Internationaal recht
Week 1 (h1+2+4)
Internationaal recht is het recht tussen staten onderling.
Ius genium: het recht voor iedereen.
Internationaal publiekrecht omvat een enorm hoeveelheid aan regels
Binnen get nationale recht maakt de overheid wetten en regels voor burgers op
het eigen grondgebied.
Binnen het internationale recht is er een regelgeving die staten waardevol
vinden om daadwerkelijk na te komen, zoals verdragen en internationaal
gewoonte recht.
Internationaal privaatrecht richt zich vooral op geschillen tussen natuurlijke
personen en rechtspersonen onderling. Dit is wanneer er bijvoorbeeld een
situatie is van verbinding tussen twee of meer landen (een product via internet
uit een ander land kopen).
Formeel recht gaat over het internationaal procesrecht (rechtsmacht,
erkenning van buitenlandse uitspraken en over internationale samenwerkingen
tussen staten)
Materieel internationaal recht gaat over de vraag welk recht van toepassing
is.
Conflictenrecht wordt gebruikt bij de nationaliteit van de betrokkene partijen,
het land waar partijen hun gewone verblijfplaats hebben, de plaats waar een
huwelijk is gesloten en de plaats waar een onroerend goed ligt.
De afwezigheid van een internationaal systeem van handhaving is kenmerkend
voor de internationale rechtsorde. Dit heeft het gevolg dat er niet één centraal
orgaan is dat de wetten en regels maakt. De regels die staten onderling hebben
gemaakt worden nageleefd.
Kenmerken van internationale rechtsorde
- Gelijkwaardig
Horizontale rechtsorde
Staten staan aan de top
Staten zijn soeverein
- Afhankelijk (interdependent)
Staten dienen met elkaar te onderhandelen en samen te werken
Verschillende disciplines
o Economie
o Politiek
o Milieu
o Conflictbestrijding etc.
,Monistische systeem: het internationaal recht is dan automatisch deel van de
nationale rechtsorde.
Dualistisch systeem: het internationale recht moet worden omgezet naar het
nationaal recht via een aparte wet.
Ieder verbindende bepaling: regels waaruit je duidelijk een recht of plicht, een
moeten handelen of een nalaten kunt afleiden. Uiteindelijk bepaalt de rechter of
een regel waarop iemand zich beroept daadwerkelijk iedereen verbind. (Art. 33
Grenstractaat van Aken).
De rechter moet de Nederlandse wet toetsen aan de
desbetreffe4nde verdragsbepaling. Andersom mag niet op
grond van Art. 120 Gw. Dit heet het toetsing verbod.
Het parlement heeft ook te maken met internationaal recht
op grond van Art. 91 Gw
Rechtssubjecten binnen het internationaal recht
- Rechtssubjectiviteit (alle actoren die rechtsbevoegdheid bezitten)
Staten
Internationaal publiekrecht regelt verhouding tussen staten.
Grondgebied; land, binnenwateren en eventueel een zeestrook
Bevolking; ius sanguinis: ouders bezitten nationaliteit van
de staat
Ius soli: nationaliteit door geboren op grondgebied van
de staat
Gezag; een overheid moet effectief gezag uitoefenen, soeverein
Erkenning; erkent worden door andere staten is niet meer
verplicht
Internationale organisaties
Organisaties die overheden van staten oprichten op basis van
internationaalrechtelijke regels.
Intergouvernementele organisaties (tussen
regeringen/overheden)
Supranationaal (een staat kan een beslissing niet in zijn eentje
tegenhouden)
Functionele organisaties ) organisaties die door staten zijn
opgericht voor een specifiek doel.
Natuurlijke personen
Rechtspersonen
De-factoregering
wanneer de officiële regering geen controle meer heeft komt dat
vaak door opstandige groeperingen (de facto). Zij hebben dan in
feite het zeggenschap.
Bevrijdingsbewegingen
, groeperingen die strijden tegen kolonialisme, racisme en bezetting
door een vreemde machthebber.
Non-gouvernementele organisaties
Privaatrechtelijke organisaties die grensoverschrijdende doelen
nastreven.
Totstandkoming van staten
- Samenvoeging: twee of meer bestaande staten voegen zich samen
- Afscheiding: een nieuwe identiteit scheidt zich af van het grondgebied van
een al bestaande staat.
- Ontbinding: nieuwe staten ontstaan door ontbinding van bestaande staten.
Rechten van staten
- Vreedzame co-existentie
- Onafhankelijkheid
- Gelijkwaardigheid
Bronnen van het internationaal recht
- Art. 38 IGH Statuut (p. 5461)
Internationale verdragen
o art. 2 sub a Weens verdragenverdrag WVV
Internationaal gewoonte recht
o art. 38 IGH, als recht aanvaarde praktijk, ongeschreven recht
o Lus Cogens art. 53 WVV, dwingend recht
Algemene rechtsbeginselen
o beginselen die door de staat zijn aangenomen
Rechtelijke beslissingen (jurisprudentie)
o uitspraken van internationale rechters
Doctrine
o Artikelen cab wetenschappelijke academici die het
internationaal recht bestuderen
Eenzijdige handelingen of verklaringen
o gericht op een bepaald rechtsgevolg, bijv. toezegging van een
staatshoofd
Bindende besluiten van internationale organisaties
o als de VN of EU iets besluit
Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (p. 5526)
Art. 26 wvv
Week 1 (h1+2+4)
Internationaal recht is het recht tussen staten onderling.
