Samenvatting The Sociology Of News
Nieuws & Journalistiek 2019
Intro
- Basis element van journalistiek: het helpt de realiteit te construeren;
journalisten schrijven niet alleen over de realiteit, maar creëren het
ook.
- Journalisten werken nu in een complexere wereld dan vroeger -> er
zijn parajournalisten gekomen: dit zijn instituten die ook nieuws
maken en verspreiden.
- Shudson bekijkt de journalistiek vanuit een sociaalwetenschappelijke
hoek.
Hoofdstuk 1: Journalistiek definiëren.
Journalistiek: de praktijk van het regelmatig verspreiden en produceren
van informatie over hedendaagse gebeurtenissen die publiekelijk
interessant en belangrijk zijn.
- Het is een set van instituties (geheel van normen en regels die het
handelen sturen) die (online) continue informatie over en
commentaar op gebeurtenissen publiceren.
- Wordt gepresenteerd als waar en oprecht aan een versnipperend en
anoniem publiek.
- Laat het publiek deelnemen aan een openbare ‘discussie’.
Gevaren voor journalistiek:
1. Fragmentatie van publiek als gevolg van uitbreiding soorten media.
2. Onbelangrijke content als gevolg van commercialisering (niet alles is
publiekelijk belangrijk).
3. Verdienmodel van traditionele media (kranten) niet winstgevend
genoeg vanwege het internet.
Functie journalistiek:
- Communicatie: sociale coördinatie van individuen en groepen
doormiddel van gedeelde symbolen en betekenissen.
Nieuws: is het product van de journalistieke activiteiten en publicaties.
- Het bouwt verwachtingen op van een gemeenschappelijke gedeelde
wereld.
- Het moedigt een progressief tijdsbesef aan.
- Set van sociale, economische, politieke instituties en handelingen.
“Nieuws is het belangrijkste tekstuele systeem in de wereld” (John Hartley)
Schudson -> Nieuws is een dominante kracht geworden in de publieke
constructie van gemeenschappelijke ervaring, en een populaire betekenis
van wat waar en belangrijk is.
, Hoofdstuk 4 – Geschiedenis van nieuws: Amerikaanse Journalistiek
Watergate
Geschiedenis VS:
- Behoefte aan nieuws is fundamenteel voor het bestaan van de
mens.
- Burgerlijke publieke sfeer aan het eind van de 18e eeuw zorgde
ervoor dat men ging discussiëren over publieke zaken doormiddel
van kranten, pamfletten.
- Door de Verlichting (midden tot late 19e eeuw) ontstond kapitalisme:
macht in handen van kleine elite die nieuwsorganisaties in handen
hadden.
- Kranten en romans waren instrumenten van de nationale
samenleving.
- Drukkers waren zakenmannen, bleven weg van de politiek: in 18e
eeuw meer politiek in kranten.
- 19e eeuw: kranten waren onafscheidelijk van de kerk, partij die zij
dienden.
- 1883: democratische revolutie voor kranten: competitie ontstond en
handelsgericht.
- Pluralisme (verschillende opvattingen in 1 samenleving) ontstond in
de pers.
- Objectiviteit ontstond.
Journalistiek was verbonden met de machthebbers, nog geen afhankelijke
groep mensen.
Door de Onafhankelijkheidsstrijd: 1775-1783 ontstond nieuwe
wetgeving:
1791: 1st Amendent: vrijheid van meningsuiting: overheid mag de
burgers niet beperkingen met het geven van kritiek en meningen ->
omslag met het autoritaire systeem van kranten.
Publiek wordt hierdoor breder.
Eind 19e eeuw: opkomst advertentie en journalistiek voor de massa -
> nieuws kreeg kenmerken wat voor het publiek aantrekkelijk werd
(simpeler taalgebruik, grotere titelkoppen en meer cartoons en
illustraties).
