Samenvatting: Maritiem transport
Hoofdstuk 0 – Inleiding
Notities en aanduidingen bij slides: Zie PowerPoint – Intro Maritiem Transport
MODULE HAVENS
Hoofdstuk 1 – Haven(ontwikkelingen)
Zeewegen
Begrip
Zeewegen = Omvatten oceanen, zeeën, zee-engten/zeestraten en zeekanalen.
- Oceanen Bijvoorbeeld: Grote/Stille Oceaan, Atlantische Oceaan en Indische Oceaan
- Zeeën Bijvoorbeeld: Noordzee, Baltische Zee, Middellandse Zee en Zwarte Zee
- Zee-engten/zeestraten Bijvoorbeeld: Straat van Gibraltar, Bosporus en Sont
o Zee-engten/zeestraten = Nauwe doorgang van de zee tussen 2 landen
- Zeekanalen Bijvoorbeeld: Panamakanaal of Suezkanaal
o Zeekanalen = Kunstmatig aangelegde zeeweg op grondgebied van 1 of meer straten,
waarbij doorvaart van koopvaardijschepen door internationale verdragen is geregeld
Andere relevantie begrippen
Hoge of volle zee/ internationale wateren = Alle delen van de zee buiten territoriale wateren.
- Zee volgens internationaal recht: Alle delen van de oceaan die niet behoren tot de
exclusieve economische zone, de territoriale zee of binnenwateren van een land
Territoriale zee/ territoriale wateren = Gebied waar de kuststaat soevereiniteit uitoefent
(staatsgebied), tot 12 zeemijl uit de kust basislijn.
Aangrenzende zone = Gebied waar de kuststaat beperkte bevoegdheden heeft en inbreuken
op zijn wetgeving mag voorkomen of straffen, tot 12 mijl achter de territoriale wateren
Exclusieve economische zone (EEZ) = Gebied waar de kuststaat het alleenrecht heeft voor de
ontginning van de zee en zeebodem, tot 200 zeemijl uit de kust basislijn.
Continentaal plat = Gebied waar de kuststaat soevereiniteit uitoefent op de exploratie en
exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem een ondergrond ervan.
Zeebedding en ondergrond van de onderwatergebieden, die aan de kust aansluiten, tot ≥ 200
mijl achter de territoriale wateren (tot waar exploitatie mogelijk is).
- Belgisch continentaal plat BCP
Visuele weergave indeling zee: Zie PowerPoint – Module Havens H1 dia’s 11 & 12
Kuststaat = Staat die die maritieme wetten afdwingt op schepen in territoriale wateren
Port state control = Inspectie van buitenlande schepen in nationale havens
- Schepen en uitrusting voldoen aan internationale regels
- Schip bemand en gebruikt wordt in lijn met internationale regels
Vlaggestaat = Staat die regels afdwingt op schepen die onder diens vlag varen; land waarin
een schip geregistreerd is
,Haven
Begrip
Haven = Natuurlijke of kunstmatige aangelegde, veilige ligplaats voor schepen om goederen
te laden/lossen, passagiers in/uit te schepen, reparaties uit te voeren of te schuilen (slecht weer)
- Moet beschutting bieden tegen natuurelementen (wind, golven & stromingen)
- Moet voorzien zijn van nodige installaties voor het doel waarvoor de haven wordt gebruikt
!! Havens zijn tegenwoordig veel meer dan alleen plekken waar verschillende
transportmiddelen samenkomen; ze zijn uitgegroeid tot logistieke knooppunten voor opslag,
toegevoegde waarde logistiek (VAL), data-uitwisseling en meer.
We onderscheiden volgens de Vlaamse havencommissie een zeehaven en binnenhaven:
- Zeehaven = Haven die voornamelijk zeeschepen behandelt
o Sleutelelement in de ontwikkeling van een regio of land (exponentiële creatie van TW)
- Binnenhaven = Haven die voornamelijk binnenschepen behandelt
Functies van een haven
Haven als handelsplaats Vroeger: Haven verbonden met stad en handel
(marktfunctie = verkopen & kopen)
Nu: Aanwezigheid van tussenpersonen,
documentengebruik, en IT zorgen voor:
- Ruimtelijke verschuiving = Markten voor goederen buiten
havengebied
- Temporele verschuiving = Moment van verhandelen valt
niet meer samen met moment van laden/lossen
Haven als overslagfunctie Haven als spil in de transportketen voor fysische overslag
naar andere transportmodi (land, spoor & binnenvaart).
