Inhoudsopgave
CONTROLEOPDRACHTEN...................................................................... 2
1. REGELGEVING VOOR ACCOUNTANTS...........................................................2
2. KLANTACCEPTATIE...............................................................................2
3. OPDRACHTACCEPTATIE..........................................................................6
4. MATERIALITEIT....................................................................................7
5. FRAUDE (STD. 240, WTA, BTA) EN ONWETTIG HANDELEN (STD. 250)..............8
6. CONTROLE-INFORMATIE (STD. 500)........................................................10
BIJZONDERE OPDRACHTEN................................................................. 11
1. STD. 510 – INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN – BEGINSALDI...........................11
2. STD. 800 – CONTROLE I.O.M. STELSELS VOOR BIJZONDERE DOELEINDEN...........13
3. STD. 805 – CONTROLE VAN ENKEL FINANCIEEL OVERZICHT OF ELEMENTEN,
REKENINGEN, POSTEN VAN EEN FINANCIEEL OVERZICHT.....................................14
4. STD. 810 – OPDRACHTEN OM TE RAPPORTEREN OVER SAMENGEVATTE FINANCIËLE
OVERZICHTEN.......................................................................................15
5. STD. 3000A EN 3000D – ASSURANCEOPDRACHTEN ANDERS DAN CONTROLE OF
BEOORDELING VAN HISTORISCHE INFORMATIE.................................................17
6. STD. 3400 – ONDERZOEK VAN TOEKOMSTGERICHTE FINANCIËLE INFORMATIE......19
7. STD. 3402 – ASSURANCERAPPORTEN OVER BEHEERSINGSMAATREGELEN...........21
8. STD. 3410 – ASSURANCEOPDRACHTEN INZAKE EMISSIEVERSLAGEN..................22
9. STD. 3810N – ASSURANCEOPDRACHTEN DUURZAAMHEIDSVERSLAGEN..............25
,CONTROLEOPDRACHTEN
1. Regelgeving voor accountants
Wet op het accoutantsberoep: hierin zijn de taak en de rechten, verplichtingen, en de bevoegdheden
van de beroepsorganisatie geregeld.
Wet toezicht accountantsorganisaties: deze wet en het daarop gebaseerde besluit toezicht
accountantsorganisaties bevatten de normen waaraan accountantsorganisaties moeten voldoen.
Er zijn 3 soorten kwaliteitsonderzoeken:
Periodiek onderzoek: een keer in de 6 jaar komt bij ieder accountantskantoor een periodiek
onderzoek
Thematisch onderzoek: is een onderzoek naar een aspect van de beroepsuitoefening
bijvoorbeeld als er nieuwe regelgeving is.
Incidenten onderzoek: geïnitieerd op basis van signalen uit het maatschappelijk verkeer.
2. Klantacceptatie
Wet- en regelgeving
Wwft NV Noclar Stramien
NVKS Vio
VGBA Std. 2400/800 etc
Wwft-checklist
Voordat je een geïnteresseerd persoon of bedrijf opneemt in je cliëntenbestand, moet je een controle
uitvoeren. Die controle doe je als je organisatie verplicht is om de Wwft na te leven. Daarvan leg je
een dossier aan dat uit vele onderdelen bestaat. Daarom hebben we ze hieronder overzichtelijk op
een rij gezet als Wwft-checklist. Gebruik deze als stappenplan voor het accepteren en monitoren van
cliënten.
1. Identificeer de cliënt
Bij een Wwft check begin je altijd met het identificeren van de cliënt en de eventuele
vertegenwoordigers. Hiervoor vraag je naar de persoonsgegevens, zoals de naam, het adres, de
woonplaats en de geboortedatum. Voor zakelijke cliënten leg je onder andere deze gegevens vast:
Statutaire naam Rechtsvorm KvK-nummer
Handelsnaam Adres, postcode en land
2. Controleer de gegevens
Zodra je alle gegevens hebt verzameld, moet je ze controleren. Dat doe je bij natuurlijke personen
door de identiteitsbewijzen te checken en een kopie toe te voegen aan het dossier. Bij organisaties
controleer je het uittreksel uit het Handelsregister. Vermeld daarbij dat je het origineel hebt gezien en
gecontroleerd. Op die manier weet je zeker dat de gegevens kloppen.
