Verkeers- en vervoersplanologie les 1
Invloed ruimtelijke ordering op mobiliteit
Invloed mobiliteit op ruimtelijke ordening
Wat leer je bij verkeers-en vervoersplanologie?
- Hoe met ruimtelijke ingrepen invloed uitoefenen op mobiliteit
- Optimale mobiliteit dankzij ruimtelijke ingrepen
- Ruimtelijke kwaliteit verbeteren met ingrepen in mobiliteit
- Aantrekkelijker ruimtegebruik dankzij mobiliteit?
Doel ->
Inzicht verkrijgen in de samenhang en wisselwerking tussen ruimte en mobiliteit
Waarom? Ladder van Verdaas (mobiliteitsladder)
De relatie tussen ruimte en mobiliteit
Zijn het ruimtelijke ontwikkelingen die de ontwikkeling van vervoerssystemen
bepalen, of omgekeerd?
Ruimte – mobiliteit feedback cyclus
Verkeers- en vervoerssystemen; de aanwezige infrastructuur beinvloed direct
de bereikbaarheid van verschillende plekken
Bereikbaarheid; de bereikbaarheid van een plek bepaalt deels de locatie van
ruimtelijke ontwikkelingen en functies
,Grondgebruik; de verdeling van functies over de ruimte bepaald waar mensen
hun activiteiten ondernemen
Locaties van activiteiten; de activiteiten van mensen en hun ruimtelijke
organisatie bepalen voor een groot deel de vraag naar een type mobiliteit en
daarmee de vraag naar infrastructuur
Locaties van activiteiten -> behoeften en keuze mogelijkheden ->
Economie, demografie, sociaal en cultureel, milieu en leefbaarheid, technologie
(maatschappelijke ontwikkelingen)
Hoofdstuk 1.1 t/m 1.6
Verkeers- en vervoerssystemen omvatten zowel de mobiliteitspatronen als het
aanbod en de kwaliteit van wegen, spoor en waterinfrastructuur.
Grondgebruik betreft niet alleen de fysieke ruimtelijke verschijningsvorm van
grond (woongebied, agrarisch) maar ook de locaties van gebouwen. Daarnaast
gaat het om de ruimtelijke structuur van gebieden. Grondgebruik bepaalt de
ruimtelijke verdeling van activiteiten
Bereikbaarheid is de combinatie van de hoeveelheid tijd, kosten en moeite die
het kost om van de ene plek naar de andere te komen en de hoeveelheid
activiteiten die op deze plek te vinden zijn.
Bereikbaarheid is een factor van betekenis voor vastgoedbedrijven om
ergens te willen bouwen en voor huishoudens en bedrijven om zich ergens
te willen vestigen. Bereikbaarheid is dus van invloed op grondgebruik
De locaties van activiteiten (waar mensen wonen, werken, winkelen en
recreëren) hebben effect op het verplaatsingsgedrag van mensen. De
verplaatsingsafstand (afstand die moet worden afgelegd naar de activiteit) is van
invloed op de vervoerswijskeuze.
Overheden beïnvloeden deze cirkel door verkeers- en vervoersbeleid en
ruimtelijke ordeningsbeleid te voeren;
- Verkeers- en vervoersbeleid; grijpt direct in op verkeers- en
vervoerssystemen. (infrastructuurbeleid en anders beleid)
- Ruimtelijkeordeningsbeleid; beïnvloeden door financiële instrumenten en
wet en regelgeving het grondgebruik en daarmee de locaties van
gebouwen en activiteiten.
Verplaatsingsbehoeften en keuzemogelijkheden zijn sterk individueel bepaald.
Afhankelijk van;
- Inkomen
- Opleidingsniveau
- Autobezit
- Gezondheid
Ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in verkeers- en vervoerssystemen
vinden plaats in een wisselwerking met de maatschappelijke context.
Relevante maatschappelijke ontwikkelingen buiten de cirkel; economische,
demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen, milieu en leefbaarheid
en techniek
, Verkeers- en vervoersystemen
1. Het geheel van mobiliteitspatronen van personen en goederen
2. Het aanbod van infrastructuur, vervoersmiddelen en vervoersdiensten
3. De afstemming van vraag en aanbod
De kwaliteit van het verkeers- en vervoerssysteem komt tot uiting in de term
reisweerstand.
