AP Hogeschool
Personen-en
Familierecht
Charlotte Op de Beeck
Op de Beeck Charlotte [student]
2024-2025
,Deel I. Personenrecht
Titel I. Persoonlijkheid
Hoofdstuk I. De persoon
BEGRIP PERSONEN:
• = elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten
• Deze eigenschap heet rechtsbekwaamheid
SOORTEN PERSONEN
• Natuurlijke personen
- De natuurlijke persoon: alleen mensen zijn personen (dieren niet genieten wél een
zekere bescherming)
- Elke mens heeft rechten en plichten
- Kan goederen kopen, mag huwen, kan ervan, mag schenken …
- Alleen de levende mens is een persoon (embryo, lijk, foetus hebben geen
rechtspersoonlijkheid wel bijzondere rechtsbescherming)
- Zijn allen rechtsbekwaam en principieel in gelijke mate (art. 10 GW. en art. 4 oud BW)
Er kan geen beslag gelegd worden op de’ handelswaarde’ van een mens
Hoe zit het met de verkoop van een voetbalspeler?
Beperking subjectieve rechten:
Wet of rechter ontneemt of ontzegt aan enkele personen een beperkt aantal subjectieve
rechten.
- Vreemdelingen hebben niet alle politieke rechten (stemrecht, bekleden van een politiek
mandaat)
- Bepaalde door wet opgesomde personen in relatie tot bepaalde andere personen (lees
art. 4.142 BW en art. 215 oud BW echtgeno(o)t(e) kan de gezinswoning niet
verkopen)
- Door rechter (lees art. 4.6 BW onwaardigheid om te erven) en art. 32
Jeugdbeschermingswet ontzetting uit ouderlijk gezag)
• Rechtspersonen
- Een groepering van mensen of rechtspersonen die drager zijn als groepering van
rechten en plichten
Gevolg: rechtspersonen kunnen, los van de samenstellende natuurlijke personen, aan het
rechtsverkeer deelnemen zoals een mens, als dragers van subjectieve rechten en plichten
Vb.: verenigingen (vzw’s), vennootschappen
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 1
,ONTSTAAN EN BEËINDIGING VAN DE PERSOONLIJKHEID VAN DE NATUURLIJKE PERSOON
Ontstaan
- Vangt aan met de geboorte
o Levend: vanaf 24 weken (6 maanden), een doodgeboren kind verwerft geen
persoonlijkheid
o Levensvatbaar: dus niet in de onmogelijkheid verkeren om te overleven (bv
extreme vroeggeboorte niet)
- Een verwekt kind: kan al titularis zijn van bepaalde rechten en plichten voor de
geboorte in zoverre het later levend en levensvatbaar geboren wordt. (vb. kind van
Wouter Weylandt. ‘Infans conceptus pro iam nato habetur quotiens de commodo eius
agitur’)
- Vermoeden van verwekking: 300 tot 180e dag voor geboorte
Beëindiging
- Eindigt met overlijden
- Bij euthanasie wordt geacht natuurlijke dood gestorven te zijn voor wat betreft
uitvoering overeenkomst waarbij hij partij was (vb. levensverzekering)
- Verdacht overlijden? (Mogelijk dient gerechtsarts ingeschakeld te worden)
- Faillietverklaring is mogelijk 6 maanden na overlijden
- Geen definitie van ogenblik van dood. (wanneer alle functies nodig voor handhaving
menselijk leven “volledig” en “onomkeerbaar” uitgevallen zijn)
- Orgaanuitneming ‘ex mortuo’: het overlijden van de donor moet worden vastgesteld
door een college van drie geneesheren
- Commorientes-leer: indien de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden
niet kan worden bepaald, stelt de wet een vermoeden van gelijktijdig overlijden
- vb. vliegtuigramp, treinramp
Hoofdstuk 2. De staat van de persoon, De bekwaamheid, De burgerlijke
stand
BEGRIP “STAAT VAN DE PERSOON”
- Geheel van persoonlijke en persoonlijke relatie gebonden hoedanigheden van een
persoon die zijn juridische plaats in de maatschappij en de familie bepalen, bv Belg
- zijn, gehuwd zijn, …
- Het is de rechtstoestand van een persoon die zijn rechten en plichten bepalen
- Zie art. 6, § 2 oud BW
“De staat van een persoon is het geheel van bepaalde hoedanigheden van een
persoon die zijn rechtspositie in de familie en in de maatschappij bepalen en die hem
onderscheiden van de andere personen wat het bezit en de uitoefening van bepaalde
rechten betreft.”