3. Achterhaal de UBO
Daarnaast moet je bij bedrijven de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) achterhalen. Dat zijn
personen die meer dan 25% van de aandelen van de organisatie bezitten. Je kunt de UBO verifiëren
door een verklaring te laten ondertekenen over de juistheid van de UBO. Ook is het belangrijk om
onafhankelijke databronnen te raadplegen. Denk aan het UBO-register en dataleveranciers van
bedrijfsinformatie zoals Company.info. Op deze manier kunnen kwaadwillende mensen zich niet
, anoniem achter een bedrijf verschuilen. Ook controleer je of de UBO een Politically Exposed Person
(PEP) is of hier associaties mee heeft. En je doet een check op sanctielijsten.
4. Bepaal het risico
Nadat de identiteit van de (potentiële) cliënt is geverifieerd, moet deze worden geclassificeerd in een
risicocategorie. In de praktijk worden de volgende risicocategorieën gebruikt voor het inschatten van
de risico’s:
Laag Hoog
Normaal Onacceptabel
Voor het indelen in een risicocategorie houd je rekening met de cliëntenrisicofactoren, de product-,
transactie-, leveringskanaal- en dienstrisicofactoren en de geografische risicofactoren.
Welk Wwft-cliëntenonderzoek je uitvoert voor cliëntacceptatie of -monitoring, hangt af van de
risicocategorie waarin je een cliënt classificeert: laag, normaal of hoog. Hoe hoger de risico’s, hoe
meer maatregelen je moet nemen om deze te beheersen. Om te bepalen in welke risicocategorie een
cliënt valt, doe je dus eerst een risicoclassificatie. Hierbij moet je in ieder geval rekening houden met
de risicofactoren uit bijlage II en III van de Vierde Anti-witwasrichtlijn:
Cliëntgebonden risico’s
Bijvoorbeeld rechtspersonen met een complexe groepsstructuur en cliënten in branches die vaak te
maken hebben met witwassen. Denk aan horeca, bordelen, massagesalons, toko’s en coffeeshops.
Product-, dienst- en transactierisico’s
Het gaat er hier om hoe groot de kans is dat een cliënt misbruik maakt van het product. Dit geldt zowel
voor de levering van je product of dienst als de werkzaamheden van de cliënt.
Leveringskanaalgebonden risico’s
Het gaat hier vooral om de manier waarop een bedrijf contact heeft met klanten en hoe producten
worden aangeboden.
Geografische risico’s
Dit zijn ook wel landenrisico’s. Hierbij kijk je naar het land van herkomst en het land waar de cliënt
gevestigd is. De FATF en EU hebben een lijst met hoog risicolanden aangewezen.
5. Voer het cliëntenonderzoek uit
Een belangrijk onderdeel van de Wwft-check is het cliëntenonderzoek. Op basis van de risicocategorie
voer je het passende cliëntenonderzoek uit. Er zijn 3 soorten cliëntenonderzoek:
1. Standaard onderzoek. Dit voer je uit als de relatie een normaal risico vormt.
2. Vereenvoudigd onderzoek. Deze vorm is voor cliënten met een laag risico.
3. Verscherpt onderzoek. Dat doe je bij relaties met een hoog risico.
Alle details over de inhoud van de verschillende onderzoeken vind je op de aparte pagina over
het Wwft cliëntonderzoek. De resultaten voeg je aan het dossier toe in de vorm van screenshots of
een afgewerkte Wwft-checklist.
