Wijsgerige pedagogiek
Inleiding
Ethos Een toepassing op het echte leven: een levenskunst / de
wijze om een concreet gestalte te geven aan het eigen leven
Knowledge insertion Het idee dat je kennis kan inbrengen zoals het in het
behaviorisme werd toegepast
Technisch handelen Door het manipuleren van condities en het stellen van
bepaalde interventies kun je tot het gewenste resultaat
komen
Behaviorisme Leertheorie die stelt dat men via een geprogrammeerd
toedienen of wegnemen van positieve of negatieve
ervaringen om het even welk gedrag kan aanleren/ afleren
Commune Vorm van samenleven waarbij een groep gelijkgestemden
kiezen om samen een gemeenschap te vormen, het idee van
gemeenschappelijkheid staat centraal)
Vormbaarheid Niet te bewijzen aanname, dat als je een attitude inneemt
die die dikwijls tegen de waarschijnlijke aandient: kwestie
van een logica tegen elke logica in, opvoeding als een
antwoord op een gebeuren als je deze houding aanneemt
dan ga je deze vanzelf waarmaken door de selffulfilling
prophecy – vertrouwen in de opvoedbaarheid van iemand
(meirieu)
Constitutieve Principes / basishoudingen die het mogelijk opvoeden
mogelijkheidsvoorwaarden mogleijk maken (meirieu): vrijheid (gelijkheid), niet-
transparantie (mislukking toestaan en niet alles willen weten
/ controleren, onwetendheid tolereren), vormbaarheid
Learnification Het opvoeden en onderwijzen herleiden tot leren (Biesta
heeft hier kritiek op)
Learning outcomes Optimale leerresultaten die ze willen bekomen door de
technische handeling van het leren te stellen
3 doelen van opvoeding volgens Kwalificatie = overdracht + verwerven van kennis en
Biesta vaardigheden waarvan de waarde wordt uitgedrukt in
diploma’s die nuttig zijn voor de arbeidsmarkt
Socialisatie = initiatie van de traditie, gevoeligheden en
waarden van een welbepaalde samenleving
Subjectivering = leven leiden als mens / subject en niet als
ding of object; vormgeven aan het eigen leven en eigen
verlangens als betekenisvolle wereld en anderen daarin die
, ons levenspad kruisen de persoonsvorming: mensen
menselijk maken door ze in staat te stellen om een leven te
kunnen leiden
Hoofdstuk 2: filosofie en opvoeding in de klassieke
oudheid
Mythos Het vertellen van een verhaal over goddelijke krachten waar
de mens geen vat op heeft om samenhang en regelmaat te
verklaren
Logos Rationeel willen begrijpen van natuurkrachten adhv
argumenten die men kan controleren en weerleggen
Criterium van een goed verhaal Aansprekingskracht en aansluiting bij de intuïtie,
schoonheid, spektakelwaarde en autoriteit
Criterium ve goed rationeel begrip Logische consistentie (en niets anders)
Panta rhei Alles vloeit: Herakleitos van Efese vertelde deze stelling
omdat hij zegt dat alles wat bestaat in een continue toestand
van verandering is
De polis Atheense stadsbestuur
Agora Stadscentrum met een grote politieke betekenis, er werd aan
democratisch debat gegaan
Idiotes Als je als vrije burger weigert deel te nemen aan het
democratisch debat
Relativisme Stroming die niet geinteresseerd is in de waarheidswaarde
van de argumenten, macht en nut in de plaats van de
waarheid
De mens is de maat van alle dingen Citaat van protagoras (sofist) die beweerde dat er geen
universele waarheid is en dat elk mens zijn eigen waarheid
heeft
Paidagogos Een slaaf die de kinderen vroeger naar school brachten
Parrhesia Het altijd en principieel willen verkondigen van de waarheid,
ondanks de risico’s die er aan verbonden zijn. Vrije,
openhartige en onbevreesde uitspraak (Socrates)
Socratische ironie (eironia) Ik ben de meest wijze mens ter wereld, omdat ik weet dat ik
eigenlijk niets weet
Gnoothi seauton Ken uzelf: Continue wil tot zelfkennis (Socrates)
, Deugd is inzicht Socrates’ opvatting dat niemand wetend iets verkeerd doet
