INLEIDING
H1: HET NIEUWE VERBINTENISSENRECHT
Boek 5 BW werking in de tijd:
- Oude contracten voor 1 januari 2023: oud recht
o Let op: de toekomstige rechtsgevolgen van die oude contracten kennen ook een
toepassing van het oud recht. Ook al is de regel m.b.t. die gevolgen in het nieuwe
recht van openbare orde of dwingend recht. Bv. regeling inzake voorwaarden:
ontbindende voorwaarde werkte in het oude recht retroactief en in het nieuw recht
vanaf dat de ontbindende voorwaarde zich realiseert.
o Let op: voor toekomstige rechtshandelingen m.b.t. verbintenis uit oud contract is het
oude recht van toepassing. Dit geldt ook voor aanvullingen, vernieuwing, verlenging,
… aan het contract, voor raamcontracten1, …
- Nieuwe contracten vanaf 1 januari 2023: nieuw recht
o Let op: anticipatieve toepassing = als er twijfel bestaat over wat het oude recht
inhoudt, passen we het nieuwe recht op de oude contracten toe. Bv. in het nieuw
recht staat dat als een nietigverklaring kennelijk ongeschikt is, moet de rechter de
nietigverklaring afwijzen
Let op: Imprevisieregel art. 5.74 BW: wanneer het bijzonder kostelijk of
moeilijk wordt om verbintenis na te komen, dan zijn er mogelijkheden om
verandering te brengen aan het contract of het te beëindigen.
Oude recht: bestond niet, maar het kon wel in het contract worden
voorzien, MAAR in principe niet op oude contracten van toepassing
Nieuwe recht: regel geldt, maar is van suppletief recht, dus partijen
kunnen het contractueel uitsluiten/inperken
Inwerkingtreding van de relevante boeken van BW:
Boek 1 1/1/2023
Boek 3 1/9/2021
Boek 5 1/1/2023
Boek 6 1/1/2025
Boek 8 1/11/2020
1
Contract tussen één of meer aanbestedende overheden en één of meer opdrachtnemers met als doel om
gedurende een bepaalde periode de voorwaarden (oa. prijs) over te plaatsen opdrachten vast te leggen.
Raamovereenkomsten kunnen zowel voor werken, leveringen als diensten gesloten worden.
1
,DEEL 1: CONTRACTVRIJHEID, CONTRACTUELE GEBONDENHEID EN HUN BEPERKINGEN
H1: CONTRACTVRIJHEID
2 soorten contractsvrijheid:
1. Materiële contractsvrijheid art. 5.14 BW
o Men is vrij om:
Onderhandelingen aan te vatten art. 5.15 BW
Met wie ook te contracteren
Zelf inhoud eraan te geven
2. Formele contractsvrijheid art. 5.5 & 5.28 BW: consent
Factoren binnen het contractenrecht:
- Wilsautonomie = belangrijk aspect binnen contractenrecht, want wil van partijen is beter dan
een rechter die oplegt onder welke voorwaarden te contracteren.
o Daarom geen theorie van juste prix en justum pretium (= rechtvaardige prijs). Rechter
gaat niet tussenkomen in de vraagprijs en niet beoordelen of prijs al dan niet
rechtvaardig is. Hierop bestaan wel uitzonderingen
- Vertrouwen = het rechtmatig vertrouwen/verwachtingen van de andere partij
- Efficiëntie =
- Rechtvaardigheid = legt uit waarom je gebonden bent aan uw wilsuiting
H2: CONTRACTUELE GEBONDENHEID
Als je van contractsvrijheid gebruik maakt, verbindt je jezelf tot een verbintenis. I.g.v. eenzijdig
contract is diegene die zich verbonden heeft gebonden aan het contract en heeft de andere een
subjectief recht, namelijk het recht tot nakoming van de verbintenis die uit dat contract voortvloeit.
Een contract is uiteindelijk bindend omdat de wetgever dat wil art. 5.69 en 5.74, eerste lid BW
- Reden: contracten hebben positieve gevolgen voor de maatschappij (vrije markt)
H3: MECHANISMEN TER BEPERKING VAN DE CONTRACTVRIJHEID EN DE CONTRACTUELE
GEBONDENHEID
Beperkingen van de contractsvrijheid a.d.h.v. 6 rechtsfiguren:
1. Rechtsregels van openbare orde & dwingend recht
Art. 1.3 BW Dwingend recht Openbare orde2
Definitie Beschermt de zwakkere partij Beschermt de fundamenten, o.b.v. de
ordeningen (sociale, economische, …)
Nietigheid Relatieve Absolute
- Sanctie wegens - Sanctie wegens schending van
schending van dwingend OO
recht - Elke belanghebbende kan
- Elke beschermde partij opwerpen (ook een derde)
kan opwerpen bv. bv. overheidsopdracht voor X
handelshuurcontract i.p.v. voor Y, als Y zegt dat
herzien prijs om de 3 jaar regels openbare orde
2
Regels van openbare orde zijn ook van dwingend recht.
2
, is zowel bescherming geschonden zijn, hij kan
voor huurder als nietigverklaring eisen
verhuurder! - Geen afstand van
- Wel afstand nietigverklaring mogelijk
nietigverklaring zodra -
beschermde partij zich is
beschermde fase bevindt
bv. fase waarin huurprijs
kan herzien worden dan
kan je er afstand van
doen, maar niet in
vastleggen contract want
dan niet in die fase!