1. Standaard cliëntenonderzoek Wwft (bij normaal risico)
Valt een cliënt in de risicocategorie ‘normaal’, dan voer je een standaard cliëntenonderzoek uit. Deze
bestaat uit de volgende stappen:
CONTROLEOPDRACHTEN...................................................................... 2
1. REGELGEVING VOOR ACCOUNTANTS...........................................................2
2. KLANTACCEPTATIE...............................................................................2
3. OPDRACHTACCEPTATIE..........................................................................6
4. MATERIALITEIT....................................................................................7
5. FRAUDE (STD. 240, WTA, BTA) EN ONWETTIG HANDELEN (STD. 250)..............8
6. CONTROLE-INFORMATIE (STD. 500)........................................................10
BIJZONDERE OPDRACHTEN................................................................. 11
1. STD. 510 – INITIËLE CONTROLEOPDRACHTEN – BEGINSALDI...........................11
2. STD. 800 – CONTROLE I.O.M. STELSELS VOOR BIJZONDERE DOELEINDEN...........13
3. STD. 805 – CONTROLE VAN ENKEL FINANCIEEL OVERZICHT OF ELEMENTEN,
REKENINGEN, POSTEN VAN EEN FINANCIEEL OVERZICHT.....................................14
4. STD. 810 – OPDRACHTEN OM TE RAPPORTEREN OVER SAMENGEVATTE FINANCIËLE
OVERZICHTEN.......................................................................................15
5. STD. 3000A EN 3000D – ASSURANCEOPDRACHTEN ANDERS DAN CONTROLE OF
BEOORDELING VAN HISTORISCHE INFORMATIE.................................................17
6. STD. 3400 – ONDERZOEK VAN TOEKOMSTGERICHTE FINANCIËLE INFORMATIE......19
7. STD. 3402 – ASSURANCERAPPORTEN OVER BEHEERSINGSMAATREGELEN...........21
8. STD. 3410 – ASSURANCEOPDRACHTEN INZAKE EMISSIEVERSLAGEN..................22
9. STD. 3810N – ASSURANCEOPDRACHTEN DUURZAAMHEIDSVERSLAGEN..............25
,CONTROLEOPDRACHTEN
1. Regelgeving voor accountants
Wet op het accoutantsberoep: hierin zijn de taak en de rechten, verplichtingen, en de bevoegdheden
van de beroepsorganisatie geregeld.
Wet toezicht accountantsorganisaties: deze wet en het daarop gebaseerde besluit toezicht
accountantsorganisaties bevatten de normen waaraan accountantsorganisaties moeten voldoen.
Er zijn 3 soorten kwaliteitsonderzoeken:
Periodiek onderzoek: een keer in de 6 jaar komt bij ieder accountantskantoor een periodiek
onderzoek
Thematisch onderzoek: is een onderzoek naar een aspect van de beroepsuitoefening
bijvoorbeeld als er nieuwe regelgeving is.
Incidenten onderzoek: geïnitieerd op basis van signalen uit het maatschappelijk verkeer.
2. Klantacceptatie
Wet- en regelgeving
Wwft NV Noclar Stramien
NVKS Vio
VGBA Std. 2400/800 etc
Wwft-checklist
Voordat je een geïnteresseerd persoon of bedrijf opneemt in je cliëntenbestand, moet je een controle
uitvoeren. Die controle doe je als je organisatie verplicht is om de Wwft na te leven. Daarvan leg je
een dossier aan dat uit vele onderdelen bestaat. Daarom hebben we ze hieronder overzichtelijk op
een rij gezet als Wwft-checklist. Gebruik deze als stappenplan voor het accepteren en monitoren van
cliënten.
1. Identificeer de cliënt
Bij een Wwft check begin je altijd met het identificeren van de cliënt en de eventuele
vertegenwoordigers. Hiervoor vraag je naar de persoonsgegevens, zoals de naam, het adres, de
woonplaats en de geboortedatum. Voor zakelijke cliënten leg je onder andere deze gegevens vast:
Statutaire naam Rechtsvorm KvK-nummer
Handelsnaam Adres, postcode en land
2. Controleer de gegevens
Zodra je alle gegevens hebt verzameld, moet je ze controleren. Dat doe je bij natuurlijke personen
door de identiteitsbewijzen te checken en een kopie toe te voegen aan het dossier. Bij organisaties
controleer je het uittreksel uit het Handelsregister. Vermeld daarbij dat je het origineel hebt gezien en
gecontroleerd. Op die manier weet je zeker dat de gegevens kloppen.