De belangrijkste indicatoren voor het beschrijven van individuele
mobiliteitspatronen: (individueel verplaatsingsgedrag)
- Aantal verplaatsingen per persoon per dag
- Afgelegde verplaatsingsafstand per persoon per dag
- De hoeveelheid tijd besteed aan verplaatsingen per dag
- De gebruikte vervoersmiddelen bij verplaatsing. Multimodale verplaatsing;
verschillende vervoerswijzen
- Het aantal ketenverplaatsingen (diverse verplaatsingen worden gemaakt
zonder terug te gaan naar de plek van herkomst)
Mobiliteitspatronen in een stad of stedelijke regio kunnen worden beschreven
door generieke indicatoren:
- Verkeersintensiteiten
- Het aantal voertuigkilometers
- De gemiddelde snelheid
- Modal split
- Ruimtelijke verdeling; verdeling van de verplaatsingen over relaties van de
periferie naar het stadscentrum
- Tijdspatronen; de spreiding van het verkeer over de dag
Grondgebruik
De fysieke locatie van bepaalde typen grondgebruik, inclusief infrastructuur voor
auto, openbaar vervoer of andere vervoerswijzen en gebouwen.
- Dichtheden; bijv. het aantal woningen per hectare
- Functiemening; hoeveel verschillende grondgebruik functies en ruimtelijke
structuur
Formele ruimtelijke structuur; samenhang in de fysieke ruimtelijke
verschijningsvorm (landkaart)
- Aantal activiteitenplaatsen, onderlinge positionering en hiërarchie,
kwaliteit van infrastructuurnetwerken
Functionele ruimtelijke structuur; hoe de locaties van activiteiten zijn verdeeld
over de verschillende gebieden of kernen
Functionele ruimtelijke samenhang; beschrijft de relaties en interacties tussen de
verschillende kernen, zoals woon-werkrelaties (dit past ook bij verkeers- en
vervoerssystemen)
Bereikbaarheid
De combinatie van de hoeveelheid tijd, kosten en moeite die het kost om van de
ene plek naar de andere te komen en de hoeveelheid activiteiten die op deze
plek te vinden zijn. (combinatie reisweerstand en nabijheid)
Bereikbaarheidsindicator; de gemiddelde snelheid, hemelsbreed gemeten, die
men nodig heeft om een locatie te bereiken
Vanuit het perspectief van personen en huishoudens dat in deze publicatie
centraal staat, kan bereikbaarheid worden omschreven als de mate waarin
Invloed ruimtelijke ordering op mobiliteit
Invloed mobiliteit op ruimtelijke ordening
Wat leer je bij verkeers-en vervoersplanologie?
- Hoe met ruimtelijke ingrepen invloed uitoefenen op mobiliteit
- Optimale mobiliteit dankzij ruimtelijke ingrepen
- Ruimtelijke kwaliteit verbeteren met ingrepen in mobiliteit
- Aantrekkelijker ruimtegebruik dankzij mobiliteit?
Doel ->
Inzicht verkrijgen in de samenhang en wisselwerking tussen ruimte en mobiliteit
Waarom? Ladder van Verdaas (mobiliteitsladder)
De relatie tussen ruimte en mobiliteit
Zijn het ruimtelijke ontwikkelingen die de ontwikkeling van vervoerssystemen
bepalen, of omgekeerd?
Ruimte – mobiliteit feedback cyclus
Verkeers- en vervoerssystemen; de aanwezige infrastructuur beinvloed direct
de bereikbaarheid van verschillende plekken
Bereikbaarheid; de bereikbaarheid van een plek bepaalt deels de locatie van
ruimtelijke ontwikkelingen en functies
,Grondgebruik; de verdeling van functies over de ruimte bepaald waar mensen
hun activiteiten ondernemen
Locaties van activiteiten; de activiteiten van mensen en hun ruimtelijke
organisatie bepalen voor een groot deel de vraag naar een type mobiliteit en
daarmee de vraag naar infrastructuur
Locaties van activiteiten -> behoeften en keuze mogelijkheden ->
Economie, demografie, sociaal en cultureel, milieu en leefbaarheid, technologie
(maatschappelijke ontwikkelingen)
Hoofdstuk 1.1 t/m 1.6
Verkeers- en vervoerssystemen omvatten zowel de mobiliteitspatronen als het
aanbod en de kwaliteit van wegen, spoor en waterinfrastructuur.
Grondgebruik betreft niet alleen de fysieke ruimtelijke verschijningsvorm van
grond (woongebied, agrarisch) maar ook de locaties van gebouwen. Daarnaast
gaat het om de ruimtelijke structuur van gebieden. Grondgebruik bepaalt de
ruimtelijke verdeling van activiteiten
Bereikbaarheid is de combinatie van de hoeveelheid tijd, kosten en moeite die
het kost om van de ene plek naar de andere te komen en de hoeveelheid
activiteiten die op deze plek te vinden zijn.
