Lucas Plees
CONSUMER
MARKETING
0. Inleiding algemene psychologie
0.1. Psychologie als wetenschap
Studie van het bewustzijn
- Ontstaan uit filosofie
- Psychologie = “Zielkunde”
- Eerste psychologen: voortzetting van de zoektocht naar mysterie van de geest, het bewustzijn
, - Nu: meer systematisch en objectief door gebruik van experimentele methode die observatie
en meting zou toelaten Wetenschap
Studie van het onbewuste
Sigmund Freud
- Psycho-analyse
Aanvankelijk enkel klinisch milieu
Uitgegroeid tot algemene visie mbt studieobject van de psychologie
- Ontwerp van algemeen model over pychisch functioneren
Structureel model
- ID = meest primitieve systeem, zetel van onze driften -> streeft naar
onmiddellijke bevrediging van aandriften => weinig regels, gewoon direct
doen. Bv. Op de trein je hebt het warm, je doet al je kleren uit.
- SUPEREGO = ontstaat vanuit realiteit; zetel van ons „geweten‟, gevormd
door eisen, verwachtingen vanuit de onmiddellijke sociale omgeving
(vooral regels opgelegd door ouders), vriendengroepen. Bv. Dingen die je
wel en niet mag doet. Dingen zijn zo gewoon dat je er niet meer gaat over
nadenken
- EGO (of IK) = ontstaat door botsing met eisen van de realiteit; zetel van
bewuste, gecontroleerde gedachten en handelingen (ID >< SUPEREGO)
Topografisch model
- Conscious: we zijn ons slechts van een klein deel van onze persoonlijkheid
bewust
Gedachten, percepties
- Preconscious: bevindt zich niet in ons actief bewustzijn, maar we kunnen
het wel oproepen
Herinneringen, geheugen
- Unconscious: het merendeel van wat ons drijft is begraven in het
onbewuste en niet toegankelijk
Gedragswetenschap
= observatie van waarneembaar gedrag
Edward Thorndike
Experimentele dierpsychologie
Theorie over “trial-and-error” leren
Stimulus – response connective (enkel connectie met aangenaam gevolg wordt
versterkt)
- Law of effect = basiswet voor elk leerproces
Wetmatigheid uitgebreid naar opvoeding en eerder schools leren
- Operante conditionering
1
,- Connectie maken tussen gedrag en situatie wanneer je tijdens/na de situatie wordt
beloond
- Als marketeer: spaarkaarten je koopt iets, we gaan het belonen met een stempel
- Bv. vakantieveiligen: proficiat, je hebt gewonnen + vuurwerkjes, … meer en meer willen
doen
- Privésfeer: partner afwas laten doen, belonen na deze klaar is na een tijd zal die vanzelf
aan de afwas beginnen
Pavlov
- Klassieke conditionering
Eten zien, hond kwijlt natuurlijk
Bel rinkelt, niks gebeurt
Eten geven, altijd bellen
Hoort bel, denkt aan eten kwijlt
Eten wordt geasocieerd aan het belletje
In de praktijk: als partner strijkt, tv aanzetten
leuke serie, alles voor jou
strijken wordt me-time, geassocieerd met die serie
In de marketing:
Muziek in elke reclame
Parfum reclame
consument is hond
het merk is het belletje
Sfeer die wordt gecreeërd in de filmpjes, is het eten bepaalde mindset
door muziek en beeld samen te voegen
Als we het merk zien krijgen we meteen het gevoel die ons het filmpje ons
geeft
2
, Watson
- Het behaviorisme
Ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie
„Behavioristische manifest‟: uitbouw van een zuivere S-R psychologie waarin
conditionering een sleutelbegrip is
Watson geloofde dat uit een zeer beperkt aantal reflexen een complex arsenaal van
stimulus-respons associaties tot stand kan komen door conditionering
Uitzonderlijke rol toegekend aan de leerervaringen in de uitbouw van een
persoonlijkheid, waarbij rol van de omgeving centraal staat
(nature >< nurture)
Nature: meegekregen van de natuur, dna
Nurture: hoe je wordt opgevoed
Woodworth
- vond zuiver S-R standpunt onmogelijk voor de uitbouw van de psychologie
- Pleitte voor een S-O-R psychologie => O(rganisme) verwees naar alle interne variabelen die
een mediërende rol vervullen tussen S en R
- Stimulus – organisme – reactie
Cognitieve wetenschap
- Gestaltpsychologie (stroming)
Ook ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie.
