Aantal
Onderwerpen
Kennisvragen
Afwijkende standen
Afwijkende liggingen 9
Stuitligging
Uitgezakte delen/navelstreng 1
Uitwendige versie 1
Pijnbestrijding (wel/niet medicamenteus) 3
Onvoldoende- en niet-vorderende ontsluiting 4
Onvoldoende- en niet-vorderende uitdrijving 5
Kunstverlossingen (vaginaal en sectio) 2
Foetale bewaking durante partu 2
Jeuk en dermatosen 2
Bloedverlies en/of buikpijn
− Eerste helft zwangerschap
17
− Tweede helft zwangerschap
− Durante partu (incl. post-placentair)
Buikpijn (niet) gynaecologische oorzaken
3
Uterus/adnex (tumor-benigne), myomen, ovariumcyste, endometriose
Shock 2
Pathologie kraamperiode (maternaal en neonataal)
Borstvoeding in problematische situaties 6
Infecties moeder en kind (durante partu/kraambed) 3
Maternale sterfte 1
Bekkenbodem, bekken, perineum 3
Nacontrole 2
Neonatale problemen 1e levensweek
o.a. basale levensfuncties verstoord; hyperbilirubinemie; congenitale 7
afwijkingen (thuis in het kraambed); serotiniteit; prematuriteit; dismaturiteit
Reanimatie pasgeborene 2
OnVa
Kwalitatief onderzoek - analyseren 2
Screening 3
TOTAAL 80
1
,Inhoud
Herhaling jaar 1 (standen, bekken en baringsmechanisme) ................................................................... 3
Afwijkende standen/liggingen ............................................................................................................... 16
Uitgezakte en voorliggende kleine delen .............................................................................................. 24
Stuitligging ............................................................................................................................................. 26
Uitwendige versie .................................................................................................................................. 36
Vaginale kunstverlossing ....................................................................................................................... 38
Sectio caesarea ...................................................................................................................................... 43
NVO/NVU............................................................................................................................................... 45
Schouderdystocie .................................................................................................................................. 48
Pijnstilling durante partu ....................................................................................................................... 52
Bloedverlies en/of buikpijn eerste helft zwangerschap ........................................................................ 54
Bloedverlies en/of buikpijn tweede helft zwangerschap ...................................................................... 59
Bloedverlies en/of buikpijn durante partu ............................................................................................ 64
Bloedverlies en/of buikpijn in het kraambed ........................................................................................ 72
Gynaecologische aandoeningen ............................................................................................................ 74
Urineweginfecties .................................................................................................................................. 78
Reanimatie neonaat .............................................................................................................................. 80
Maternale resuscitatie........................................................................................................................... 86
OnVa ...................................................................................................................................................... 88
Shock ..................................................................................................................................................... 94
Vruchtwaterembolie .............................................................................................................................. 99
Neonatale problemen 1e levensweek.................................................................................................. 101
Problemen met het bloedvatenstelsel bij de neonaat ........................................................................ 122
Afwijkingen in de groei van de foetus ................................................................................................. 126
Maternale problemen in de kraamperiode ......................................................................................... 129
Psychische problematiek bij de moeder.............................................................................................. 141
Jeuk en dermatosen ............................................................................................................................ 146
Fysiologische huidveranderingen ........................................................................................................ 152
Borstvoeding in problematische situaties ........................................................................................... 154
2
,Herhaling jaar 1 (standen, bekken en baringsmechanisme)
Bekkenvormen
Door middel van inwendig bekkenonderzoek (IBO) kan men indruk verkrijgen van de maten van het
bekken. Bij een gynaecoïde bekken (vrouwelijk bekken) met normale afmetingen:
- Is de linea innominata voor 2/3 te volgen;
- Is het promontorium niet te bereiken;
- Zijn de spinae ischiadicae palpabel als 2
stompe punten;
- Is het sacrum biconcaaf (= aan beide kanten
hol);
- Is de hoek van de arcus pubis > 90ᵒ
3
, Het baringskanaal
Het baringskanaal wordt onder verdeeld in 2 soorten:
1. Het benige baringskanaal:
- Bekkeningang:
Dwars-ovaal van vorm. Het horizontale vlak van de
bekkeningang wordt gevormd door de linea
innominata, het promontorium en de bovenrand
van het os pubis. De voor- achterwaartse afmeting
van dit vlak (conjugata vera) is gem. 11 cm. De
diagonale afmeting is ong. 12 cm en de dwarse
(conjugata diagonalis) is normaal 12-13 cm.
Deze afmetingen hangen af van andere
lichaamsafmetingen;
- Bekkenholte:
Rond van vorm. Ligt tussen de bekkeningang en
bekkenuitgang. Ter hoogte van de spinae
ischiadicae is de bekkenholte het kleinst (10 cm);
- Bekkenuitgang:
Ovaal van vorm en gevormd uit 2 driehoeken. Normaal is
de afmeting van de onderrand van de symfyse tot het os
coccygis 11,5 cm. Als het hoofdje het baringskanaal
passeert gaat het os sacrum iets meer naar dorsaal
draaien. Hierdoor wordt deze afmeting vaak 1,5-2 cm
langer. Als je op je rug ligt of half zit dan kan het os
sacrum die draai niet maken. Dat maakt de uitdrijving
moeilijker.
Het kleine bekken kent een aantal afmetingen:
- Bekkeningang: van bovenrand symfyse naar promontorium;
- Bekkenwijdte: van midden achtervlak symfyse naar 3e sacrale wervel;
- Bekkenengte: van onderrand symfyse naar grens 4e-5e sacrale wervel;
- Bekkenuitgang: van tubera ischii naar sacrococcygeaal gewricht.
4