- Nood aan infrastructuur & suprastructuur:
o Infrastructuur = Basisinfrastructuur (dokken) en
uitrustingsinfrastructuur
o Suprastructuur = Loodsen opslagplaatsen en
hefwerktuigen van alle aard, en alle havenstructuren
die niet vallen onder maritieme toegangswegen,
basis- en uitrustingsinfrastructuur en haveninterne
basisinfrastructuur
- Gevolg: Omdat capaciteit en snelheid van verschillende
transportmodi niet altijd op elkaar afgestemd zijn,
ontstaat er automatisch een opslagfunctie in haven:
goederen moeten tijdelijk worden opgeslagen tot ze
verder vervoerd worden
Haven als industrieel- en Jaren ’50: Haven als belangrijke schakel in de industriële
distributiecentrum keten, wat zorgt voor extra functies en groeiend aantal
actoren bij havenwerking :
- Distributiefunctie (door mismatch tussen capaciteit en
tijdstip aanvoer/ afvoer)
- Douane-inspectie
, - Voorbereiding van cargo
Kennis- en Jaren ’80: Strengere kwaliteitseisen waardoor
informatieverlenende functie havengemeenschap meer ICT ontwikkelt:
- 3PL & 4PL kunnen complexe logistieke netwerken/ketens
ontwerpen & beheersen
- Pipeline visibility
- Virtuele markt met online ladingsverwerving
Haven in transitie Om future-proof te blijven moeten havens zich aanpassen
aan vernieuwingen op het gebied van digitalisering,
energietransitie, circulaire economie, innovatie en
duurzaamheid (SDG’s).
Belang van havens
- Zorgen voor werkgelegenheid
- Ondersteunen en versterken de industrie in het achterland (verdere expansie)
- Promoten nationale handel & industrie en hun exportfunctie
- Aantrekkingspolen voor (nieuwe) industrieën
- Verwerven van vreemde deviezen en verbeteren betalingsbalans
- Creëren toegevoegde waarde
- Leveren inkomsten voor de schatkist
Soorten havens
Naar ligging en functie:
- Zeehavens = Liggen aan een zeearm en ontvangen vooral grote zeeschepen
- Getijdehavens = Hebben last van eb en vloed, wat invloed heeft op de toegankelijkheid
- Gesloten havens (natte dokken) = Grote waterdichte bakken waarin het water op
hoogwaterniveau wordt gehouden zodat schepen er continu in blijven drijven
- Aanleghavens = Bedoeld voor bevoorrading, tanken/bunkeren en herstelling van schepen
- Snelheidshavens = Voortuitstekend landpunt met een grotere rotatiesnelheid van schepen
- Overslaghavens (transshipment hubs) = Hebben grote diepgang & tonnage (bv. Singapore)
- Gespecialiseerde havens = Voor specifieke ladingen zoals containers, hout,…
- Massagoederenhavens = Voor bulkgoederen zoals olie, kolen of graan
- Stukgoederhavens = Voor losse, verpakte goederen zoals kratten of pallets
- Wereldhavens = Grote internationale havens met een belangrijke rol in de wereldhandel
Naar beheersvorm:
Havenbeheersmodellen internationaal: 4 types:
- Service port = Publieke infrastructuur, superstructuur & arbeid
- Tool port = Publieke infrastructuur & superstructuur // Private arbeid
- Landlord port = Publieke infrastructuur // Private superstructuur & arbeid BESTE
- Private port = Private infrastructuur, superstructuur & arbeid
Havenbeheersmodellen in Europa: 2 types:
1. Hanseatische en Latijnse traditie (bv. Haven van Antwerpen):
o Publiek bestuur: Havens zijn meestal in handen van de overheid — hetzij op lokaal
niveau (gemeente), hetzij op nationaal niveau
, oCentrale aansturing: Er is 1 centrale overheid die toezicht houdt op meerdere havens
oCoördinatie en investering: Deze centrale overheid bepaalt waar en hoeveel er wordt
geïnvesteerd, en legt soms ook prijzen of tarieven op voor het gebruik van havens
2. Angelsaksische traditie (bv. Hutchison port):
o Lokale of private eigenaars: Havens zijn in handen van lokale autoriteiten of
onafhankelijke trusts, of zijn in handen van private investeerders (zoals private equity)