3. Achterhaal de UBO
Daarnaast moet je bij bedrijven de uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s) achterhalen. Dat zijn
personen die meer dan 25% van de aandelen van de organisatie bezitten. Je kunt de UBO verifiëren
door een verklaring te laten ondertekenen over de juistheid van de UBO. Ook is het belangrijk om
onafhankelijke databronnen te raadplegen. Denk aan het UBO-register en dataleveranciers van
bedrijfsinformatie zoals Company.info. Op deze manier kunnen kwaadwillende mensen zich niet
, anoniem achter een bedrijf verschuilen. Ook controleer je of de UBO een Politically Exposed Person
(PEP) is of hier associaties mee heeft. En je doet een check op sanctielijsten.
4. Bepaal het risico
Nadat de identiteit van de (potentiële) cliënt is geverifieerd, moet deze worden geclassificeerd in een
risicocategorie. In de praktijk worden de volgende risicocategorieën gebruikt voor het inschatten van
de risico’s:
Laag Hoog
Normaal Onacceptabel
Voor het indelen in een risicocategorie houd je rekening met de cliëntenrisicofactoren, de product-,
transactie-, leveringskanaal- en dienstrisicofactoren en de geografische risicofactoren.
Welk Wwft-cliëntenonderzoek je uitvoert voor cliëntacceptatie of -monitoring, hangt af van de
risicocategorie waarin je een cliënt classificeert: laag, normaal of hoog. Hoe hoger de risico’s, hoe
meer maatregelen je moet nemen om deze te beheersen. Om te bepalen in welke risicocategorie een
cliënt valt, doe je dus eerst een risicoclassificatie. Hierbij moet je in ieder geval rekening houden met
de risicofactoren uit bijlage II en III van de Vierde Anti-witwasrichtlijn:
Cliëntgebonden risico’s
Bijvoorbeeld rechtspersonen met een complexe groepsstructuur en cliënten in branches die vaak te
maken hebben met witwassen. Denk aan horeca, bordelen, massagesalons, toko’s en coffeeshops.
Product-, dienst- en transactierisico’s
Het gaat er hier om hoe groot de kans is dat een cliënt misbruik maakt van het product. Dit geldt zowel
voor de levering van je product of dienst als de werkzaamheden van de cliënt.
Leveringskanaalgebonden risico’s
Het gaat hier vooral om de manier waarop een bedrijf contact heeft met klanten en hoe producten
worden aangeboden.
Geografische risico’s
Dit zijn ook wel landenrisico’s. Hierbij kijk je naar het land van herkomst en het land waar de cliënt
gevestigd is. De FATF en EU hebben een lijst met hoog risicolanden aangewezen.
5. Voer het cliëntenonderzoek uit
Een belangrijk onderdeel van de Wwft-check is het cliëntenonderzoek. Op basis van de risicocategorie
voer je het passende cliëntenonderzoek uit. Er zijn 3 soorten cliëntenonderzoek:
1. Standaard onderzoek. Dit voer je uit als de relatie een normaal risico vormt.
2. Vereenvoudigd onderzoek. Deze vorm is voor cliënten met een laag risico.
3. Verscherpt onderzoek. Dat doe je bij relaties met een hoog risico.
Alle details over de inhoud van de verschillende onderzoeken vind je op de aparte pagina over
het Wwft cliëntonderzoek. De resultaten voeg je aan het dossier toe in de vorm van screenshots of
een afgewerkte Wwft-checklist.
1. Standaard cliëntenonderzoek Wwft (bij normaal risico)
Valt een cliënt in de risicocategorie ‘normaal’, dan voer je een standaard cliëntenonderzoek uit. Deze
bestaat uit de volgende stappen: