Traditionele bioprocestechnieken zijn toepassingen die op een emperische manier zijn ontstaan,
zonder of met slechts heel geringe kennis van de betrokken micro-organismen.
Moderne bioprocestechnieken zijn technieken die op basis van kennis zijn ontstaan. Deze zijn vooral
na de jaren ’80 ontstaan.
Er zijn vier marktsectoren te onderscheiden:
1. De traditionele biotechnologische producten als bier, wijn, kaas en yoghurt
2. De industriële bulkproducten zoals bakkersgist, alcohol, antibiotica, organische
zuren, aminozuren en enzymen.
3. Farmaceutische producten zoals diagnostische enzymen, monoclonale
antilichamen, insuline en vaccins.
4. Farmaceutische therapeutica zoals de bloedstollingsfactor VIII
Marktsector 1&2 3 4
Productievolume > 10^6 kg/jaar 10^3 - 10^5 kg/jaar 0.1/100kg/jaar
Type organisme Natuurlijke Recombinante Recombinante micro-organismen
produceerders micro-organismen
Gewenste Relatief laag Hoog/zeer hoog Zeer hoog
zuiverheid
Opbrengst Erg belangrijk Minder belangrijk Onbelangrijk
Kostbepalende 50-90% bepaald 20-50% bepaald Slechts een fractie door
factoren grondstoffen en grondstoffen en grondstoffen en zuiveringskosten.
zuiveringskosten zuiveringskosten Merendeel door de kosten van
ontwikkeling
2. Recombinant DNA technieken
Recombinant DNA technieken zijn technieken waarbij het DNA van een organisme direct wordt
aangepast. Een organisme dat met deze technologie is aangepast, wordt een genetisch
gemodificeerd organisme (GGO) genoemd.
Klonen of kloneren is een kunstmatige wijze van reproductie, waarbij een identieke genetische
kopie van een organisme wordt geproduceerd. Een kloon is een genetisch identieke nakomeling
van één ouder.
Een plasmide is een cirkelvormige streng DNA die zich buiten het chromosomaal DNA bevindt
van sommige eencellige organismen. Met dit DNA kan genetische informatie tussen bacteriën
onderling en zelfs tussen verschillende soorten worden uitgewisseld.
o Ideale plasmide heeft de volgende eigenschappen:
1. Moet in grote aantallen in de cel aanwezig zijn
2. Moet klein zijn
3. Moet een marker bezitten waardoor de gastheer te screenen is op aanwezigheid
van de plasmide (bijv. antibiotica resistentie)
4. Moet een “cleavage site” hebben voor een restrictie endonuclease
Een posttranslationele modificatie is een enzymgekatalyseerde verandering aan een eiwit nadat
het is gesynthetiseerd bij de translatie.
GRAS staat voor Generally Recognized As Safe