o Geen centrale aansturing: Elke haven werkt zelfstandig, zonder nationale aansturing
Uitbreiding 1: Belang van de organisatievorm:
- Grote impact op efficiëntie, rendement en ontwikkeling van de haven
- Evenwicht vinden tussen belangen privé sector & overheidsbelangen (Landlord port):
o Geen volledig geprivatiseerde haven: geen garantie om doelstellingen te bereiken
o Geen volledig publieke haven: geen commerciële focus en weinig flexibiliteit
Uitbreiding 2: Doelstellingen van de havenbeheerder:
- Niet focussen op: Winstmaximalisatie
- Wel focussen op:
o Aantrekken van goederenstromen en investeerders met aanvaardbaar rendement
o Werkverschaffing
o Exportfunctie
o Creatie van toegevoegde waarde
Voorbeelden havenbeheerders in België: Zie PowerPoint – Module Havens H1 dia’s 39 tot 44
Uitbreiding 3: Haveninkomsten:
- Concessies = Inkomsten uit de verhuur van gronden (die eigendom is van de
havenbeheerder) aan bedrijven die hun activiteiten daar willen uitvoeren
- Havengelden = Liggeld, meergeld of havenrecht is het geld dat schepen betalen om van
de haven gebruik te maken (aanlegplaatsen, sluizen, vaarwegen,…)
o Afhankelijk van de grootte van het schip
o Afhankelijk van de duur van oponthoud
o Afhankelijk van type vaart (bv. lijnvaart krijgt meestal korting)
Vereisten van een moderne wereldhaven
- Voldoende diepgang
- Snelle en veilige toegang
- Voldoende aanlegplaatsen met gespecialiseerde behandelingsapparatuur
- Goede verbinding met het achterland via weg, spoor of binnenvaartwegen
- Voldoende industrieterreinen
- Soepele havenexploitatie
- Soepele arbeidsregeling (continubehandeling van schepen)
- Aangepaste informatiesystemen
- Goede uitrusting en moderne organisatie
o Voldoende signalisatiesystemen, bakens, boeien, radarinstallaties
o Voldoende dokken en ligplaatsen inclusief diepte en breedte
o Laad- en losmateriaal: kranen, heftrucks, wagens
o Opslagmogelijkheden: loodsen, magazijnen, parkeerplaatsen
o Spooraansluitingen en rangeerstations
o Loodsen en sleepboten
Hoofdstuk 0 – Inleiding
Notities en aanduidingen bij slides: Zie PowerPoint – Intro Maritiem Transport
MODULE HAVENS
Hoofdstuk 1 – Haven(ontwikkelingen)
Zeewegen
Begrip
Zeewegen = Omvatten oceanen, zeeën, zee-engten/zeestraten en zeekanalen.
- Oceanen Bijvoorbeeld: Grote/Stille Oceaan, Atlantische Oceaan en Indische Oceaan
- Zeeën Bijvoorbeeld: Noordzee, Baltische Zee, Middellandse Zee en Zwarte Zee
- Zee-engten/zeestraten Bijvoorbeeld: Straat van Gibraltar, Bosporus en Sont
o Zee-engten/zeestraten = Nauwe doorgang van de zee tussen 2 landen
- Zeekanalen Bijvoorbeeld: Panamakanaal of Suezkanaal
o Zeekanalen = Kunstmatig aangelegde zeeweg op grondgebied van 1 of meer straten,
waarbij doorvaart van koopvaardijschepen door internationale verdragen is geregeld
Andere relevantie begrippen
Hoge of volle zee/ internationale wateren = Alle delen van de zee buiten territoriale wateren.
- Zee volgens internationaal recht: Alle delen van de oceaan die niet behoren tot de
exclusieve economische zone, de territoriale zee of binnenwateren van een land
Territoriale zee/ territoriale wateren = Gebied waar de kuststaat soevereiniteit uitoefent
(staatsgebied), tot 12 zeemijl uit de kust basislijn.
Aangrenzende zone = Gebied waar de kuststaat beperkte bevoegdheden heeft en inbreuken
op zijn wetgeving mag voorkomen of straffen, tot 12 mijl achter de territoriale wateren
Exclusieve economische zone (EEZ) = Gebied waar de kuststaat het alleenrecht heeft voor de
ontginning van de zee en zeebodem, tot 200 zeemijl uit de kust basislijn.
Continentaal plat = Gebied waar de kuststaat soevereiniteit uitoefent op de exploratie en
exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van de zeebodem een ondergrond ervan.
