Positieve gezondheid
Samenvatting
Hoofdstuk 1: Gedragsverandering vanuit positieve gezondheid
1. Verleden, heden en toekomst van gezondheid en welzijn.
1.1 Ontwikkeling van het gezondheidsbeleid
Het gezondheidsbeleid van vroeger
Als iemand een kwaal had, dan zocht men de oorzaak in de natuurfenomenen en de goden die deze
fenomenen zouden hebben opgeroepen. Met de komst van Galenus en Hippocrates verschoof de
focus van hogere machten en de natuur naar het eigen lichaam.
Ziekte was een disbalans tussen de elementen aarde, lucht, vuur en water, deze werden
vertaald naar de lichaamseigen stoffen als bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.
Het geloof doet zijn intrede
Met de komst van de monotheïstische godsdiensten (Christendom, jodendom en islam) ontstond er
een nieuwe kijk op gezondheid, waarbij goed en kwaad centraal stond.
Bij de klassieke oudheid, zijn de eerste vormen van anatomiestudie al begonnen te ontstaan.
Ontwikkeling van geneeskunde en epidemiologie
Hongersnoden, epidemieën en pandemieën brachten veel kennis over niet alleen autonomie, maar
ook over virussen, schimmels en bacteriën die een rol konden spelen.
Door meer kennis over hoe het lichaam in elkaar zat en reageerde op buiten en dat daardoor
ziekten konden ontstaan werd ziekten en dus gezondheid beheersbaar.
Ouderdom en welvaart
Delayed – degeneratieve ziekten: Aandoeningen die we nu leren kennen, die eerder nooit
voorkwamen omdat we toen al waren overleden.
Het gebruik van genotmiddelen is gemakkelijker geworden , waardoor de afgelopen decennia
de degeneratieve welvaartsziekten zijn ontstaan waarmee we in toenemende mate mee te
maken hebben.
1.2 Definitie van gezondheid
Gezondheid (WHO, 1948): Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijke, geestelijke en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Model van Lalonde:
1. Biologische factoren
2. Omgeving
3. Voorzieningen gezondheidszorg
4. Leefstijl
Gezondheid (Bircher, 2005): Een dynamische staat van welzijn gekarakteriseerd door een fysiek,
mentaal en sociaal potentieel, dat tegemoetkomt aan de eisen van het leven evenredig naar leeftijd,
cultuur en persoonlijke verantwoordelijkheid. Als dit potentieel onvoldoende is om te voldoen aan
deze eisen, is er sprake van ziekte.
1
, Definitie gaat nog erg uit van het professionele oogpunt van gezondheid, terwijl de
maatschappelijke ontwikkeling juist in de richting gaat om de mens (cliënt of patiënt) centraal
te stellen.
Gezondheid (Machteld Huber, 2011): Is het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in
het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
1.3 Pathogenese en salutogenese (Antonovsky, 1987)
Pathogenese: Is afgeleid van het Griekse woord pathos (ziekte) en genese (ontstaan) ->
Voorkomen is beter dan genezen.
Salutogenese: Het woord is samengesteld uit het Latijnse woord salus (gezondheid) en het al
bekende Griekse woord genese (ontstaan)
o Ligt aan de basis van het concept Positieve Gezondheid. Het gaat namelijk vooral over
wat de cliënt zou willen en wat die al heeft en kan, en minder over wat er niet meer
kan en volgens de zorg- en welzijnsprofessional wel zou moeten kunnen.
o
Sense of coherence (SoC):
Drie factoren die belangrijk zijn en het mogelijk maken om psychisch gezond te blijven:
1. Comprehensibility -> Begrijpelijk
2. Manageability -> Kunnen omgaan met moeilijkheden
3. Meaningfulness -> Zingeving
General resistance resources (GRR):
Dit waren hulpbronnen als lichamelijke aspecten, cognitieve vaardigheden, emotionele vaardigheden,
interpersoonlijke relaties en macro socioculturele aspecten
Versterkt de Sense of Coherence (SoC)
1.4 Het concept positieve gezondheid – Een andere manier van kijken
Op basis van wetenschappelijk onderzoek onder een grote groep zorgprofessionals, cliënten en hun
naasten, bleken er uiteindelijk zes dimensies belangrijk te zijn die door al deze groepen genoemd
werden.
Het concept bevat de ‘traditionele’ WHO – dimensies:
1. Fysiek functioneren
2. Mentaal functioneren
3. Sociaal – maatschappelijk functioneren
Hier kwamen nog drie nieuw, abstractere dimensies bij:
4. Zingeving
5. Kwaliteit van leven
6. Dagelijks leven
Positieve gezondheid – Spinnenweb model
Het spinnenwebmodel biedt hulpverleners handvatten in het gesprek met een cliënt.