Centraal thema: Waarnemen is meer dan een samensmelting van enkelvoudige
gewaarwordingen: het ‘geheel’ is meer dan een som van afzonderlijke delen.
De waarneming van een bepaald verschijnsel omvat méér dan wat fysisch aanwezig
is: door het subject dat waarneemt gebeurt er steeds een structurering, een
organisatie.
- “LEREN” als gedragsverandering is het resultaat van een veranderende waarneming
- Beschrijving van het leerproces als ‘problem-solving’
Als de situatie anders wordt geïnterpreteerd reactie is anders
Köhler
- Elk gedrag veronderstelt cognitieve verwerking: gedrag is immers een betekenisvolle reactie.
- Verwerking verloopt deels bewust, maar grotendeels automatisch.
- In de cognitieve psychologie wil men een inzicht krijgen in de processen die vanuit de input
de output bepalen.
Automatische processen:
Verlopen parallel (multitasken) en onafhankelijk van elkaar
Zijn snel
Vergen geen bewustzijn van activerende stimuli
Zijn niet vatbaar voor introspectie (= zelfreflectie)
Zijn niet afhankelijk van een bepaalde intentie en zijn oncontroleerbaar
Bewuste processen zijn hiervan het spiegelbeeld:
Verlopen serieel (niet multitasken)
Zijn traag
Worden op bewuste wijze gestuurd door interne en externe stimuli
Zijn vatbaar voor introspectie
3
CONSUMER
MARKETING
0. Inleiding algemene psychologie
0.1. Psychologie als wetenschap
Studie van het bewustzijn
- Ontstaan uit filosofie
- Psychologie = “Zielkunde”
- Eerste psychologen: voortzetting van de zoektocht naar mysterie van de geest, het bewustzijn
, - Nu: meer systematisch en objectief door gebruik van experimentele methode die observatie
en meting zou toelaten Wetenschap
Studie van het onbewuste
Sigmund Freud
- Psycho-analyse
Aanvankelijk enkel klinisch milieu
Uitgegroeid tot algemene visie mbt studieobject van de psychologie
- Ontwerp van algemeen model over pychisch functioneren
Structureel model
- ID = meest primitieve systeem, zetel van onze driften -> streeft naar
onmiddellijke bevrediging van aandriften => weinig regels, gewoon direct
doen. Bv. Op de trein je hebt het warm, je doet al je kleren uit.