Zeebedding en ondergrond van de onderwatergebieden, die aan de kust aansluiten, tot ≥ 200
mijl achter de territoriale wateren (tot waar exploitatie mogelijk is).
- Belgisch continentaal plat BCP
Visuele weergave indeling zee: Zie PowerPoint – Module Havens H1 dia’s 11 & 12
Kuststaat = Staat die die maritieme wetten afdwingt op schepen in territoriale wateren
Port state control = Inspectie van buitenlande schepen in nationale havens
- Schepen en uitrusting voldoen aan internationale regels
- Schip bemand en gebruikt wordt in lijn met internationale regels
Vlaggestaat = Staat die regels afdwingt op schepen die onder diens vlag varen; land waarin
een schip geregistreerd is
,Haven
Begrip
Haven = Natuurlijke of kunstmatige aangelegde, veilige ligplaats voor schepen om goederen
te laden/lossen, passagiers in/uit te schepen, reparaties uit te voeren of te schuilen (slecht weer)
- Moet beschutting bieden tegen natuurelementen (wind, golven & stromingen)
- Moet voorzien zijn van nodige installaties voor het doel waarvoor de haven wordt gebruikt
!! Havens zijn tegenwoordig veel meer dan alleen plekken waar verschillende
transportmiddelen samenkomen; ze zijn uitgegroeid tot logistieke knooppunten voor opslag,
toegevoegde waarde logistiek (VAL), data-uitwisseling en meer.
We onderscheiden volgens de Vlaamse havencommissie een zeehaven en binnenhaven:
- Zeehaven = Haven die voornamelijk zeeschepen behandelt
o Sleutelelement in de ontwikkeling van een regio of land (exponentiële creatie van TW)
- Binnenhaven = Haven die voornamelijk binnenschepen behandelt
Functies van een haven
Haven als handelsplaats Vroeger: Haven verbonden met stad en handel
(marktfunctie = verkopen & kopen)
Nu: Aanwezigheid van tussenpersonen,
documentengebruik, en IT zorgen voor:
- Ruimtelijke verschuiving = Markten voor goederen buiten
havengebied
- Temporele verschuiving = Moment van verhandelen valt
niet meer samen met moment van laden/lossen
Haven als overslagfunctie Haven als spil in de transportketen voor fysische overslag
naar andere transportmodi (land, spoor & binnenvaart).
- Nood aan infrastructuur & suprastructuur:
o Infrastructuur = Basisinfrastructuur (dokken) en
uitrustingsinfrastructuur
o Suprastructuur = Loodsen opslagplaatsen en
hefwerktuigen van alle aard, en alle havenstructuren
die niet vallen onder maritieme toegangswegen,
basis- en uitrustingsinfrastructuur en haveninterne
basisinfrastructuur
- Gevolg: Omdat capaciteit en snelheid van verschillende
transportmodi niet altijd op elkaar afgestemd zijn,
ontstaat er automatisch een opslagfunctie in haven:
goederen moeten tijdelijk worden opgeslagen tot ze
verder vervoerd worden
Haven als industrieel- en Jaren ’50: Haven als belangrijke schakel in de industriële
distributiecentrum keten, wat zorgt voor extra functies en groeiend aantal
actoren bij havenwerking :
- Distributiefunctie (door mismatch tussen capaciteit en
tijdstip aanvoer/ afvoer)
- Douane-inspectie
, - Voorbereiding van cargo
Kennis- en Jaren ’80: Strengere kwaliteitseisen waardoor
informatieverlenende functie havengemeenschap meer ICT ontwikkelt:
- 3PL & 4PL kunnen complexe logistieke netwerken/ketens
ontwerpen & beheersen
- Pipeline visibility
- Virtuele markt met online ladingsverwerving
Haven in transitie Om future-proof te blijven moeten havens zich aanpassen
aan vernieuwingen op het gebied van digitalisering,
energietransitie, circulaire economie, innovatie en
duurzaamheid (SDG’s).
