Samenvatting Europees Recht

Complete Stappenplannen – Europees Recht
Interne markt
- Juridisch kader – vrij verkeer van goederen
 Welke vrijheid is in het geding?
o Goederen: objecten die op geld waardeerbaar zijn en voorwerp kunnen vormen van
een handelstransactie
 Arrest Commissie t. Italië
 Is er sprake van een zuiver interne situatie of van een grensoverschrijdend element?
o Indien het grensoverschrijdend is, is het EU-recht van toepassing
 De interne markt regelt het handelsverkeer tussen lidstaten
 Is er sprake van harmonisatie?
o Er worden Europese regels gemaakt waardoor er uniforme regels gelden in de hele
Europese Unie
o Als er sprake is van harmonisatie, is de richtlijn vaak lex specialis
 Dan pas je dus de richtlijn toe en niet het Verdrag, als die ziet op de huidige
situatie
o ‘Er is een richtlijn/verordening/verdrag’ in de casus
 Is er sprake van een belemmering?
o Zijn er bepaalde maatregelen of gedragingen die misschien in strijd zijn met het EU-
recht die we moeten beoordelen onder het Europees recht
o Belemmeringen
 Tarifaire belemmeringen (art. 30 VWEU of art. 110 VWEU; sluiten elkaar uit)
 Geldelijke lasten waarbij onderscheid wordt gemaakt op nationaliteit, de
facto wegens grensoverschrijding (art. 30 VWEU)
 Douanerechten: puur geld betalen voor inbrengen in een ander land
(komt bijna niet voor; niet het betalen voor inspecties!!)
 Heffing van gelijke werking: elke eenzijdig opgelegde geldelijke last,
ongeacht de benaming of de structuur ervan, die wegens
grensoverschrijding over goederen wordt geheven en geen
douanerecht stricto sensu is (breed begrip)
 Arrest Haarpetroleum
 Uitzonderingen op art. 30 VWEU
 Vergoeding voor daadwerkelijke, vrijwillige door de overheid
verleende dienst (Arrest Commissie t. Luxemburg)
 Als het niet in een richtlijn staat
 Bauhaus-exceptie: reële kosten van door Europese wetgeving
opgelegde heffingen voor keuringen (Arrest Bauhaus)
 Verplichting onder EU-recht, uniform (inspecties uitvoeren)
 De kosten die worden gevraagd mogen enkel kostendekkend zijn
 Via algemeen stelsel binnenlandse belastingen op grond van objectieve
maatstaven, van toepassing op alle producten (zowel binnenlands als
buitenlands) (art. 110 VWEU)
 Van toepassing op maatregelen die behoren “tot een algemeen stelsel
van binnenlandse belastingen waardoor categorieën producten
stelselmatig worden getroffen volgens objectieve, onafhankelijk van
de oorsprong van de producten toegepaste criteria.” (Arrest
Outokumpu)
 Je kunt zien of een maatregel hierbinnen valt wanneer categorieën
producten stelselmatig worden getroffen volgens objectieve
onafhankelijk van de oorsprong van de producten toegepaste criteria

,  Objectieve maatstaven, dus niet de oorsprong van het product
 Twee soorten
 Gelijksoortig  discriminatieverbod
 Gelijke belasting bij dezelfde producten
 Concurrentie  verbod op protectionisme
 Als er producten die met elkaar in concurrentie zijn, moet het
beschermende effect worden weggenomen
 Non-tarifaire belemmeringen (art. 34-36 VWEU)
 Art: 34 VWEU: verbod op kwantitatieve invoerbeperkingen en maatregelen
van gelijke werking
 Art. 35 VWEU: verbod op kwantitatieve uitvoerbeperkingen en
maatregelen van gelijke werking
 Art. 36 VWEU: rechtvaardigingsgronden
 In- en uitvoerbeperkingen versus maatregelen van gelijke werking
 Kwantitatieve in- en uitvoerbeperkingen
 Aantallen: invoerquota of importverboden (= aantal is nul)
 Alleen te rechtvaardigen o.g.v. art. 36 VWEU
 Maatregelen van gelijke werking
 Arrest Dassonville
 Iedere overheidsmaatregel die direct of indirect, daadwerkelijk of
potentieel de intracommunautaire handel kan belemmeren
 Er is een regeling die hetzelfde effect heeft als een in- of
uitvoerbeperking
 Met of zonder onderscheid naar nationaliteit
 Met: maatregel die rechtens onderscheid maakt tussen
binnen- en buitenlandse producten
 Alleen te rechtvaardigen o.g.v. art. 36 VWEU
 Zonder: in de praktijk hebben buitenlandse producten meer
last met toegang tot de macht
 Te rechtvaardigen o.g.v. art. 36 VWEU en Rule of Reason
(Arrest Cassis de Dijon)
 Producteisen; die creëren een dubbele last (twee soorten
regelgeving) (Arrest Keck: dan MGW)
 Uitzonderingen (dus buiten de reikwijdte van art. 34 VWEU; dan
ook geen rechtvaardiging meer noodzakelijk)
 Arrest Keck
 Verkoopmodaliteit: regel die gaat over de verkoop van een
product is geen maatregel van gelijke werking wanneer die
 Hoe, wie, wanneer, waar
1. Van toepassing is op alle marktdeelnemers
2. Rechtens als feitelijk dezelfde invloed op nationale
producenten als importeurs heeft
 Arrest Ker-Optika: verbod op online verkoop raakt
buitenlandse producenten meer
 Gebruiksvoorschrift: maatregel van gelijke werking indien
1. Gebruik op voor het product karakteristieke wijze
verhindert; of
2. Gebruik aanzienlijk beperkt
 Is er rechtvaardiging mogelijk?
o Bij tarifaire belemmeringen geen rechtvaardigingen mogelijk
o Bij non-tarifaire belemmeringen wel rechtvaardigingen mogelijk (art. 36 VWEU)
 Verschil