,Korte tentamen samenvatting moderne industriele productie jo van der put 3e editie 2020 9789043037068
,Korte tentamen samenvatting moderne industriele productie jo van der put 3e editie 2020 9789043037068
, Korte tentamen samenvatting moderne industriele productie jo van der put 3e editie 2020 9789043037068
Hoofdstuk 1 - Materiaal eigenschappen inclusief voorbeelden
1.1 Functionele eigenschappen
Functionele eigenschappen geven aan hoe een materiaal zich gedraagt tijdens gebruik. Ze hangen samen met
hoe het materiaal is opgebouwd. Voorbeelden van zulke eigenschappen zijn:
Sterkte: hoe goed het materiaal krachten kan weerstaan zonder te breken.
Elasticiteitsmodulus: geeft aan hoe makkelijk een materiaal vervormt bij belasting.
Taaiheid: de mate waarin het materiaal energie kan opnemen voor het breekt.
Elektrische en thermische geleiding: hoe goed het materiaal elektriciteit of warmte doorlaat.
Uitzettingscoëfficiënt: hoeveel het materiaal uitzet als het warmer wordt.
Kleur: de uiterlijke kleur van het materiaal, die soms ook iets zegt over de samenstelling.
1.2 Bewerkingseigenschappen
Bewerkingseigenschappen bepalen hoe makkelijk je een materiaal kunt bewerken tijdens het maken van een
product. Ook geven ze aan hoe de eigenschappen van het materiaal door bewerking kunnen veranderen,
positief of negatief.
Voorbeelden zijn:
Lasbaarheid: of het materiaal goed aan elkaar te lassen is.
Verspaanbaarheid: hoe eenvoudig je het kunt frezen, draaien of boren.
Vervormbaarheid: of het materiaal makkelijk van vorm kan veranderen zonder te scheuren.
Invloed van kristalstructuur op de sterkte van materiaal
Atomen in een materiaal trekken elkaar aan. Hoe sterk die aantrekkingskracht is, hangt af van het soort
materiaal (zoals de grootte van de atomen), de temperatuur en hoe dicht de atomen op elkaar zitten. Als ze te
ver van elkaar raken, verliezen ze de onderlinge binding en dat kan leiden tot breuken of scheuren.
In vaste materialen vormen de atomen kristallen.
Als een materiaal uit veel kleine kristallen bestaat die door elkaar liggen, zorgen de verschillende richtingen van
die kristallen voor meer weerstand tegen vervorming. Dat maakt het materiaal sterker. Hoe fijner en
gelijkmatiger de kristallen verdeeld zijn, hoe sterker en gelijkmatiger het materiaal zich zal gedragen.
1.3 Warm en koude vervorming incl. Voorbeelden
Wanneer een materiaal verwarmd wordt, gaan de atomen sneller bewegen. Daardoor neemt de afstand tussen
de atomen toe. Hierdoor veranderen meerdere eigenschappen:
Uitzettingscoëfficiënt neemt toe: het materiaal zet meer uit.
Soortelijke warmte neemt toe: het kost meer energie om het materiaal te verwarmen.
Warmtegeleiding neemt af: warmte wordt minder goed doorgegeven.
Sterkte neemt af: het materiaal wordt zwakker.
Rekbaarheid neemt toe: het materiaal kan beter uitrekken zonder te breken.
Elasticiteitsmodulus neemt af: het wordt makkelijker om het materiaal te vervormen.