,
,To the point samenvatting hst 1 tm 7. Alleen de kernzaken. Zelfde indeling als het boek. In HST 4 is een
stukje van chatgpt gehaald over mentale ziekte en ‘het hogere’; staat duidelijk aangegeven. Heel
interessant
Aan het einde staan 10+ paginas persoonlijke aantekeningen van de (faalangst) colleges o.a. minder
netjes gestructureerd dan de samenvatting, maar prima te begrijpen
Ik heb veel weblinks toegevoegd om meer te lezen over bepaalde onderwerpen; links naar leuke
boeken, artikelen, weblinks e.d.
Hoofdstuk 1: Diagnostiek: het inschatten van mensen
Diagnostiek betreft het systematisch inschatten van personen. In het dagelijks leven beoordelen we
voortdurend situaties en mensen om ons heen, vaak zonder dat we ons daarvan bewust zijn. Op basis van
deze beoordelingen nemen we beslissingen.
Denk aan een student die inschat dat de ene docent minder streng is dan de andere over voorbereiding,
en daarop zijn gedrag aanpast. Op dat moment beoordeel je gedragingen en eigenschappen van
personen: je past psychodiagnostiek toe. Besluitvormingstheorieën geven inzicht in hoe we tot oordelen
en keuzes komen.
1.1 Besluitvormingstheorie (besliskunde)
,Iedereen vormt in zekere zin psychologische oordelen. Mensen hebben opvattingen over het gedrag van
anderen, hun motieven, reacties en persoonlijkheid. Ze proberen vaak vooraf te voorspellen wat iemand
zal doen in een specifieke situatie. Als zo’n voorspelling uitkomt, wijst dat op begrip van de situatie of
persoon. Dit geldt zowel voor alledaags gedrag als voor karaktereigenschappen.
Bij voorspellen zijn altijd twee momenten van belang: het moment waarop je de voorspelling doet (test)
en het moment waarop je toetst of die klopt (criterium). De mate waarin deze twee met elkaar
overeenkomen, zegt iets over de kwaliteit van de voorspelling. Herhaalde voorspellingen zijn
betrouwbaarder te beoordelen dan eenmalige inschattingen, omdat eerdere resultaten als referentie
kunnen dienen.
Zo ontstaat inzicht in hoe accuraat iemand kan voorspellen — dit wordt predictieve validiteit genoemd.
Ook psychologische tests kunnen op deze voorspellende kracht worden beoordeeld.
Beslismatrix toegelicht
Stel: een meteoroloog voorspelt regen. Als het inderdaad regent, spreken we van een Valid Positive (VP).
Wanneer hij regen voorspelt, maar het blijft droog, is dat een False Positive (FP).
Omgekeerd: voorspelt hij droog weer terwijl het toch regent, dan is dat een False Negative (FN). En als hij
droog weer voorspelt en dat blijkt te kloppen, dan is dat een Valid Negative (VN).
De betrouwbaarheid van een voorspeller, of dit nu een persoon, test of procedure is, hangt af van hoe
vaak hij correcte (valide) voorspellingen doet en hoe weinig foutieve.
1.2 Correlaties
Wanneer voorspellingen slechts bestaan uit ja/nee-keuzes, kunnen we de nauwkeurigheid uitdrukken in
percentages (bijvoorbeeld: 80% juist, 20% onjuist). Complexer wordt het als je bijvoorbeeld temperatuur
moet voorspellen. Stel: de voorspelling is 24°C, en het wordt 23°C — dan zit de voorspeller er weliswaar
naast, maar niet ver.
Voor dergelijke continue variabelen gebruiken we een andere maat: de correlatiecoëfficiënt. Deze ligt
tussen 0.00 (geen verband) en 1.00 (perfect verband), en geeft de sterkte van de samenhang tussen twee
variabelen aan.
, In de natuurkunde komen vrijwel perfecte correlaties voor, zoals bij het uitzetten van een metalen staaf
bij temperatuurstijging. De meetpunten liggen dan exact op een rechte lijn — de correlatie is dan 1.00.
In menswetenschappen is dat zelden het geval. Neem lengte en gewicht: gemiddeld geldt dat langere
mensen zwaarder zijn, maar er zijn uitzonderingen. De metingen vormen geen lijn, maar een verspreide
puntengroep: een ‘puntenwolk’.