100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

Uitgebreide schematische samenvatting pathologie voor verpleegkundigen H1 t/m 17

Beoordeling
-
Verkocht
8
Pagina's
293
Geüpload op
03-06-2025
Geschreven in
2024/2025

Uitgebreide samenvatting van pathologie voor verpleegkundigen. Hoofdstuk 1 t/m 17 is hierin behandeld. Alles is schematisch weergegeven. Alle ziektebeelden zijn uitgebreid behandeld. Erg handig met leren.












Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 t/m 17
Geüpload op
3 juni 2025
Aantal pagina's
293
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Onderwerpen

Voorbeeld van de inhoud

Inhoudsopgave:
Hoofdstuk 1 inleiding in de pathologie:........................................................1
Hoofdstuk 2 afweer:.....................................................................................6
Hoofdstuk 3 infectieziekten:......................................................................15
Hoofdstuk 4 Kanker....................................................................................21
Hoofdstuk 5 Erfelijkheid en erfelijke aandoeningen:..................................23
Hoofdstuk 9: Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel........................99
Hoofdstuk 10 aandoeningen van het urinewegstelsel:............................131
Hoofdstuk 11: Aandoeningen van het voortplantingsstelsel:...................155
Hoofdstuk 12: Aandoeningen van het hormoonstelsel:............................176
Hoofdstuk 13: aandoeningen van het zenuwstelsel:................................195
Hoofdstuk 14: Psychiatrische aandoeningen:..........................................223
Hoofdstuk 15: Aandoeningen van ogen en gehoor..................................248
Hoofdstuk 16: Aandoeningen van het bewegingsapparaat......................262
Hoofdstuk 17 aandoeningen van de huid:...............................................278




Hoofdstuk 1 inleiding in de pathologie:
Gezondheid (1948): toestand van volledig fysiek, geestelijk en sociaal welbevinden en
niet van louter het ontbreken van ziekte of gebrek.
Gezondheid (2011): het vermogen om zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in
het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen van het leven.

Homeostase: inwendig evenwicht; interne omstandigheden blijven binnen bepaalden
waarde, ook wanneer externe omstandigheden veranderen.
Ziekte: verstoring van de homeostase door een afwijking van de normale anatomie en
lichaamsfuncties.
Pathologie: de leer van ziekten of aandoeningen in het algemeen. Pathos = lijden, logos

,= leer/wetenschap.
Anatomie: bouw van het lichaam
Fysiologie: functioneren van het lichaam.
Pathofysiologie: leer van de afwijkende processen die tot ziekte leiden en het effect
daarvan op de functies van het lichaam.

Epidemiologie: voorkomen van aandoeningen onder de bevolking in relatie tot andere
verschijnselen.
Morbiditeit: mate waarin een aandoening voorkomt in een populatie.
Incidentie: het aantal nieuwe gevallen van een aandoening in een bepaalde periode.
Prevalentie: aantal gevallen van een aandoening op een tijdstip in een populatie.
Mortaliteit: maar voor de sterfte.
RIVM: cijfers over het voorkomen van aandoeningen.
CBS: sterfte en doodsoorzaken
Gezondheidsstatistieken: leveren niet alleen kennis over hoe vaak aandoeningen
voorkomen, maar ook wanneer, waar en bij wie.

Etiologie: leer van de oorzaken van de aandoening. De meeste aandoeningen hebben
meerdere oorzaken.
Endogene factoren: aandoening van binnenuit-> overerving
Exogene factoren: aandoening door een oorzaak buitenaf-> omgeving en leefstijl
Idiopathische aandoening: etiologie nog niet bekend bij de aandoening. Meestal zijn er
wel predisponerende (risico verhogende) factoren aanwijsbaar.
Iatrogene: ontstaan als gevolg van een ingreep.
Congenitaal: aangeboren; erfelijk of ontstaan bij zwangerschap a.g.v. infectie.
pathogenese: beschrijft processen in het lichaam die in reactie op de oorzaak tot ziekte
leiden.