Tegenover wie/wat geldt deze rechtstoestand?
- De overheid (nationaliteit)
- De familie (verwantschap of gehuwd of niet)
- De enkeling (leeftijd, geslacht, psychische geestestoestand, elementen die de persoon
identificeren zoals zijn naam en zijn woonplaats)
Deze individuele aspecten van de persoon worden aangeduid als elementen van
staat
Verkrijging van de staat
- Gezien het belang van deze staat kan deze enkel voortvloeien uit of krachtens een wet
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 2
, - De verkrijging is afhankelijk van
o Rechtsfeiten (geboorte, overlijden, leeftijd)
o Materiële rechtshandelingen (huwelijk, erkenning)
o Gerechtelijke uitspraken: (echtscheiding, adoptie, onbekwaamverklaring)
o Een wet: de naturalisatie
Kenmerken van de staat
De staat bepaalt iemands rechtspositie en moet dus tegenstelbaar zijn aan iedereen.
Zowel het verkrijgen, verliezen als wijzigen van de elementen van staat moet gebeuren
volgens wettelijke regels. Hiervan mag men niet afwijken omdat deze regels de openbare
orde aanbelangen.
1. De staat is niet vatbaar voor autonome wijziging: geen wijziging door autonome
wilsuiting betrokkenen. (bv als gehuwde kan je niet beslissen om opeens niet meer
gehuwd te zijn.) Wettelijke regels moeten gevolgd worden
2. De staat is onbeschikbaar: elke overeenkomst, dading of afstand die tot voorwerp of
oogmerk zou hebben een element van de staat te wijzigen, is nietig
3. De staat is universeel tegenstelbaar
4. De staat is niet vatbaar voor verjaring: het tijdsverloop blijft zonder invloed op
iemands rechtstoestand
5. De staat is enkelvoudig: kan niet gelijktijdig m.b.t. een welbepaald element van zijn
staat twee verschillende hoedanigheden hebben
Vorderingen van staat
- Het geheel van de rechtsvorderingen die de vaststelling of wijziging van een element
van de staat van de persoon betreffen
a) vorderingen tot vaststelling van staat: deze zijn van declaratieve aard
o inroeping van staat: een moeder komt kind inschrijven op school zonder dat dit kind op
paspoort vermeld is
o betwisting van staat: betwisting vaderschap
b) vorderingen tot wijziging van staat: deze zijn van constitutieve aard (schept een nieuwe
rechtstoestand)
o een vordering tot echtscheiding
Bezit van Staat
- betekent de feitelijke toestand waarin men zich bevindt m.b.t. een bepaald element
van zijn staat
- Inhoud: geen algemene omschrijving
1° nomen (naam)
2° fama (familie en samenleving)
3° tractatus (behandeld worden als …)
- In het afstammingsrecht voegt men er een vierde component aan toe namelijk het feit
dat de openbare overheid de betrokkene beschouwt als hebbend de staat waarop hij
zich beroept
- Om van een deugdelijk bezit van staat te kunnen spreken is alleen vereist:
1° Voldoende betekenisvolle feiten aangevoerd worden
2° Dat alle aanwijzingen convergerend zijn
3° Dat het bezit dat door aangevoerde feiten wordt aangetoond, voortdurend is
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 3
Personen-en
Familierecht
Charlotte Op de Beeck
Op de Beeck Charlotte [student]
2024-2025
,Deel I. Personenrecht
Titel I. Persoonlijkheid
Hoofdstuk I. De persoon
BEGRIP PERSONEN:
• = elke entiteit die drager kan zijn van rechten en plichten
• Deze eigenschap heet rechtsbekwaamheid
SOORTEN PERSONEN
• Natuurlijke personen
- De natuurlijke persoon: alleen mensen zijn personen (dieren niet genieten wél een
zekere bescherming)
- Elke mens heeft rechten en plichten
- Kan goederen kopen, mag huwen, kan ervan, mag schenken …
- Alleen de levende mens is een persoon (embryo, lijk, foetus hebben geen
rechtspersoonlijkheid wel bijzondere rechtsbescherming)
- Zijn allen rechtsbekwaam en principieel in gelijke mate (art. 10 GW. en art. 4 oud BW)
Er kan geen beslag gelegd worden op de’ handelswaarde’ van een mens
Hoe zit het met de verkoop van een voetbalspeler?