Ius genium: het recht voor iedereen.
Internationaal publiekrecht omvat een enorm hoeveelheid aan regels
Binnen get nationale recht maakt de overheid wetten en regels voor burgers op
het eigen grondgebied.
Binnen het internationale recht is er een regelgeving die staten waardevol
vinden om daadwerkelijk na te komen, zoals verdragen en internationaal
gewoonte recht.
Internationaal privaatrecht richt zich vooral op geschillen tussen natuurlijke
personen en rechtspersonen onderling. Dit is wanneer er bijvoorbeeld een
situatie is van verbinding tussen twee of meer landen (een product via internet
uit een ander land kopen).
Formeel recht gaat over het internationaal procesrecht (rechtsmacht,
erkenning van buitenlandse uitspraken en over internationale samenwerkingen
tussen staten)
Materieel internationaal recht gaat over de vraag welk recht van toepassing
is.
Conflictenrecht wordt gebruikt bij de nationaliteit van de betrokkene partijen,
het land waar partijen hun gewone verblijfplaats hebben, de plaats waar een
huwelijk is gesloten en de plaats waar een onroerend goed ligt.
De afwezigheid van een internationaal systeem van handhaving is kenmerkend
voor de internationale rechtsorde. Dit heeft het gevolg dat er niet één centraal
orgaan is dat de wetten en regels maakt. De regels die staten onderling hebben
gemaakt worden nageleefd.
Kenmerken van internationale rechtsorde
- Gelijkwaardig
Horizontale rechtsorde
Staten staan aan de top
Staten zijn soeverein
- Afhankelijk (interdependent)
Staten dienen met elkaar te onderhandelen en samen te werken
Verschillende disciplines
o Economie
o Politiek
o Milieu
o Conflictbestrijding etc.
,Monistische systeem: het internationaal recht is dan automatisch deel van de
nationale rechtsorde.
Dualistisch systeem: het internationale recht moet worden omgezet naar het
nationaal recht via een aparte wet.
Ieder verbindende bepaling: regels waaruit je duidelijk een recht of plicht, een
moeten handelen of een nalaten kunt afleiden. Uiteindelijk bepaalt de rechter of
een regel waarop iemand zich beroept daadwerkelijk iedereen verbind. (Art. 33
Grenstractaat van Aken).
De rechter moet de Nederlandse wet toetsen aan de
desbetreffe4nde verdragsbepaling. Andersom mag niet op
grond van Art. 120 Gw. Dit heet het toetsing verbod.
Het parlement heeft ook te maken met internationaal recht
op grond van Art. 91 Gw
Rechtssubjecten binnen het internationaal recht
- Rechtssubjectiviteit (alle actoren die rechtsbevoegdheid bezitten)
Staten
Internationaal publiekrecht regelt verhouding tussen staten.
Grondgebied; land, binnenwateren en eventueel een zeestrook
Bevolking; ius sanguinis: ouders bezitten nationaliteit van
de staat
Ius soli: nationaliteit door geboren op grondgebied van
de staat
Gezag; een overheid moet effectief gezag uitoefenen, soeverein
Erkenning; erkent worden door andere staten is niet meer
verplicht
Internationale organisaties
Organisaties die overheden van staten oprichten op basis van
internationaalrechtelijke regels.
Intergouvernementele organisaties (tussen
regeringen/overheden)
Supranationaal (een staat kan een beslissing niet in zijn eentje
tegenhouden)
Functionele organisaties ) organisaties die door staten zijn
opgericht voor een specifiek doel.
Natuurlijke personen
Rechtspersonen
De-factoregering
wanneer de officiële regering geen controle meer heeft komt dat
vaak door opstandige groeperingen (de facto). Zij hebben dan in
feite het zeggenschap.
Bevrijdingsbewegingen
, groeperingen die strijden tegen kolonialisme, racisme en bezetting
door een vreemde machthebber.
Non-gouvernementele organisaties
Privaatrechtelijke organisaties die grensoverschrijdende doelen
nastreven.
Totstandkoming van staten
- Samenvoeging: twee of meer bestaande staten voegen zich samen
- Afscheiding: een nieuwe identiteit scheidt zich af van het grondgebied van
een al bestaande staat.
- Ontbinding: nieuwe staten ontstaan door ontbinding van bestaande staten.
Rechten van staten
- Vreedzame co-existentie
- Onafhankelijkheid
- Gelijkwaardigheid
Bronnen van het internationaal recht
- Art. 38 IGH Statuut (p. 5461)
Internationale verdragen
o art. 2 sub a Weens verdragenverdrag WVV
Internationaal gewoonte recht
o art. 38 IGH, als recht aanvaarde praktijk, ongeschreven recht
o Lus Cogens art. 53 WVV, dwingend recht
Algemene rechtsbeginselen
o beginselen die door de staat zijn aangenomen
Rechtelijke beslissingen (jurisprudentie)
o uitspraken van internationale rechters
Doctrine
o Artikelen cab wetenschappelijke academici die het
internationaal recht bestuderen
Eenzijdige handelingen of verklaringen
o gericht op een bepaald rechtsgevolg, bijv. toezegging van een
staatshoofd
Bindende besluiten van internationale organisaties
o als de VN of EU iets besluit
Verdrag van Wenen inzake het verdragenrecht (p. 5526)
Art. 26 wvv