Week 7 RA-3
PC Functionele darmstoornissen
Casus 1
- Patiënte, 44 jaar door huisarts verwezen naar MDL-polikliniek
- Reden verwijzing
o Persisterend vervelend gevoel maagkuiltje/ richting duodenum
- Journaal
o Persisterende maagklachten, maagpijn
o Klachten in bovenbuik
o Veel beter sinds start Metamucil (psylliumvezels, laxantia voor obstipatie), 2 jaar
geleden echo bb i.v.m. zelfde klachten
o Geen aanwijzingen pathologie
o Houdt af en toe verveld gevoel ondanks medicatie
o Maagpijn
o Iom pte H.pylori test –
▪ Bij h. pylori krijg je later wat minder zuursecretie
- Relevante probleem episodelijst
o Gegeneraliseerde angststoornis
o Angststoornis
o Huisstofallergie
o Pijn in colon
o Astma bronchitis
- Vervolg?
o Medicatiegebruik (NSAID > kan zorgen voor maagzweren)
o Duur van klachten (bij langere duur > mindere waarschijnlijkheid van kanker)
▪ 5 jaar, wordt steeds erger
▪ Klachten komen en gaan (10 minuten ongeveer klachten, ebt dan weer wat
weg)
o Hoofdklachten
▪ Pijn in darmen al vanaf 14 jaar
▪ Pijn in epigastrium; wordt erger (bij wakker worden ook hier pijn)
▪ PDS gediagnosticeerd
o Uitlokkende factoren
▪ Bepaalde drank/voeding kan de pijn verergeren (alcohol, vet eten, scherp
eten) > binnen 1 uur na het eten klachten
▪ Ook pijn in de ochtend na wakker worden
o Maagzuurremmers?
▪ H2-receptorantagonisten
▪ Protonpompremmers
▪ Mevrouw heeft hier geen ervaring mee
o Defecatie
▪ 4 dagen in de week ongeveer eens last van diarree
▪ Ook buikkrampen
▪ Ook soms dagen harde ontlasting
▪ 30% van de ontlasting ongeveer te dun, ook soms obstipatie, hiernaast soms
normaal
▪ Heeft Metamucil gekregen (laxantia) maar mw. heeft vooral laxantia (voor
PDS)
• Bij te veel aan Metamucil (psylliumvezels) krijg je niet echt dunne
ontlasting van (wel dunner maar niet te dun)
, • Bij milde diarree kan psyllium dit ook wat indikken
• Bij milde obstipatie kan psyllium dit ook wat verdunnen
o Hoe erg is de pijn?
▪ Stekende, zeurende pijn wel vervelend (epigastrische pijn)
o Waarom komt de hulpvraag op dit moment naar voren?
▪ Omdat de klachten blijven aanhouden en ook iets erger is geworden
▪ Moeder ook deze klachten gehad en is later tumor bij ontdekt
o Buik is uitgezet na het avondeten (hoe zwaarder eten > hoe meer je buik opzwelt)
▪ Gassen; door koolhydraten die worden gefermenteerd door bacteriën (uit
overgebleven voedselresten)
o Eerdere diagnostiek
▪ Nog geen gastroscopie gehad, H. pylori negatief
▪ In 99% zie je niks op gastroscopie als de pylori test negatief, jonge leeftijd
(lage kans carcinoom)
o Lichaamsgewicht
▪ Afgevallen? > alarmsymptoom
▪ Dit is niet het geval, gewicht is in stijgende lijn
- LO
o Drukpijn in epigastrium
o Drukpijn over darmen (vaker bij PDS)
- Diagnose
o Prikkelbare darmsyndroom (al vanaf vroeger) > zit lager in de buik en,
o Functionele dyspepsie= zusje van PDS
▪ Zit hoger in de buik
- Onderzoek
o Gastroscopie (hier niet gedaan)
o Lab; CRP, hb
o Echo bovenbuik (minder belasten dan gastroscopie)
- Behandeling
o Pepermuntolie capsules (helpt heel goed op zowel maagklachten als PDS-klachten)
,HC Functionele darmstoornissen
Functionele maagdarmstoornissen
- Er bestaan >50 verschillende functionele maagdarmaandoeningen
o Meest voorkomende factoren;
▪ Afwijkende darmmotoriek
▪ Viscerale hypersensitivteit
▪ Psychische factoren
Darm als bron van functionele symptomen
- Plexus myentericus van Auerbach (vezels) tussen
longitiduniale en circulaire laag
- Cellen van Cajal hebben een pacemakerfunctie; bepalen
ritme van spieren
- Enterisch zenuwstelsel (2e brein)
o Zenuwstelsel is hierbij niet nodig
o Sturing van: motoriek, secretie, perceptie
o ?
