samenvatting personenbelasting tem H6 afd 3

PERSONENBELASTING
Hoofdstuk 1: Inleiding – lezen
Onderscheid tussen directe en indirecte belastingen.
Directe belastingen (geheven n.a.v. de verwerving van een inkomen – inkomstenbelastingen):
 Personenbelasting
 Vennootschapsbelasting
 Rechtspersonenbelasting
 Belasting der niet-inwoners

Inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen
 Verkeersbelasting
 Belasting in verkeersstelling (BIV) = 1 maal op ogenblik je auto in verkeer brengt
 Kilometerheffing

Indirecte belastingen (verschuldigd n.a.v. materiële of juridische handeling):
 BTW
 Douanerechten
 Accijnzen
 Registratiebelasting

Niet fiscale inkomsten: bestaan uit brede waaier van mogelijke inkomsten, staan los van
verplichte heffingen (opgelegde boetes, opbrengst onroerende goederen, verkoop diensten,
ontvangen retributies). Retributie = gekenmerkt door individueel aanwijsbaar voordeel, is
heffing die enkel bestemd is om dienst waar men vrijwillig om gevraagd heeft te vergoeden
vs belasting = bestemd om algemene uitgaven van overheid te dekken).


Belastingen in België
Fiscaliteit = nationaal publiek recht want verhouding burger & overheid
 België = zware belastingdruk (omdat we veel terugkrijgen van de staat)
 Hoe meer taken een gemeenschap aan de staat opdraagt, hoe meer geld nodig
 Financiële noden vooral opgevangen via fiscale inkomsten

Belasting
 Geldelijke bijdrage (betaal je in geld, niet natura)
 Opgelegd door de overheid
 Voor de noodwendigheden van diensten van algemeen nut

 Alles wordt gefinancierd door belastingen. Één bijdrage die je kan betalen in de vorm van
natura = erfbelasting of successierechten.
 Personenbelasting sowieso betalen in geld




1

,Hoofdstuk 2: Kenmerken
Annaliteit, belastbaar tijdperk, aanslagjaar

Personenbelasting treft belastingplichtigen op jaarinkomsten, voor bepaald aanslagjaar
verschuldigde belasting wordt gevestigd op inkomsten die belastingplichtige in
overeenkomstig belastbare tijdperk verkregen heeft.
- Belastbaar tijdperk: jaar N
- Aanslag jaar: N + 1

Alles wat nu in personenbelasting of vennootschapsbelasting is, is niet van toepassing op
inkomstenjaar 2024, maar aanslagjaar 2025 !!

We werken met IJ 2024 = welke inkomsten in 2024, want we moeten die aan fiscus
meedelen in 2025 juni/juli. Moeten hier aangifteformulier voor invullen, dat bestaat nog
niet, dus gebruiken we voorlopig dat van 2024.

In IJ krijg je inkomsten:
 Onroerende inkomsten: inkomsten uit onroerende goederen (huizen, gebouwen)
 Roerende inkomsten: inkomsten uit aandelen, obligaties, intresten
 Bedrijfsinkomsten / beroepsinkomsten = inkomsten uit uitoefening beroepsactiviteit
 Diverse inkomsten = onderhoudsgeld in geval van echtscheiding, meerwaarde
verkoop van huis

Ook betalen van voorheffingen in IJ = voorschotten die ik betaal op de belasting die ik op die
inkomsten van 2024, in mindering breng met uiteindelijke belasting
 Onroerende voorheffing
 Roerende voorheffing
 Bedrijfsvoorheffing
 Allemaal als voorschot op uiteindelijk verschuldigde belasting

IJ = kalenderjaar:
1/01/2024 - 31/12/2024
AJ = 1/01/2024 -
30/06/2025 => DUURT 18
MAANDEN

TEN LAATSTE 30/6/2025
(via taxonweb verschilt dat,
gebeurt midden juli)
aangifteformulier invullen
en doorsturen naar fiscus.
Allemaal invullen wat we
in inkomstenjaar hebben
vergaard aan inkomsten.
Gedurende 12 maanden
(tot 2026) gaat fiscus
personenbelasting
2
berekenen, dan gaat de
fiscus u een brief sturen
waarop staat ‘hoeveel
belasting je moet betalen

,Belastingplichtige
 Ieder NP, die aan kwalificatie rijksinwoner voldoet, op zijn wereldwijd inkomen
o Elke rijksinwoner wordt belast op wereldwijde inkomen
o Elke particulier en ook elke zelfstandige in eigen naam (zonder vennootschap)


Wie is belastingplichtige in personenbelasting?
In theorie wordt elke rijksinwoner belast op wereldwijd inkomen. Belgie heeft dubbele
belastingswetten met landen overeengekomen, als je al zoveel belasting hebt betaald op
inkomen uit buitenland. Als het daar al belast is, hier niet meer belasten en omgekeerd.

Rijksinwoner
 Fiscale woonplaats in België
o Bepaalt welk gewest bevoegd is voor het innen van belastingen
 (Vlaams, Brussels en Waals)
o Belangrijk: fiscaliteit is niet identiek hetzelfde in de drie gewesten.
 Andere wetgeving, andere regels.

Fiscale woonplaats = domicilie, wat staat in rijksregister, maar is weerlegbaar wettelijk
vermoeden = niet noodzakelijk hetzelfde.
Fiscale woonplaats is waar je met gezin duurzaam verblijft.

Administratie moet woonplaats bewijzen
 Rijksregister
= weerlegbaar wettelijk vermoeden
 Vestiging gezin
= onweerlegbaar wettelijk vermoeden
 Feitelijke scheiding
= laatste echtelijke verblijfplaats

 Wordt altijd bekeken op 1 januari van het AANSLAGJAAR.
 Die bepaalt welk gewest bevoegd is.




3

, Het louter bezitten wordt niet belast in de PB, enkel hetgene wat je hierop verdient!
 Woning wordt niet belast, wel het huurgeld dat je hiervan ontvangt.
o Als je huis verhuurt, heb je onroerende inkomsten. Als je eigenaar bent, heb je
kadastraal inkomen = onroerend inkomen en daarop betaal je belastingen.

 Spaargeld wordt niet belast, wel de rente die je erop verdient
o Geld gespaard en beleggen, dan heb je roerende inkomsten.

 Het werken zelf is niet belast, wel het inkomen dat je erop verdient


 Het zorg dragen van uw kinderen wordt niet belast, wel de onderhoudsuitkering die
u ervoor ontvangt.

Meerwaarde op verkoop onroerend goed = DIVERS (geen onroerende inkomsten!!!)



Belastende overheden
 2 belastende overheden
Stuk belasting gaat naar staat, federale overheid en stuk naar gewesten.

Als fiscale woonplaats in AJ op 1 januari in Vlaanderen is, is Vlaams Gewest bevoegd.

Fiscus gaat belasting berekenen op belastbare inkomsten, wie doet dat = federale overheid.
Daar dien je brief in en zij berekenen dat, je dient in 30/6/2025, met betrekking tot
inkomsten 2024. Je vult inkomsten uit 2024 in, en federale overheid berekent. Er komt later
nog gemeentebelasting bij.




4