niet.
- Visuospatiale skills denken in 2 of 3 dimensionaal. Kun je bedenken hoe
ver het weg staat. Blokje getekend en dan in je hoofd uit of in elkaar hebben.