Kennis is wederherinnering Socrates’ opvatting over de anamnese: waarheid zit al diep
in de mensen verscholen maar moet enkel nog ter wereld
gebracht worden
De idee De definitie van bepaalde dingen met een concretere
realiteitswaarde dan de dingen die we rechtstreeks kunnen
waarnemen (Plato)
Doksa De mening van de sofisten dat de mens de maat is van alle
dingen, dat er niet één universele waarheid is
Meningen en overtuigingen die algemeen worden
gedeeld in de SL, maar die niet getoetst zijn aan
strikte rationaliteit
Episteme Kennis die gebaseerd is op rationele overwegingen en
zekerheid
Tegen-intuïtieve De idee van Plato dat de wereld van onze alledaagse
werkelijkheidsopvatting ervaringen vergankelijk, onvolmaakt en minderwaardig is
aan de echte wereld die onvergankelijk, volmaakt en
begripsmatig is
Emancipatie Bevrijden van individuen van bepaalde sociale status, klasse,
ras, gedachtegoed … om zo gelijkheid en zelfbeschikking te
bevorderen
Epimeleia heautou Zorg voor uzelf, geef vorm aan uzelf: waarachtig leven leiden
en zich bekommeren over het individueel en collectief leven,
levenskeuzes en daden in overeenstemming brengen
Hylemorfisme De leer over de stof en vorm (Aristoteles)
Leer van de vier oorzaken het Vier vragen om te stellen wat alles is (Aristoteles):
zijnde 1. Stof / materiële oorzaak: specifieke stof waaruit iets
is gemaakt
2. Vorm / formele oorzaak: manier waarop de stof is
georganiseerd hier ontstaan definities
3. Werk / efficiënte oorzaak: datgene dat de vorm aan
stof heeft opgelegd
4. Doel / finale oorzaak: het doel of de reden waarom
de vorm aan het stof is opgelegd
Teleologie Denken in termen van doeloorzakelijkheid (Aristoteles), het
idee dat er doelen zijn ingebouwd in de natuurlijke
processen
Onbewogen beweger (Aristoteles) God beweegt alle anderen om te streven naar
perfectie, maar hij staat zelf stil want hij is al perfect
Inleiding
Ethos Een toepassing op het echte leven: een levenskunst / de
wijze om een concreet gestalte te geven aan het eigen leven
Knowledge insertion Het idee dat je kennis kan inbrengen zoals het in het
behaviorisme werd toegepast
Technisch handelen Door het manipuleren van condities en het stellen van
bepaalde interventies kun je tot het gewenste resultaat
komen
Behaviorisme Leertheorie die stelt dat men via een geprogrammeerd
toedienen of wegnemen van positieve of negatieve
ervaringen om het even welk gedrag kan aanleren/ afleren
Commune Vorm van samenleven waarbij een groep gelijkgestemden
kiezen om samen een gemeenschap te vormen, het idee van
gemeenschappelijkheid staat centraal)
Vormbaarheid Niet te bewijzen aanname, dat als je een attitude inneemt
die die dikwijls tegen de waarschijnlijke aandient: kwestie
van een logica tegen elke logica in, opvoeding als een
antwoord op een gebeuren als je deze houding aanneemt
dan ga je deze vanzelf waarmaken door de selffulfilling
prophecy – vertrouwen in de opvoedbaarheid van iemand
(meirieu)
Constitutieve Principes / basishoudingen die het mogelijk opvoeden
mogelijkheidsvoorwaarden mogleijk maken (meirieu): vrijheid (gelijkheid), niet-
transparantie (mislukking toestaan en niet alles willen weten
/ controleren, onwetendheid tolereren), vormbaarheid
Learnification Het opvoeden en onderwijzen herleiden tot leren (Biesta
heeft hier kritiek op)
Learning outcomes Optimale leerresultaten die ze willen bekomen door de
technische handeling van het leren te stellen
3 doelen van opvoeding volgens Kwalificatie = overdracht + verwerven van kennis en
Biesta vaardigheden waarvan de waarde wordt uitgedrukt in
diploma’s die nuttig zijn voor de arbeidsmarkt
Socialisatie = initiatie van de traditie, gevoeligheden en
waarden van een welbepaalde samenleving
Subjectivering = leven leiden als mens / subject en niet als