Beperking subjectieve rechten:
Wet of rechter ontneemt of ontzegt aan enkele personen een beperkt aantal subjectieve
rechten.
- Vreemdelingen hebben niet alle politieke rechten (stemrecht, bekleden van een politiek
mandaat)
- Bepaalde door wet opgesomde personen in relatie tot bepaalde andere personen (lees
art. 4.142 BW en art. 215 oud BW echtgeno(o)t(e) kan de gezinswoning niet
verkopen)
- Door rechter (lees art. 4.6 BW onwaardigheid om te erven) en art. 32
Jeugdbeschermingswet ontzetting uit ouderlijk gezag)
• Rechtspersonen
- Een groepering van mensen of rechtspersonen die drager zijn als groepering van
rechten en plichten
Gevolg: rechtspersonen kunnen, los van de samenstellende natuurlijke personen, aan het
rechtsverkeer deelnemen zoals een mens, als dragers van subjectieve rechten en plichten
Vb.: verenigingen (vzw’s), vennootschappen
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 1
,ONTSTAAN EN BEËINDIGING VAN DE PERSOONLIJKHEID VAN DE NATUURLIJKE PERSOON
Ontstaan
- Vangt aan met de geboorte
o Levend: vanaf 24 weken (6 maanden), een doodgeboren kind verwerft geen
persoonlijkheid
o Levensvatbaar: dus niet in de onmogelijkheid verkeren om te overleven (bv
extreme vroeggeboorte niet)
- Een verwekt kind: kan al titularis zijn van bepaalde rechten en plichten voor de
geboorte in zoverre het later levend en levensvatbaar geboren wordt. (vb. kind van
Wouter Weylandt. ‘Infans conceptus pro iam nato habetur quotiens de commodo eius
agitur’)
- Vermoeden van verwekking: 300 tot 180e dag voor geboorte
Beëindiging
- Eindigt met overlijden
- Bij euthanasie wordt geacht natuurlijke dood gestorven te zijn voor wat betreft
uitvoering overeenkomst waarbij hij partij was (vb. levensverzekering)
- Verdacht overlijden? (Mogelijk dient gerechtsarts ingeschakeld te worden)
- Faillietverklaring is mogelijk 6 maanden na overlijden
- Geen definitie van ogenblik van dood. (wanneer alle functies nodig voor handhaving
menselijk leven “volledig” en “onomkeerbaar” uitgevallen zijn)
- Orgaanuitneming ‘ex mortuo’: het overlijden van de donor moet worden vastgesteld
door een college van drie geneesheren
- Commorientes-leer: indien de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden
niet kan worden bepaald, stelt de wet een vermoeden van gelijktijdig overlijden
- vb. vliegtuigramp, treinramp
Hoofdstuk 2. De staat van de persoon, De bekwaamheid, De burgerlijke
stand
BEGRIP “STAAT VAN DE PERSOON”
- Geheel van persoonlijke en persoonlijke relatie gebonden hoedanigheden van een
persoon die zijn juridische plaats in de maatschappij en de familie bepalen, bv Belg
- zijn, gehuwd zijn, …
- Het is de rechtstoestand van een persoon die zijn rechten en plichten bepalen
- Zie art. 6, § 2 oud BW
“De staat van een persoon is het geheel van bepaalde hoedanigheden van een
persoon die zijn rechtspositie in de familie en in de maatschappij bepalen en die hem
onderscheiden van de andere personen wat het bezit en de uitoefening van bepaalde
rechten betreft.”