Belang van havens
- Zorgen voor werkgelegenheid
- Ondersteunen en versterken de industrie in het achterland (verdere expansie)
- Promoten nationale handel & industrie en hun exportfunctie
- Aantrekkingspolen voor (nieuwe) industrieën
- Verwerven van vreemde deviezen en verbeteren betalingsbalans
- Creëren toegevoegde waarde
- Leveren inkomsten voor de schatkist
Soorten havens
Naar ligging en functie:
- Zeehavens = Liggen aan een zeearm en ontvangen vooral grote zeeschepen
- Getijdehavens = Hebben last van eb en vloed, wat invloed heeft op de toegankelijkheid
- Gesloten havens (natte dokken) = Grote waterdichte bakken waarin het water op
hoogwaterniveau wordt gehouden zodat schepen er continu in blijven drijven
- Aanleghavens = Bedoeld voor bevoorrading, tanken/bunkeren en herstelling van schepen
- Snelheidshavens = Voortuitstekend landpunt met een grotere rotatiesnelheid van schepen
- Overslaghavens (transshipment hubs) = Hebben grote diepgang & tonnage (bv. Singapore)
- Gespecialiseerde havens = Voor specifieke ladingen zoals containers, hout,…
- Massagoederenhavens = Voor bulkgoederen zoals olie, kolen of graan
- Stukgoederhavens = Voor losse, verpakte goederen zoals kratten of pallets
- Wereldhavens = Grote internationale havens met een belangrijke rol in de wereldhandel
Naar beheersvorm:
Havenbeheersmodellen internationaal: 4 types:
- Service port = Publieke infrastructuur, superstructuur & arbeid
- Tool port = Publieke infrastructuur & superstructuur // Private arbeid
- Landlord port = Publieke infrastructuur // Private superstructuur & arbeid BESTE
- Private port = Private infrastructuur, superstructuur & arbeid
Havenbeheersmodellen in Europa: 2 types:
1. Hanseatische en Latijnse traditie (bv. Haven van Antwerpen):
o Publiek bestuur: Havens zijn meestal in handen van de overheid — hetzij op lokaal
niveau (gemeente), hetzij op nationaal niveau
, oCentrale aansturing: Er is 1 centrale overheid die toezicht houdt op meerdere havens
oCoördinatie en investering: Deze centrale overheid bepaalt waar en hoeveel er wordt
geïnvesteerd, en legt soms ook prijzen of tarieven op voor het gebruik van havens
2. Angelsaksische traditie (bv. Hutchison port):
o Lokale of private eigenaars: Havens zijn in handen van lokale autoriteiten of
onafhankelijke trusts, of zijn in handen van private investeerders (zoals private equity)
o Geen centrale aansturing: Elke haven werkt zelfstandig, zonder nationale aansturing
Uitbreiding 1: Belang van de organisatievorm:
- Grote impact op efficiëntie, rendement en ontwikkeling van de haven
- Evenwicht vinden tussen belangen privé sector & overheidsbelangen (Landlord port):
o Geen volledig geprivatiseerde haven: geen garantie om doelstellingen te bereiken
o Geen volledig publieke haven: geen commerciële focus en weinig flexibiliteit
Uitbreiding 2: Doelstellingen van de havenbeheerder:
- Niet focussen op: Winstmaximalisatie
- Wel focussen op:
o Aantrekken van goederenstromen en investeerders met aanvaardbaar rendement
o Werkverschaffing
o Exportfunctie
o Creatie van toegevoegde waarde
Voorbeelden havenbeheerders in België: Zie PowerPoint – Module Havens H1 dia’s 39 tot 44
Uitbreiding 3: Haveninkomsten:
- Concessies = Inkomsten uit de verhuur van gronden (die eigendom is van de
havenbeheerder) aan bedrijven die hun activiteiten daar willen uitvoeren
- Havengelden = Liggeld, meergeld of havenrecht is het geld dat schepen betalen om van
de haven gebruik te maken (aanlegplaatsen, sluizen, vaarwegen,…)
o Afhankelijk van de grootte van het schip
o Afhankelijk van de duur van oponthoud
o Afhankelijk van type vaart (bv. lijnvaart krijgt meestal korting)
Vereisten van een moderne wereldhaven
- Voldoende diepgang
- Snelle en veilige toegang
- Voldoende aanlegplaatsen met gespecialiseerde behandelingsapparatuur
- Goede verbinding met het achterland via weg, spoor of binnenvaartwegen
- Voldoende industrieterreinen
- Soepele havenexploitatie
- Soepele arbeidsregeling (continubehandeling van schepen)
- Aangepaste informatiesystemen
- Goede uitrusting en moderne organisatie
o Voldoende signalisatiesystemen, bakens, boeien, radarinstallaties
o Voldoende dokken en ligplaatsen inclusief diepte en breedte
o Laad- en losmateriaal: kranen, heftrucks, wagens
o Opslagmogelijkheden: loodsen, magazijnen, parkeerplaatsen
o Spooraansluitingen en rangeerstations
o Loodsen en sleepboten