Risicofactoren: factoren die de kans op een aandoening vergroten. Er is geen sprake
van een duidelijk oorzakelijk verband met de aandoening. Ze kunnen ook aanwezig zijn
zonder dat ze leiden tot de aandoening. Als de factoren weggenomen kunnen worden,
vermindert de kans op een aandoening.

- Endogene risicofactoren: leeftijd, geslacht, erfelijk, aanleg, andere aandoeningen
- Exogene risicofactoren: omgevingsfactoren, blootstelling aan stoffen, straling.
- Stressfactoren: psychosociale gebeurtenissen die iemand moet verwerken.
Hierdoor kan ook een aandoening verergeren.
- Leefstijlfactoren: vermijdbare exogene risicofactoren die samenhangen met
voeding, middelengebruik en gedrag.
(roken, voeding, alcohol, drugs, lichaamsbeweging, slaap)
Verantwoordelijk voor toename van aandoeningen met grote impact op
gezondheid en sterfte.
Verstoorde slaap: verhoogt risico op diabetes, obesitas, depressie.

Symptomen: verschijnselen waaraan een aandoening te herkennen is.

- Subjectieve symptomen: subjectieve klachten van de zorgvrager die
kenmerkend zijn voor een aandoening (pijn, benauwdheid, jeuk).
- Objectieve symptomen: objectieve klachten van de zorgvrager die kenmerkend
zijn voor een aandoening (transpireren, hartslag, koorts).
- Asymptomatisch: zonder ziekteverschijnselen.
- Syndroom: als symptomen altijd in een bepaalde kenmerkende combinatie
voorkomen.

,Diagnostiek: geneeskundig onderzoek waarmee vastgesteld wordt wat de oorzaak is
van de klachten en verschijnselen-> stellen van diagnose.
Anamnese: subjectieve verhaal van de zorgvrager over de klachten.
Speciële anamnese: met open vragen de hoofdklacht uitvragen.
Algemene anamnese: medische voorgeschiedenis, medicatiegebruik, allergieën,
psychosociale)
Tractusanamnese: gerichte vragen over functie van verschillende orgaansystemen door
de arts.
Verpleegkundig anamnese: deze informatie draagt bij aan het stellen van
verpleegplan.

Lichamelijk onderzoek:
Vitale functies: ademfrequentie, hartfrequentie, bloeddruk, bewustzijn, temperatuur.
ABCDE- methodiek: in acute situaties. Vitale functies kunnen snel en gestructureerd
beoordeeld worden en zo nodig interventies ingezet worden.

Aanvullend onderzoek:
Bij meerdere waarschijnlijkheidsdiagnoses: differentiaaldiagnose. Aanvullend
onderzoek wordt ingezet om tot een uiteindelijke diagnose te komen.

Laboratoriumonderzoek:

- Laboratoriumonderzoek: bloed, urine, feces, liquor
- Microbiologisch onderzoek: micro-organismen in bloed, urine, feces, liquor,
sputum.

Beeldvormend onderzoek: (structuur en functioneren zichtbaar gemaakt)

- Röntgenfoto: inwendige structuren worden in beeld gebracht. (lucht en bot goed
zichtbaar)
- Computertomografie (CT): driedimensionaal beeld wordt gemaakt van een
tweedimensionaal beeld. Het beeld wordt gegeven in doorsnedes.
- Magnetic resonance imaging (MRI): een magnetisch veld en radiogolven lokken
trillingen van inwendige structuren uit-> geen straling -> omgezet in
driedimensionaal beeld.
- Positronemissietomografie (PET): met radioactieve stoffen die ophopen worden
afwijkende inwendige structuren in beeld gbracht. (tumoren + ontstekingen).
Gecombineerd met CT.
- Echografie: weerkaatsing van geluidsgolven-> weefsels en structuren in beeld.
- Endoscopie: buis/slang + camera-> inwendige structuren.