Gut-brain-axis
- Brein staat in verbinding met het centrale brein die de darm-
hersen-as
- Gaat via autonome zenuwstelsel
o Sympaticus en parasympaticus
- Belangrijkste hersenzenuw die de darm van
parasympathische innervatie voorziet= n. vagus
o Meeste is afferent (van hersenen naar darm)
o 20% efferent
- Tegenwoordig wordt ook het microbioom van een
persoon in de dikke darm meegenomen in communicatie
met de hersenen
o Afhankelijk samenstelling bacteriën > kan ook je
stemming veranderen
o Bij veel ziekte speelt het microbioom een rol
- Ook hormonale manier van communiceren
- Ook neuro-immune manier van communiceren met
hersenen
Colon
Contracties
- Segmenterende contracties
o Hele dag door
o Mengen, kneden van de voedselbrij
o Brengen voedselbrij in contact met mucosa zodat de darmsappen hierop kunnen
inwerken
o Verplaatsen geen hoeveelheden ontlasting
o Op MRI zie je insnoerende contracties
- Massa-contracties
o 6-10x per dag
, o Ook wel high-amplitude propagated contractions (HAPC’s)
o Contractie richting anaal > stuwt ontlasting door (voor defecatie heb je deze
contracties)
o Vooral na ontwaken en na grotere maaltijden
o Op MRI zie je de hoeveelheid feces verplaatsen
Uitgang; bekkenbodem
- Interne anale sfincter; glad spierweefsel (geen
controle)
- Externe anale sfincter; dwarsgestreept s pierweefsel
(wel controle)
- M. Puborectalis (ook dwars) trekt een hoek tussen
rectum en anus
o Bij def > moet deze en externe anale sfincter
ontspannen
- Defecatie:
o Massabeweging colon eerst
o Vulling rectum > relaxatie interne anale sfincter (recto-anale inhibitiereflex)
o Relatie EAS en m. Puborectalis (> verstrijken recto-anale hoek dus opening)
o Buikdrukverhoging (persen) > defecatie
- Defecografie
o Je krijgt kunstpoep met barium > defecatie wordt onder röntgen in beeld gebracht
o Bij ledigen darm > verstrijkt recto-anale hoek
o Bij vermoeden stoornissen van evacuatie ontlasting wordt deze methode gebruikt
voor het in beeld brengen van dit mechanisme
Obstipatie
- Obstipatie is een verzameling van symptomen, in wisselende samenstelling
o Het is geen diagnose
o Meestal wordt functionele obstipatie bedoelt als ‘obstipatie’ als diagnose wordt
gebruik
- Het obstipatie-symptomenrefex:
o Minder dan 3x def per week
o Noodzaak tot hard persen tijdens def
o Keutelige of harde def
o Gevoel onvolledige lediging
o Gevoel anorectale obstructie/ blokkade
o Noodzaak tot manuele hulp
Hoofdgroepen oorzaken obstipatie
- Verkeerde leef- en eetgewoonten (weinig actief, erg v ezelarm
dieet) (20%)
- Organische ziekte (1%)
o Mechanische obstructie; coloncarcinoom/ enterokele
o Stofwisselingsziekten; hypo
o Myopathie; sclerodermie
o Gestoorde innervatie; dwarslaesie
o Psychisch; depressie
- Geneesmiddelgebruik (10%)
o Opiaten (vaak bij voorbaat al laxeermiddel erbij)
o Anticholinergische bijwerking; zoals tricyclisch antidepressium, nividipide
(calciumkanaalblokkers)
- Functionele stoornissen (meestal het geval)
PC Functionele darmstoornissen
Casus 1
- Patiënte, 44 jaar door huisarts verwezen naar MDL-polikliniek
- Reden verwijzing
o Persisterend vervelend gevoel maagkuiltje/ richting duodenum
- Journaal
o Persisterende maagklachten, maagpijn
o Klachten in bovenbuik
o Veel beter sinds start Metamucil (psylliumvezels, laxantia voor obstipatie), 2 jaar
geleden echo bb i.v.m. zelfde klachten
o Geen aanwijzingen pathologie
o Houdt af en toe verveld gevoel ondanks medicatie
o Maagpijn
o Iom pte H.pylori test –
▪ Bij h. pylori krijg je later wat minder zuursecretie
- Relevante probleem episodelijst
o Gegeneraliseerde angststoornis
o Angststoornis
o Huisstofallergie
o Pijn in colon
o Astma bronchitis
- Vervolg?