- SUPEREGO = ontstaat vanuit realiteit; zetel van ons „geweten‟, gevormd
door eisen, verwachtingen vanuit de onmiddellijke sociale omgeving
(vooral regels opgelegd door ouders), vriendengroepen. Bv. Dingen die je
wel en niet mag doet. Dingen zijn zo gewoon dat je er niet meer gaat over
nadenken
- EGO (of IK) = ontstaat door botsing met eisen van de realiteit; zetel van
bewuste, gecontroleerde gedachten en handelingen (ID >< SUPEREGO)
Topografisch model
- Conscious: we zijn ons slechts van een klein deel van onze persoonlijkheid
bewust
Gedachten, percepties
- Preconscious: bevindt zich niet in ons actief bewustzijn, maar we kunnen
het wel oproepen
Herinneringen, geheugen
- Unconscious: het merendeel van wat ons drijft is begraven in het
onbewuste en niet toegankelijk
Gedragswetenschap
= observatie van waarneembaar gedrag
Edward Thorndike
Experimentele dierpsychologie
Theorie over “trial-and-error” leren
Stimulus – response connective (enkel connectie met aangenaam gevolg wordt
versterkt)
- Law of effect = basiswet voor elk leerproces
Wetmatigheid uitgebreid naar opvoeding en eerder schools leren
- Operante conditionering
1
,- Connectie maken tussen gedrag en situatie wanneer je tijdens/na de situatie wordt
beloond
- Als marketeer: spaarkaarten je koopt iets, we gaan het belonen met een stempel
- Bv. vakantieveiligen: proficiat, je hebt gewonnen + vuurwerkjes, … meer en meer willen
doen
- Privésfeer: partner afwas laten doen, belonen na deze klaar is na een tijd zal die vanzelf
aan de afwas beginnen
Pavlov
- Klassieke conditionering
Eten zien, hond kwijlt natuurlijk
Bel rinkelt, niks gebeurt
Eten geven, altijd bellen
Hoort bel, denkt aan eten kwijlt
Eten wordt geasocieerd aan het belletje
In de praktijk: als partner strijkt, tv aanzetten
leuke serie, alles voor jou
strijken wordt me-time, geassocieerd met die serie
In de marketing:
Muziek in elke reclame
Parfum reclame
consument is hond
het merk is het belletje
Sfeer die wordt gecreeërd in de filmpjes, is het eten bepaalde mindset
door muziek en beeld samen te voegen
Als we het merk zien krijgen we meteen het gevoel die ons het filmpje ons
geeft
2
, Watson
- Het behaviorisme
Ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie
„Behavioristische manifest‟: uitbouw van een zuivere S-R psychologie waarin
conditionering een sleutelbegrip is
Watson geloofde dat uit een zeer beperkt aantal reflexen een complex arsenaal van
stimulus-respons associaties tot stand kan komen door conditionering
Uitzonderlijke rol toegekend aan de leerervaringen in de uitbouw van een
persoonlijkheid, waarbij rol van de omgeving centraal staat
(nature >< nurture)
Nature: meegekregen van de natuur, dna
Nurture: hoe je wordt opgevoed
Woodworth
- vond zuiver S-R standpunt onmogelijk voor de uitbouw van de psychologie
- Pleitte voor een S-O-R psychologie => O(rganisme) verwees naar alle interne variabelen die
een mediërende rol vervullen tussen S en R
- Stimulus – organisme – reactie
Cognitieve wetenschap
- Gestaltpsychologie (stroming)
Ook ontstaan vanuit verzet tegen de bewustzijnspsychologie.
Centraal thema: Waarnemen is meer dan een samensmelting van enkelvoudige
gewaarwordingen: het ‘geheel’ is meer dan een som van afzonderlijke delen.
De waarneming van een bepaald verschijnsel omvat méér dan wat fysisch aanwezig
is: door het subject dat waarneemt gebeurt er steeds een structurering, een
organisatie.
- “LEREN” als gedragsverandering is het resultaat van een veranderende waarneming
- Beschrijving van het leerproces als ‘problem-solving’
Als de situatie anders wordt geïnterpreteerd reactie is anders
Köhler
- Elk gedrag veronderstelt cognitieve verwerking: gedrag is immers een betekenisvolle reactie.
- Verwerking verloopt deels bewust, maar grotendeels automatisch.
- In de cognitieve psychologie wil men een inzicht krijgen in de processen die vanuit de input
de output bepalen.
Automatische processen:
Verlopen parallel (multitasken) en onafhankelijk van elkaar
Zijn snel
Vergen geen bewustzijn van activerende stimuli
Zijn niet vatbaar voor introspectie (= zelfreflectie)
Zijn niet afhankelijk van een bepaalde intentie en zijn oncontroleerbaar
Bewuste processen zijn hiervan het spiegelbeeld:
Verlopen serieel (niet multitasken)
Zijn traag
Worden op bewuste wijze gestuurd door interne en externe stimuli
Zijn vatbaar voor introspectie
3