Bereikbaarheid is een factor van betekenis voor vastgoedbedrijven om
ergens te willen bouwen en voor huishoudens en bedrijven om zich ergens
te willen vestigen. Bereikbaarheid is dus van invloed op grondgebruik
De locaties van activiteiten (waar mensen wonen, werken, winkelen en
recreëren) hebben effect op het verplaatsingsgedrag van mensen. De
verplaatsingsafstand (afstand die moet worden afgelegd naar de activiteit) is van
invloed op de vervoerswijskeuze.
Overheden beïnvloeden deze cirkel door verkeers- en vervoersbeleid en
ruimtelijke ordeningsbeleid te voeren;
- Verkeers- en vervoersbeleid; grijpt direct in op verkeers- en
vervoerssystemen. (infrastructuurbeleid en anders beleid)
- Ruimtelijkeordeningsbeleid; beïnvloeden door financiële instrumenten en
wet en regelgeving het grondgebruik en daarmee de locaties van
gebouwen en activiteiten.
Verplaatsingsbehoeften en keuzemogelijkheden zijn sterk individueel bepaald.
Afhankelijk van;
- Inkomen
- Opleidingsniveau
- Autobezit
- Gezondheid
Ruimtelijke ontwikkelingen en ontwikkelingen in verkeers- en vervoerssystemen
vinden plaats in een wisselwerking met de maatschappelijke context.
Relevante maatschappelijke ontwikkelingen buiten de cirkel; economische,
demografische en sociaal-culturele ontwikkelingen, milieu en leefbaarheid
en techniek
, Verkeers- en vervoersystemen
1. Het geheel van mobiliteitspatronen van personen en goederen
2. Het aanbod van infrastructuur, vervoersmiddelen en vervoersdiensten
3. De afstemming van vraag en aanbod
De kwaliteit van het verkeers- en vervoerssysteem komt tot uiting in de term
reisweerstand.
De belangrijkste indicatoren voor het beschrijven van individuele
mobiliteitspatronen: (individueel verplaatsingsgedrag)
- Aantal verplaatsingen per persoon per dag
- Afgelegde verplaatsingsafstand per persoon per dag
- De hoeveelheid tijd besteed aan verplaatsingen per dag
- De gebruikte vervoersmiddelen bij verplaatsing. Multimodale verplaatsing;
verschillende vervoerswijzen
- Het aantal ketenverplaatsingen (diverse verplaatsingen worden gemaakt
zonder terug te gaan naar de plek van herkomst)
Mobiliteitspatronen in een stad of stedelijke regio kunnen worden beschreven
door generieke indicatoren:
- Verkeersintensiteiten
- Het aantal voertuigkilometers
- De gemiddelde snelheid
- Modal split
- Ruimtelijke verdeling; verdeling van de verplaatsingen over relaties van de
periferie naar het stadscentrum
- Tijdspatronen; de spreiding van het verkeer over de dag
Grondgebruik
De fysieke locatie van bepaalde typen grondgebruik, inclusief infrastructuur voor
auto, openbaar vervoer of andere vervoerswijzen en gebouwen.
- Dichtheden; bijv. het aantal woningen per hectare
- Functiemening; hoeveel verschillende grondgebruik functies en ruimtelijke
structuur
Formele ruimtelijke structuur; samenhang in de fysieke ruimtelijke
verschijningsvorm (landkaart)
- Aantal activiteitenplaatsen, onderlinge positionering en hiërarchie,
kwaliteit van infrastructuurnetwerken
Functionele ruimtelijke structuur; hoe de locaties van activiteiten zijn verdeeld
over de verschillende gebieden of kernen
Functionele ruimtelijke samenhang; beschrijft de relaties en interacties tussen de
verschillende kernen, zoals woon-werkrelaties (dit past ook bij verkeers- en
vervoerssystemen)
Bereikbaarheid
De combinatie van de hoeveelheid tijd, kosten en moeite die het kost om van de
ene plek naar de andere te komen en de hoeveelheid activiteiten die op deze
plek te vinden zijn. (combinatie reisweerstand en nabijheid)
Bereikbaarheidsindicator; de gemiddelde snelheid, hemelsbreed gemeten, die
men nodig heeft om een locatie te bereiken
Vanuit het perspectief van personen en huishoudens dat in deze publicatie
centraal staat, kan bereikbaarheid worden omschreven als de mate waarin