o Medicatiegebruik (NSAID > kan zorgen voor maagzweren)
o Duur van klachten (bij langere duur > mindere waarschijnlijkheid van kanker)
▪ 5 jaar, wordt steeds erger
▪ Klachten komen en gaan (10 minuten ongeveer klachten, ebt dan weer wat
weg)
o Hoofdklachten
▪ Pijn in darmen al vanaf 14 jaar
▪ Pijn in epigastrium; wordt erger (bij wakker worden ook hier pijn)
▪ PDS gediagnosticeerd
o Uitlokkende factoren
▪ Bepaalde drank/voeding kan de pijn verergeren (alcohol, vet eten, scherp
eten) > binnen 1 uur na het eten klachten
▪ Ook pijn in de ochtend na wakker worden
o Maagzuurremmers?
▪ H2-receptorantagonisten
▪ Protonpompremmers
▪ Mevrouw heeft hier geen ervaring mee
o Defecatie
▪ 4 dagen in de week ongeveer eens last van diarree
▪ Ook buikkrampen
▪ Ook soms dagen harde ontlasting
▪ 30% van de ontlasting ongeveer te dun, ook soms obstipatie, hiernaast soms
normaal
▪ Heeft Metamucil gekregen (laxantia) maar mw. heeft vooral laxantia (voor
PDS)
• Bij te veel aan Metamucil (psylliumvezels) krijg je niet echt dunne
ontlasting van (wel dunner maar niet te dun)
, • Bij milde diarree kan psyllium dit ook wat indikken
• Bij milde obstipatie kan psyllium dit ook wat verdunnen
o Hoe erg is de pijn?
▪ Stekende, zeurende pijn wel vervelend (epigastrische pijn)
o Waarom komt de hulpvraag op dit moment naar voren?
▪ Omdat de klachten blijven aanhouden en ook iets erger is geworden
▪ Moeder ook deze klachten gehad en is later tumor bij ontdekt
o Buik is uitgezet na het avondeten (hoe zwaarder eten > hoe meer je buik opzwelt)
▪ Gassen; door koolhydraten die worden gefermenteerd door bacteriën (uit
overgebleven voedselresten)
o Eerdere diagnostiek
▪ Nog geen gastroscopie gehad, H. pylori negatief
▪ In 99% zie je niks op gastroscopie als de pylori test negatief, jonge leeftijd
(lage kans carcinoom)
o Lichaamsgewicht
▪ Afgevallen? > alarmsymptoom
▪ Dit is niet het geval, gewicht is in stijgende lijn
- LO
o Drukpijn in epigastrium
o Drukpijn over darmen (vaker bij PDS)
- Diagnose
o Prikkelbare darmsyndroom (al vanaf vroeger) > zit lager in de buik en,
o Functionele dyspepsie= zusje van PDS
▪ Zit hoger in de buik
- Onderzoek
o Gastroscopie (hier niet gedaan)
o Lab; CRP, hb
o Echo bovenbuik (minder belasten dan gastroscopie)
- Behandeling
o Pepermuntolie capsules (helpt heel goed op zowel maagklachten als PDS-klachten)
,HC Functionele darmstoornissen
Functionele maagdarmstoornissen
- Er bestaan >50 verschillende functionele maagdarmaandoeningen
o Meest voorkomende factoren;
▪ Afwijkende darmmotoriek
▪ Viscerale hypersensitivteit
▪ Psychische factoren
Darm als bron van functionele symptomen
- Plexus myentericus van Auerbach (vezels) tussen
longitiduniale en circulaire laag
- Cellen van Cajal hebben een pacemakerfunctie; bepalen
ritme van spieren
- Enterisch zenuwstelsel (2e brein)
o Zenuwstelsel is hierbij niet nodig
o Sturing van: motoriek, secretie, perceptie
o ?