ding of object; vormgeven aan het eigen leven en eigen
verlangens als betekenisvolle wereld en anderen daarin die
, ons levenspad kruisen de persoonsvorming: mensen
menselijk maken door ze in staat te stellen om een leven te
kunnen leiden
Hoofdstuk 2: filosofie en opvoeding in de klassieke
oudheid
Mythos Het vertellen van een verhaal over goddelijke krachten waar
de mens geen vat op heeft om samenhang en regelmaat te
verklaren
Logos Rationeel willen begrijpen van natuurkrachten adhv
argumenten die men kan controleren en weerleggen
Criterium van een goed verhaal Aansprekingskracht en aansluiting bij de intuïtie,
schoonheid, spektakelwaarde en autoriteit
Criterium ve goed rationeel begrip Logische consistentie (en niets anders)
Panta rhei Alles vloeit: Herakleitos van Efese vertelde deze stelling
omdat hij zegt dat alles wat bestaat in een continue toestand
van verandering is
De polis Atheense stadsbestuur
Agora Stadscentrum met een grote politieke betekenis, er werd aan
democratisch debat gegaan
Idiotes Als je als vrije burger weigert deel te nemen aan het
democratisch debat
Relativisme Stroming die niet geinteresseerd is in de waarheidswaarde
van de argumenten, macht en nut in de plaats van de
waarheid
De mens is de maat van alle dingen Citaat van protagoras (sofist) die beweerde dat er geen
universele waarheid is en dat elk mens zijn eigen waarheid
heeft
Paidagogos Een slaaf die de kinderen vroeger naar school brachten
Parrhesia Het altijd en principieel willen verkondigen van de waarheid,
ondanks de risico’s die er aan verbonden zijn. Vrije,
openhartige en onbevreesde uitspraak (Socrates)
Socratische ironie (eironia) Ik ben de meest wijze mens ter wereld, omdat ik weet dat ik
eigenlijk niets weet
Gnoothi seauton Ken uzelf: Continue wil tot zelfkennis (Socrates)
, Deugd is inzicht Socrates’ opvatting dat niemand wetend iets verkeerd doet
Kennis is wederherinnering Socrates’ opvatting over de anamnese: waarheid zit al diep
in de mensen verscholen maar moet enkel nog ter wereld
gebracht worden
De idee De definitie van bepaalde dingen met een concretere
realiteitswaarde dan de dingen die we rechtstreeks kunnen
waarnemen (Plato)
Doksa De mening van de sofisten dat de mens de maat is van alle
dingen, dat er niet één universele waarheid is
Meningen en overtuigingen die algemeen worden
gedeeld in de SL, maar die niet getoetst zijn aan
strikte rationaliteit
Episteme Kennis die gebaseerd is op rationele overwegingen en
zekerheid
Tegen-intuïtieve De idee van Plato dat de wereld van onze alledaagse
werkelijkheidsopvatting ervaringen vergankelijk, onvolmaakt en minderwaardig is
aan de echte wereld die onvergankelijk, volmaakt en
begripsmatig is
Emancipatie Bevrijden van individuen van bepaalde sociale status, klasse,
ras, gedachtegoed … om zo gelijkheid en zelfbeschikking te
bevorderen
Epimeleia heautou Zorg voor uzelf, geef vorm aan uzelf: waarachtig leven leiden
en zich bekommeren over het individueel en collectief leven,
levenskeuzes en daden in overeenstemming brengen
Hylemorfisme De leer over de stof en vorm (Aristoteles)
Leer van de vier oorzaken het Vier vragen om te stellen wat alles is (Aristoteles):
zijnde 1. Stof / materiële oorzaak: specifieke stof waaruit iets
is gemaakt
2. Vorm / formele oorzaak: manier waarop de stof is
georganiseerd hier ontstaan definities
3. Werk / efficiënte oorzaak: datgene dat de vorm aan
stof heeft opgelegd
4. Doel / finale oorzaak: het doel of de reden waarom
de vorm aan het stof is opgelegd
Teleologie Denken in termen van doeloorzakelijkheid (Aristoteles), het
idee dat er doelen zijn ingebouwd in de natuurlijke
processen
Onbewogen beweger (Aristoteles) God beweegt alle anderen om te streven naar
perfectie, maar hij staat zelf stil want hij is al perfect