Tegenover wie/wat geldt deze rechtstoestand?
- De overheid (nationaliteit)
- De familie (verwantschap of gehuwd of niet)
- De enkeling (leeftijd, geslacht, psychische geestestoestand, elementen die de persoon
identificeren zoals zijn naam en zijn woonplaats)
Deze individuele aspecten van de persoon worden aangeduid als elementen van
staat
Verkrijging van de staat
- Gezien het belang van deze staat kan deze enkel voortvloeien uit of krachtens een wet
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 2
, - De verkrijging is afhankelijk van
o Rechtsfeiten (geboorte, overlijden, leeftijd)
o Materiële rechtshandelingen (huwelijk, erkenning)
o Gerechtelijke uitspraken: (echtscheiding, adoptie, onbekwaamverklaring)
o Een wet: de naturalisatie
Kenmerken van de staat
De staat bepaalt iemands rechtspositie en moet dus tegenstelbaar zijn aan iedereen.
Zowel het verkrijgen, verliezen als wijzigen van de elementen van staat moet gebeuren
volgens wettelijke regels. Hiervan mag men niet afwijken omdat deze regels de openbare
orde aanbelangen.
1. De staat is niet vatbaar voor autonome wijziging: geen wijziging door autonome
wilsuiting betrokkenen. (bv als gehuwde kan je niet beslissen om opeens niet meer
gehuwd te zijn.) Wettelijke regels moeten gevolgd worden
2. De staat is onbeschikbaar: elke overeenkomst, dading of afstand die tot voorwerp of
oogmerk zou hebben een element van de staat te wijzigen, is nietig
3. De staat is universeel tegenstelbaar
4. De staat is niet vatbaar voor verjaring: het tijdsverloop blijft zonder invloed op
iemands rechtstoestand
5. De staat is enkelvoudig: kan niet gelijktijdig m.b.t. een welbepaald element van zijn
staat twee verschillende hoedanigheden hebben
Vorderingen van staat
- Het geheel van de rechtsvorderingen die de vaststelling of wijziging van een element
van de staat van de persoon betreffen
a) vorderingen tot vaststelling van staat: deze zijn van declaratieve aard
o inroeping van staat: een moeder komt kind inschrijven op school zonder dat dit kind op
paspoort vermeld is
o betwisting van staat: betwisting vaderschap
b) vorderingen tot wijziging van staat: deze zijn van constitutieve aard (schept een nieuwe
rechtstoestand)
o een vordering tot echtscheiding
Bezit van Staat
- betekent de feitelijke toestand waarin men zich bevindt m.b.t. een bepaald element
van zijn staat
- Inhoud: geen algemene omschrijving
1° nomen (naam)
2° fama (familie en samenleving)
3° tractatus (behandeld worden als …)
- In het afstammingsrecht voegt men er een vierde component aan toe namelijk het feit
dat de openbare overheid de betrokkene beschouwt als hebbend de staat waarop hij
zich beroept
- Om van een deugdelijk bezit van staat te kunnen spreken is alleen vereist:
1° Voldoende betekenisvolle feiten aangevoerd worden
2° Dat alle aanwijzingen convergerend zijn
3° Dat het bezit dat door aangevoerde feiten wordt aangetoond, voortdurend is
Charlotte op de Beeck AP hogeschool 3