Gut-brain-axis
- Brein staat in verbinding met het centrale brein die de darm-
hersen-as
- Gaat via autonome zenuwstelsel
o Sympaticus en parasympaticus
- Belangrijkste hersenzenuw die de darm van
parasympathische innervatie voorziet= n. vagus
o Meeste is afferent (van hersenen naar darm)
o 20% efferent
- Tegenwoordig wordt ook het microbioom van een
persoon in de dikke darm meegenomen in communicatie
met de hersenen
o Afhankelijk samenstelling bacteriën > kan ook je
stemming veranderen
o Bij veel ziekte speelt het microbioom een rol
- Ook hormonale manier van communiceren
- Ook neuro-immune manier van communiceren met
hersenen
Colon
Contracties
- Segmenterende contracties
o Hele dag door
o Mengen, kneden van de voedselbrij
o Brengen voedselbrij in contact met mucosa zodat de darmsappen hierop kunnen
inwerken
o Verplaatsen geen hoeveelheden ontlasting
o Op MRI zie je insnoerende contracties
- Massa-contracties
o 6-10x per dag
, o Ook wel high-amplitude propagated contractions (HAPC’s)
o Contractie richting anaal > stuwt ontlasting door (voor defecatie heb je deze
contracties)
o Vooral na ontwaken en na grotere maaltijden
o Op MRI zie je de hoeveelheid feces verplaatsen
Uitgang; bekkenbodem
- Interne anale sfincter; glad spierweefsel (geen
controle)
- Externe anale sfincter; dwarsgestreept s pierweefsel
(wel controle)
- M. Puborectalis (ook dwars) trekt een hoek tussen
rectum en anus
o Bij def > moet deze en externe anale sfincter
ontspannen
- Defecatie:
o Massabeweging colon eerst
o Vulling rectum > relaxatie interne anale sfincter (recto-anale inhibitiereflex)
o Relatie EAS en m. Puborectalis (> verstrijken recto-anale hoek dus opening)
o Buikdrukverhoging (persen) > defecatie
- Defecografie
o Je krijgt kunstpoep met barium > defecatie wordt onder röntgen in beeld gebracht
o Bij ledigen darm > verstrijkt recto-anale hoek
o Bij vermoeden stoornissen van evacuatie ontlasting wordt deze methode gebruikt
voor het in beeld brengen van dit mechanisme
Obstipatie
- Obstipatie is een verzameling van symptomen, in wisselende samenstelling
o Het is geen diagnose
o Meestal wordt functionele obstipatie bedoelt als ‘obstipatie’ als diagnose wordt
gebruik
- Het obstipatie-symptomenrefex:
o Minder dan 3x def per week
o Noodzaak tot hard persen tijdens def
o Keutelige of harde def
o Gevoel onvolledige lediging
o Gevoel anorectale obstructie/ blokkade
o Noodzaak tot manuele hulp
Hoofdgroepen oorzaken obstipatie
- Verkeerde leef- en eetgewoonten (weinig actief, erg v ezelarm
dieet) (20%)
- Organische ziekte (1%)
o Mechanische obstructie; coloncarcinoom/ enterokele
o Stofwisselingsziekten; hypo
o Myopathie; sclerodermie
o Gestoorde innervatie; dwarslaesie
o Psychisch; depressie
- Geneesmiddelgebruik (10%)
o Opiaten (vaak bij voorbaat al laxeermiddel erbij)
o Anticholinergische bijwerking; zoals tricyclisch antidepressium, nividipide
(calciumkanaalblokkers)
- Functionele stoornissen (meestal het geval)