Objectiviteit als waarde in het nieuws:
- Men schreef niet meer vanuit een politieke partij
- Efficiëntie: efficiënte vorm van nieuwsvergaring -> ‘wie, wat, waar,
waarom’
Nieuws & Journalistiek 2019
Intro
- Basis element van journalistiek: het helpt de realiteit te construeren;
journalisten schrijven niet alleen over de realiteit, maar creëren het
ook.
- Journalisten werken nu in een complexere wereld dan vroeger -> er
zijn parajournalisten gekomen: dit zijn instituten die ook nieuws
maken en verspreiden.
- Shudson bekijkt de journalistiek vanuit een sociaalwetenschappelijke
hoek.
Hoofdstuk 1: Journalistiek definiëren.
Journalistiek: de praktijk van het regelmatig verspreiden en produceren
van informatie over hedendaagse gebeurtenissen die publiekelijk
interessant en belangrijk zijn.
- Het is een set van instituties (geheel van normen en regels die het
handelen sturen) die (online) continue informatie over en
commentaar op gebeurtenissen publiceren.
- Wordt gepresenteerd als waar en oprecht aan een versnipperend en
anoniem publiek.
- Laat het publiek deelnemen aan een openbare ‘discussie’.
Gevaren voor journalistiek:
1. Fragmentatie van publiek als gevolg van uitbreiding soorten media.
2. Onbelangrijke content als gevolg van commercialisering (niet alles is
publiekelijk belangrijk).
3. Verdienmodel van traditionele media (kranten) niet winstgevend
genoeg vanwege het internet.
Functie journalistiek:
- Communicatie: sociale coördinatie van individuen en groepen
doormiddel van gedeelde symbolen en betekenissen.
Nieuws: is het product van de journalistieke activiteiten en publicaties.
- Het bouwt verwachtingen op van een gemeenschappelijke gedeelde
wereld.
- Het moedigt een progressief tijdsbesef aan.
- Set van sociale, economische, politieke instituties en handelingen.
“Nieuws is het belangrijkste tekstuele systeem in de wereld” (John Hartley)
Schudson -> Nieuws is een dominante kracht geworden in de publieke
constructie van gemeenschappelijke ervaring, en een populaire betekenis
van wat waar en belangrijk is.
, Hoofdstuk 4 – Geschiedenis van nieuws: Amerikaanse Journalistiek
Watergate
Geschiedenis VS:
- Behoefte aan nieuws is fundamenteel voor het bestaan van de
mens.
- Burgerlijke publieke sfeer aan het eind van de 18e eeuw zorgde
ervoor dat men ging discussiëren over publieke zaken doormiddel
van kranten, pamfletten.
- Door de Verlichting (midden tot late 19e eeuw) ontstond kapitalisme:
macht in handen van kleine elite die nieuwsorganisaties in handen
hadden.
- Kranten en romans waren instrumenten van de nationale
samenleving.
- Drukkers waren zakenmannen, bleven weg van de politiek: in 18e
eeuw meer politiek in kranten.
- 19e eeuw: kranten waren onafscheidelijk van de kerk, partij die zij
dienden.
- 1883: democratische revolutie voor kranten: competitie ontstond en
handelsgericht.
- Pluralisme (verschillende opvattingen in 1 samenleving) ontstond in
de pers.
- Objectiviteit ontstond.
Journalistiek was verbonden met de machthebbers, nog geen afhankelijke
groep mensen.
Door de Onafhankelijkheidsstrijd: 1775-1783 ontstond nieuwe
wetgeving:
1791: 1st Amendent: vrijheid van meningsuiting: overheid mag de
burgers niet beperkingen met het geven van kritiek en meningen ->
omslag met het autoritaire systeem van kranten.
Publiek wordt hierdoor breder.
Eind 19e eeuw: opkomst advertentie en journalistiek voor de massa -
> nieuws kreeg kenmerken wat voor het publiek aantrekkelijk werd
(simpeler taalgebruik, grotere titelkoppen en meer cartoons en
illustraties).
Objectiviteit als waarde in het nieuws:
- Men schreef niet meer vanuit een politieke partij
- Efficiëntie: efficiënte vorm van nieuwsvergaring -> ‘wie, wat, waar,
waarom’