,
,
,Goede, simpel te lezen samenvatting hele boek. In HST 12 heb ik de berekeningen van ChatGPT gehaald en
screenshots van gemaakt. Perfect te lezen. Ps ik heb niet iedere subkop opgenomen in de literatuurlijst alleen de
belangrijksten of soms alleen de eerste 3 vh hoofdstuk.
Hoofdstuk 1: Betekenis van de bedrijfseconomie
1.1 Economie en bedrijfseconomie
Welvaart betekent in hoeverre mensen tevreden kunnen worden met wat ze willen en de middelen die daarvoor
beschikbaar zijn. De economie onderzoekt hoe mensen beslissingen nemen om hun leven te verbeteren met schaarse
middelen. Bedrijfseconomie zoomt daarbij in op wat individuele bedrijven doen. Hierbij zijn vier belangrijkste
onderdelen:
Financial accounting levert financiële verslagen aan mensen buiten een bedrijf, zoals aandeelhouders of de
belastingdienst.
Management accounting helpt managers binnen een bedrijf keuzes te maken op basis van cijfers.
Financiering kijkt naar de manieren waarop bedrijven geld krijgen – via eigen kapitaal of leningen – en wat
daartegenover staat zoals rente of winstuitkering.
Daarnaast zijn er vakgebieden zoals bedrijfadministratie (registreren van alle financiële en overige gegevens) en
commerciële economie, die zich richt op markt en klantgedrag.
1.2 Bedrijfshuishouding
Een bedrijfshuishouding is een organisatie die zelf producten of diensten maakt en zelf zijn geldzaken regelt.
Productie betekent dat grondstoffen of middelen omgezet worden in iets bruikbaars – het primaire proces.
Hieronder vallen inkomsten als verkoop en uitgaven zoals grondstoffen: deze heten primaire geldstromen.
Daarnaast zijn er secundaire geldstromen, zoals leningen, rente, aflossing of dividend.
Een bedrijf is financieel zelfstandig als het beginbedrag plus inkomsten genoeg is om alle uitgaven te dekken.
Er zijn bedrijven die winst maken (particuliere sector) of door de overheid worden beheerd (overheidsbedrijven).
Maar ook organisaties zonder winstoogmerk (non-profit) of diensten door de overheid zijn over het algemeen niet
volledig financieel onafhankelijk.
, 1.3 Bedrijfstak en bedrijfskolom
Als verschillende bedrijven hetzelfde product maken of dezelfde productiestappen volgen, vormen ze samen een
bedrijfstak.
Een bedrijfskolom ontstaat als je die stappen voor elkaar achter elkaar zet – denk aan grondstoffabrikant →
producent → supermarkt.
1.4 Doelstellingen van organisaties
Organisaties werken volgens een vaste volgorde: eerst stel je een doelstelling op, dan een strategie, daarna vertaalt
dat naar operationele doelen, en tot slot schrijf je alles uit in een ondernemingsplan.
1.5 Concurrentieverhoudingen
Het Porter-model laat zien hoe bedrijven te maken krijgen met concurrentie. Hierbij spelen vijf krachten een rol:
Concurrentie binnen de branche, o.a. aantal spelers, grootte, groei en vaste kosten.
Macht van leveranciers: hoeveel er zijn, of er vervangende zijn, hoe machtig ze zijn.
Macht van afnemers: hoe groot ze zijn, hoeveel ze afnemen en hoe afhankelijk ze zijn.
Substituten: producten of technologieën die hetzelfde doel dienen.
Potentiële toetreders: hoe makkelijk het is voor nieuwe bedrijven om toe te treden (schaal, merk, kapitaal,
distributiekanalen).
Verder zijn er marktvormen: monopolie (één verkoper), oligopolie (enkele grote), monopolistische concurrentie (veel
vergelijkbare aanbieders), en volledige concurrentie (veel aanbieders en vragers).