Art. 5.58 BW: Wanneer regel van dwingend Wanneer regel van OO is
afwijkende def rel. recht is EN
& abs. nietigheid EN Bescherming algemeen belang beoogt
Bescherming particulier belang - Twist: wetgever kan enkel
beoogt optreden ter bescherming van
- Niet altijd zwakke partij het algemeen belang en niet
van het individueel belang
Criterium? Niet de aard van de regel maar in de vraag: kan een rechter meewerken aan
een vordering tot uitvoering van een contract dat strijdig is met een
bepaalde regel?
Meewerken, als de particulier die Niet meewerken
beschermd wordt de
bescherming niet inroept
Kunnen van openbare orde zijn:
- Privaatrechtelijke regels die de fundamenten/grondslagen raken bv. je kan niet zomaar
indexatiebedingen in contract opnemen
- Regels van sociaal recht die de fundamenten/grondslagen raken
Virtuele openbare orde = OO die ontstaat omwille van een wijziging i.g.v. technologie bv.
draagmoederschapscontracten. Virtuele OO zal bekijken of die gedragingen etc. al dan niet strijdig
zijn met OO omdat de wetgever nog niet voorzien heeft in wetgeving.
Indien een contract tot stand is gekomen en nadien de wetgever een nieuwe regel van dwingend
recht of OO invoert i.v.m. de nietigheid van het contract, dan kunnen de prestaties, die nietig zijn
volgens de nieuwe wetgeving, niet meer worden afgedwongen (HB p90).
2. Fundamentele rechten/grondrechten
o Verticale werking: bescherming t.o.v. overheid (bv. onteigening)
o Horizontale werking: tussen particulieren (natuurlijke, RP, ondernemingen, …)
onderling= constitutionalisering privaatrecht (beïnvloed door de grondrechten)
Voorbeeld 1: verbod van houden van huisdieren in huurcontract
= schending van recht op privéleven (= grondrecht)
= verbod van rechtsmisbruik: men gaat kijken naar de schade die daardoor berokkent wordt (als er
geen last is, dan gaat dat verbod niet kunnen worden uitgeoefend). Uitoefenen van dat verbod is in
3
, strijd met hoe een normale, zorgvuldige, redelijke verhuurder zou handelen, maar als er een varken
wordt gehouden in de huurwoning kan dat verbodsrecht wel worden uitgeoefend.
Heeft allemaal te maken met belangenafweging
Voorbeeld 2: stel je sluit een stripteasecontract met een uitbater, maar je wil ervan af
= contract is niet nietig, maar wel doorwerking van dat grondrecht in de uitvoeringsfase (als u niet
uitvoert, zal die niet kunnen eisen dat je het toch doen door doorwerking menselijke waardigheid?)
Schadevergoeding kan evt. worden opgelegd
Voorbeeld 3: Bloodsuckercase: journalist stelde de vraag aan een ambtenaar: ‘deze persoon is toch
wel een bloedzuiger’, waarop de ambtenaar ja had geantwoord & daardoor werd ontslaan.
2 grondrechten tegen elkaar: recht op meningsuiting en recht op goeie naam/reputatie
Disproportioneel om ambtenaar te ontslaan. Lichtere sanctie had volstaan.
Voorbeeld 4: Burkiniverbod in zwembad
Discriminatie ⬌ hygiëne regels
Burkiniverbod mag dus omwille van hygiënebelang dat gerechtvaardigd is
Fundamentele rechten kunnen rechtstreekse (indien er wetgeving over bestaat) of onrechtstreekse
(indien rechter belangenafweging doet) werking hebben.
3. Verbod van rechtsmisbruik art. 1.10 BW
1. Je hebt het recht maar het mag niet worden uitgeoefend omdat het in concrete
omstandigheden op rechtsmisbruik neerkomt (kennelijk buiten grenzen normaal
zorgvuldig persoon), anders handel je onrechtmatig
- Sanctie: art. 1.10 lid 3: matiging recht tot normale uitoefening én/of schadeherstel
(schadevergoeding)
2. Algemeen criterium = toetsing aan voorzichtig en redelijke persoon & OO en
dwingend recht
3. Specifieke criteria om rechtsmisbruik op te delen, er is rechtsmisbruik als de houder
van het subjectieve recht handelt:
- Met de (enkele) bedoeling om te schaden bv. erfdienstbaarheidsrecht zegt dat eigenaar
omheining mag plaatsen, maar hij maakt het bijzonder moeilijk om uw recht van overgang
uit te voeren, omdat de omheining loodzwaar is
- Zonder enig redelijk/afdoende belang: recht wordt gebruikt voor een andere reden dan
waarvoor het gemaakt is
- Door het te gebruiken met een ander doel dan waarvoor het is gecreëerd
(finaliteitscriterium)
- Door bij een keuze tussen twee rechtsuitoefeningen die evenveel voordeel opleveren aan de
houder van het recht de meest nadelige/schadelijke voor de andere te kiezen
- Door te kiezen voor een rechtsuitoefening die disproportioneel veel meer nadelen/schade
toebrengt aan de houder, in vergelijking met het voordeel dat de gever ermee zou verkrijgen
(disproportionaliteitscriterium)
- Miskenning van de gerechtvaardigde verwachting voor een ander (venire contra factum
propium: inconsistent gedrag kan worden gesanctioneerd).
4