1. Lichaamsfuncties -> Ik voel me gezond en fit
2. Mentaal welbevinden -> Ik voel me vrolijk
3. Zingeving -> Ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst
2
Samenvatting
Hoofdstuk 1: Gedragsverandering vanuit positieve gezondheid
1. Verleden, heden en toekomst van gezondheid en welzijn.
1.1 Ontwikkeling van het gezondheidsbeleid
Het gezondheidsbeleid van vroeger
Als iemand een kwaal had, dan zocht men de oorzaak in de natuurfenomenen en de goden die deze
fenomenen zouden hebben opgeroepen. Met de komst van Galenus en Hippocrates verschoof de
focus van hogere machten en de natuur naar het eigen lichaam.
Ziekte was een disbalans tussen de elementen aarde, lucht, vuur en water, deze werden
vertaald naar de lichaamseigen stoffen als bloed, slijm, gele gal en zwarte gal.
Het geloof doet zijn intrede
Met de komst van de monotheïstische godsdiensten (Christendom, jodendom en islam) ontstond er
een nieuwe kijk op gezondheid, waarbij goed en kwaad centraal stond.
Bij de klassieke oudheid, zijn de eerste vormen van anatomiestudie al begonnen te ontstaan.
Ontwikkeling van geneeskunde en epidemiologie
Hongersnoden, epidemieën en pandemieën brachten veel kennis over niet alleen autonomie, maar
ook over virussen, schimmels en bacteriën die een rol konden spelen.
Door meer kennis over hoe het lichaam in elkaar zat en reageerde op buiten en dat daardoor
ziekten konden ontstaan werd ziekten en dus gezondheid beheersbaar.
Ouderdom en welvaart
Delayed – degeneratieve ziekten: Aandoeningen die we nu leren kennen, die eerder nooit
voorkwamen omdat we toen al waren overleden.
Het gebruik van genotmiddelen is gemakkelijker geworden , waardoor de afgelopen decennia
de degeneratieve welvaartsziekten zijn ontstaan waarmee we in toenemende mate mee te
maken hebben.
1.2 Definitie van gezondheid
Gezondheid (WHO, 1948): Gezondheid is een toestand van volledig lichamelijke, geestelijke en
maatschappelijk welzijn en niet slechts de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijke gebreken.
Model van Lalonde:
1. Biologische factoren
2. Omgeving
3. Voorzieningen gezondheidszorg
4. Leefstijl
Gezondheid (Bircher, 2005): Een dynamische staat van welzijn gekarakteriseerd door een fysiek,
mentaal en sociaal potentieel, dat tegemoetkomt aan de eisen van het leven evenredig naar leeftijd,
cultuur en persoonlijke verantwoordelijkheid. Als dit potentieel onvoldoende is om te voldoen aan
deze eisen, is er sprake van ziekte.
1
, Definitie gaat nog erg uit van het professionele oogpunt van gezondheid, terwijl de
maatschappelijke ontwikkeling juist in de richting gaat om de mens (cliënt of patiënt) centraal
te stellen.
Gezondheid (Machteld Huber, 2011): Is het vermogen zich aan te passen en eigen regie te voeren, in
het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.
1.3 Pathogenese en salutogenese (Antonovsky, 1987)
Pathogenese: Is afgeleid van het Griekse woord pathos (ziekte) en genese (ontstaan) ->
Voorkomen is beter dan genezen.
Salutogenese: Het woord is samengesteld uit het Latijnse woord salus (gezondheid) en het al
bekende Griekse woord genese (ontstaan)
o Ligt aan de basis van het concept Positieve Gezondheid. Het gaat namelijk vooral over
wat de cliënt zou willen en wat die al heeft en kan, en minder over wat er niet meer
kan en volgens de zorg- en welzijnsprofessional wel zou moeten kunnen.
o
Sense of coherence (SoC):
Drie factoren die belangrijk zijn en het mogelijk maken om psychisch gezond te blijven:
1. Comprehensibility -> Begrijpelijk
2. Manageability -> Kunnen omgaan met moeilijkheden
3. Meaningfulness -> Zingeving
General resistance resources (GRR):
Dit waren hulpbronnen als lichamelijke aspecten, cognitieve vaardigheden, emotionele vaardigheden,
interpersoonlijke relaties en macro socioculturele aspecten
Versterkt de Sense of Coherence (SoC)
1.4 Het concept positieve gezondheid – Een andere manier van kijken
Op basis van wetenschappelijk onderzoek onder een grote groep zorgprofessionals, cliënten en hun
naasten, bleken er uiteindelijk zes dimensies belangrijk te zijn die door al deze groepen genoemd
werden.
Het concept bevat de ‘traditionele’ WHO – dimensies:
1. Fysiek functioneren
2. Mentaal functioneren
3. Sociaal – maatschappelijk functioneren
Hier kwamen nog drie nieuw, abstractere dimensies bij:
4. Zingeving
5. Kwaliteit van leven
6. Dagelijks leven
Positieve gezondheid – Spinnenweb model
Het spinnenwebmodel biedt hulpverleners handvatten in het gesprek met een cliënt.
1. Lichaamsfuncties -> Ik voel me gezond en fit
2. Mentaal welbevinden -> Ik voel me vrolijk
3. Zingeving -> Ik heb vertrouwen in mijn eigen toekomst
2