Functieonderzoek: (werking organen en lichaamsdelen onderzocht):

- Elektrocardiografie (ecg): elektrische activiteit van hart en afwijkingen
geregistreerd en uitgeprint.
- Elektro-encefalografie (eeg): elektrische activiteit van de hersenen en
afwijkingen geregistreerd.
- Spirometrie (longfunctieonderzoek): inademings-en uitademingsvolumes en
kracht geregistreerd.

Pathologisch – anatomisch onderzoek (PA-onderzoek: (afwijkingen op cel-en
weefselniveau aangetoond.

- Cytologie: microscopisch onderzoek van losse cellen (uitstrijk/punctie)
- Histologie: microscopisch onderzoek van weefsel door operatief verwijderen of
biopsie.

, - Biopsie: weefsel weggesneden, onder verdoving. Bij operatief verwijderen
tumoren en lymfe wordt vaak tijdens operatie histologisch onderzoek verricht.
- Obductie: onderzoek naar oorzaak overlijden.

Behandeling:

Therapie: herstel van een aandoening en verlicht symptomen. Voor geen enkele
aandoening bestaat een standaard behandeling. Bij bespreken van traject: shared
decision making.
Symptomische behandeling: bestrijden van symptomen.
Curatieve behandeling: gericht op genezing.
Palliatieve behandeling: behoud van kwaliteit van leven, verlichting pijn/ongemak.
Terminale zorg: ongeneeslijke aandoening, kort te leven.
Medicamenteuze behandeling / farmacologische behandeling: gebruik medicijnen,
lichaamseigen stoffen en voedingsstoffen.
Niet medicamenteuze behandeling: operatief, fysiotherapie, dieet, psychotherapie.
Invasieve ingreep: instrument in het lichaam gebracht-> i.v. medicatie of katheter.
operatieve ingreep: gesneden in het lichaam.
conservatieve behandeling: zonder opereren-> gips.
Ambulante setting: geen opname nodig voor ziekenhuis.
Eerstelijnszorg: buiten ziekenhuis; huisarts, fysio, psycholoog
Tweedelijnszorg: medisch/verpleegkundig specialist, via polikliniek.
Derdelijnszorg: gespecialiseerde kliniek en ziekenhuis
Klinische zorg: zorg waarvoor opname nodig.
complementaire behandelingen: niet-reguliere behandelingen worden ingezet als
aanvulling op een reguliere behandeling. Gericht op ondersteuning en kwaliteit van leven.

Verloop:
prognose: verwachte verloop en uitkomst van de ziekte.
Acuut: plotseling en relatief kort.
Chronisch: langzamer begin en maanden/jaren duurt.
Remissie: symptomen verminderen of verdwijnen tijdelijk.
Recidief: de ziekte steekt weer op de kop.
Exacerbatie: symptomen verergeren plotseling.
Restverschijnselen: blijvende afwijkingen na doormaken van een aandoening.
Levensverwachting: resterende levensduur die iemand nog heeft. Hangt af van
geslacht, leeftijd, woonplaats en aandoeningen.
Vijfjaarsoverleving: percentage mensen dat 5 jaar na stellen van diagnose nog in leven
is.
Complicatie: onverwacht bijkomende aandoening.
Comorbiditeit/Multi morbiditeit: 2 of meer aandoeningen.

Preventie:
Door het stimuleren van preventieve en gezondheidsbevorderende maatregelen kunnen
de kosten van geneeskundige zorg afnemen.
Belangrijke preventieve en gezondheidsbevorderende maatregelen:

- Voldoende lichaamsbeweging
- Gezonde voeding
- Gezond gewicht
- Niet roken
- Matig alcoholgebruik
- Gezond slapen
- Stress vermijden

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
De reputatie van een verkoper is gebaseerd op het aantal documenten dat iemand tegen betaling verkocht heeft en de beoordelingen die voor die items ontvangen zijn. Er zijn drie niveau’s te onderscheiden: brons, zilver en goud. Hoe beter de reputatie, hoe meer de kwaliteit van zijn of haar werk te vertrouwen is.
ehkooiman Christelijke Hogeschool Ede
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
10
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
2 dagen geleden

5,0

1 beoordelingen

5
1
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen