100% tevredenheidsgarantie Direct beschikbaar na je betaling Lees online óf als PDF Geen vaste maandelijkse kosten 4.2 TrustPilot
logo-home
Samenvatting

BBO1 Recht samenvatting 2425

Beoordeling
-
Verkocht
-
Pagina's
36
Geüpload op
25-05-2025
Geschreven in
2024/2025

Heldere en complete samenvatting van het vak Recht voor BBO1, gebaseerd op de hoorcolleges en de gebruikte literatuur (2025). Alle zeven weken zijn overzichtelijk uitgewerkt, inclusief de belangrijkste begrippen, theorieën en voorbeelden. Ideaal voor studenten Bestuurskunde die snel grip willen krijgen op het Nederlandse rechtsstelsel, van staats- en bestuursrecht tot privaat- en strafrecht. Perfect als voorbereiding op je tentamen!

Meer zien Lees minder











Oeps! We kunnen je document nu niet laden. Probeer het nog eens of neem contact op met support.

Documentinformatie

Heel boek samengevat?
Nee
Wat is er van het boek samengevat?
Hoofdstuk 1 t/m 7, 10 t/m 12, 15 en 16
Geüpload op
25 mei 2025
Aantal pagina's
36
Geschreven in
2024/2025
Type
Samenvatting

Voorbeeld van de inhoud

1


Recht
Week 1: Wat is recht?

Recht
Recht zorgt ervoor dat mensen weten waar ze aan toe zijn, dat de
overheid zich niet zomaar met alles kan bemoeien en dat conflicten op
een eerlijke manier opgelost kunnen worden. Voor iemand die
bestuurskunde studeert is het recht extra belangrijk, omdat je als
toekomstige professional gaat werken binnen of samen met de overheid.
Je zult dus vaak te maken krijgen met wetten en regels en je bent als
overheidsfunctionaris ook zelf gebonden aan het recht. Tegelijkertijd speelt
de overheid ook een rol in het maken van wetten. Die dubbelrol maakt het
recht complex maar ook heel interessant.

De rechtsstaat versus de politiestaat
Nederland is een rechtsstaat. Dat betekent dat de overheid zich aan de
wet moet houden en burgers beschermd worden tegen machtsmisbruik.
 Voorbeeld hiervan is de regel in de Amerikaanse grondwet dat een
president maximaal twee termijnen mag dienen. Zelfs een machtige
leider moet zich daaraan houden.

Dit zijn de belangrijkste kenmerken van een rechtsstaat:
1. Grondrechten van burgers
Burgers hebben rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet.
o Klassieke grondrechten: deze beschermen burgers tegen
de overheid. Voorbeelden zijn:
 Het gelijkheidsbeginsel (geen discriminatie – artikel 1
Gw)
 Vrijheid van meningsuiting (artikel 7 Gw)
 Recht op privacy (artikel 10 Gw)
o Sociale grondrechten: deze verplichten de overheid om
actief te zorgen voor burgers. Bijvoorbeeld:
 Recht op bestaanszekerheid (artikel 20 Gw)
 Recht op onderwijs (artikel 23 Gw)
2. Legaliteitsbeginsel
De overheid mag alleen ingrijpen in het leven van burgers als daar
een wettelijke basis voor is. Dus: geen wet = geen inmenging.
3. Trias politica (machtenscheiding)
De macht in Nederland is verdeeld over drie groepen: De
wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht.
4. Recht op toegang tot de rechter
Burgers en organisaties mogen altijd naar een onafhankelijke rechter
stappen als zij vinden dat hun rechten zijn geschonden.
5. Strafvervolging door de overheid
Als iemand een strafbaar feit pleegt, kan hij vervolgd worden door
het Openbaar Ministerie (OM). Alleen de overheid mag dit doen – en

, 2

overheidsinstanties zelf zijn vaak deels beschermd tegen
strafrechtelijke vervolging.

6. Rechtszekerheid
Wetten moeten duidelijk en voorspelbaar zijn, zodat mensen weten
waar ze aan toe zijn.

De overheid heeft hierbij een dubbele positie: ze moet zich aan de wet
houden, maar is ook verantwoordelijk voor het opstellen van wetten. Dit
maakt dat er strenge procedures zijn als de grondwet gewijzigd moet
worden. In Nederland moet zo’n wijziging eerst door de gewone
wetgevingsprocedure heen. Daarna moeten er nieuwe verkiezingen
komen, en het volgende parlement moet dan nogmaals stemmen – met
een tweederdemeerderheid – voordat de grondwetswijziging doorgaat. Zo
wordt voorkomen dat de regels van het spel zomaar tussendoor worden
aangepast.

Daartegenover staat de politiestaat. De term ‘politie’ moet hier niet
letterlijk worden genomen als de agent op straat, maar als ‘bestuur’  een
oudere betekenis van het woord. In een politiestaat is er geen echte
controle op de macht van de overheid. De overheid kan regels negeren of
willekeurig toepassen.
 Voorbeeld hiervan is Rusland onder Poetin: op papier staan er mooie
rechten in de grondwet, maar in de praktijk worden deze vaak
genegeerd.

Wat is recht eigenlijk?
Er zijn twee stromingen die hierover verschillende ideeën hebben: het
rechtspositivisme en het natuurrecht.

Rechtspositivisme
De aanhangers van het rechtspositivisme zeggen: het recht is wat er in
de wet staat. Punt. Buiten de wet bestaat er geen recht. Deze benadering
was vooral in het Westen dominant tot in de jaren ’40 van de vorige eeuw.
Volgens dit idee hoef je als rechter eigenlijk alleen maar de wet voor te
lezen. Montesquieu, die vaak wordt gezien als de grondlegger van de
scheiding der machten (trias politica), zei eigenlijk: de rechter moet
gewoon kunnen lezen. Die hoeft niks te interpreteren of zelf te bedenken.
De wet is duidelijk en compleet.

Het voordeel van deze stroming is dat het heel helder is. Je weet waar je
aan toe bent. De wet is de wet, en daar handel je naar. Maar er kleeft ook
een groot nadeel aan: wat als de wet onrechtvaardig is? In nazi-Duitsland
golden rassenwetten die bepaalden wie wel of niet Joods was en wat Joden
mochten of niet. Volgens het rechtspositivisme was dat gewoon ‘recht’,
omdat het in de wet stond. Maar moreel gezien klopt dat natuurlijk niet.
Juist vanwege deze fouten uit het verleden gingen veel juristen in de jaren
’40 twijfelen aan het puur volgen van de wet als enige bron van recht.

Natuurrecht

, 3

Daarom kwam er na de Tweede Wereldoorlog weer meer aandacht voor
het natuurrecht. Dit is het idee dat er universele, aangeboren normen
zijn die boven de wet staan. Denk aan het idee dat ieder mens recht heeft
op leven, vrijheid en veiligheid – ongeacht wat er in een nationale wet
staat. Het natuurrecht zegt dus dat een wet pas echt ‘recht’ is als het ook
moreel klopt.

Maar ook aan deze stroming kleven nadelen. Want wie bepaalt wat moreel
goed is? Natuurrecht is subjectief en wordt soms beïnvloed door religie of
cultuur. Wat in het ene land als universeel recht wordt gezien, wordt elders
misschien heel anders ervaren.

Wat zijn de bronnen van het recht?
Als we kijken naar het recht zoals het nu in Nederland geldt, dan spreken
we van het positieve recht. Dat zijn alle algemene regels die op dit
moment in ons land gelden en die door de rechter kunnen worden
afgedwongen. Dat positieve recht is te vinden in vier bronnen:
 De wet. Dit is de meest bekende en belangrijke bron van recht. Er
wordt onderscheid gemaakt tussen wetten in formele en materiële
zin.
o Een formele wet is een wet die is vastgesteld door de regering
en de Staten-Generaal (Eerste en Tweede Kamer).
o Een materiële wet is een algemene regel die burgers bindt en
door een bevoegd orgaan is vastgesteld (zoals een
gemeentelijke verordening).
 Verdragen en besluiten van internationale organisaties. Denk
bijvoorbeeld aan EU-regels over stikstof of
mensenrechtenverdragen. Deze verdragen kunnen zelfs boven
nationale wetten gaan.
 Jurisprudentie. Dit is het geheel aan uitspraken van rechters. Als
rechters vaker op eenzelfde manier oordelen over een bepaald soort
situatie, ontstaat er een vaste lijn. Dit wordt ook wel rechterlijk recht
genoemd.
 Ongeschreven recht.
o Gewoonterecht: Regels die vanzelf zijn ontstaan omdat
mensen ze al lange tijd volgen.
o Ongeschreven rechtsbeginselen: Principes zoals eerlijkheid
en redelijkheid, die niet letterlijk in de wet staan, maar wel
belangrijk zijn.

Hoe is het recht ingedeeld?
We kunnen het recht op verschillende manieren indelen. Een eerste
belangrijk onderscheid is dat tussen nationaal en internationaal recht.
Nationaal recht wordt gemaakt door de Nederlandse overheid,
internationaal recht ontstaat in samenwerking met andere landen. Een
nadeel van internationaal recht is dat de handhaving lastig is. Een verdrag
werkt pas als landen zich er ook echt aan houden.

, 4

Binnen het nationale recht maken we een onderscheid tussen publiekrecht
en privaatrecht.

Publiekrecht
Publiekrecht gaat over de relatie tussen de overheid en burgers en over
hoe de overheid is georganiseerd. Dit recht bestaat uit:
 Staatsrecht: Regelt hoe de overheid in elkaar zit. Denk aan de rol
van het parlement, ministers, verkiezingen en de grondwet.
 Bestuursrecht: Regelt hoe de overheid besluiten neemt die burgers
raken. Bijvoorbeeld: hoe krijg je een bouwvergunning? Wat als je
bezwaar maakt tegen een belastingaanslag?
 Strafrecht: Bepaalt wat strafbaar is en wat de overheid mag doen
als iemand de wet overtreedt. Alleen de overheid mag iemand
vervolgen voor strafbare feiten.
Privaatrecht
Privaatrecht (ook wel burgerlijk recht) regelt de rechtsverhoudingen
tussen burgers onderling of tussen burgers en bedrijven. Denk aan het
kopen van een huis, een arbeidscontract, of schade die je veroorzaakt bij
iemand anders. Ook de overheid kan onder het privaatrecht handelen,
bijvoorbeeld als ze iets koopt of verhuurt. Dan is de overheid geen
‘overheid’ maar gewoon een partij, net als jij of ik.
 Een voorbeeld: Je koopt patat bij een snackbar. Dat is een
overeenkomst tussen twee partijen. Je eet het op (dat is
zaaksvernietiging), en daarna gooi je het bakje weg (afstand doen
van eigendom). Allemaal privaatrechtelijke handelingen.

Hoe ontwikkelt het recht zich?
Het recht is niet statisch. Het verandert met de tijd mee. Een belangrijk
voorbeeld uit de Nederlandse rechtsgeschiedenis is het arrest
Lindenbaum/Cohen (1919). Daarin oordeelde de Hoge Raad dat ook
ongeschreven normen – zoals de zorgvuldigheid tussen mensen –
rechtsgevolgen kunnen hebben. Dit betekende een doorbraak: niet alles
hoeft letterlijk in de wet te staan om toch juridisch te tellen.

Ook zijn wetten steeds vaker vaag geformuleerd. Dat komt omdat de
maatschappij complexer is geworden en wetgevers ruimte willen laten
voor interpretatie. Daarom moet de rechter tegenwoordig meer doen dan
alleen de wet oplezen. Er zijn verschillende interpretatiemethoden die hij
kan gebruiken, zoals:
 Grammaticale interpretatie: Kijken naar de letterlijke betekenis
van woorden.
 Systematische interpretatie: Kijken hoe de bepaling past binnen
de rest van de wet.
 Wethistorische interpretatie: Onderzoeken wat de bedoeling was
van de wetgever toen de wet werd gemaakt.
 Teleologische interpretatie: Kijken naar het doel van de wet en
wat maatschappelijk wenselijk is.
 Rechtshistorische interpretatie: Kijken naar hoe het vroeger
geregeld was.
€6,29
Krijg toegang tot het volledige document:

100% tevredenheidsgarantie
Direct beschikbaar na je betaling
Lees online óf als PDF
Geen vaste maandelijkse kosten

Maak kennis met de verkoper
Seller avatar
maritxdr

Ook beschikbaar in voordeelbundel

Thumbnail
Voordeelbundel
BBO1 Recht & Politicologie Blok 4 samenvattingen 2425
-
2 2025
€ 12,58 Meer info

Maak kennis met de verkoper

Seller avatar
maritxdr Universiteit Leiden
Bekijk profiel
Volgen Je moet ingelogd zijn om studenten of vakken te kunnen volgen
Verkocht
1
Lid sinds
6 maanden
Aantal volgers
0
Documenten
2
Laatst verkocht
6 maanden geleden

0,0

0 beoordelingen

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recent door jou bekeken

Waarom studenten kiezen voor Stuvia

Gemaakt door medestudenten, geverifieerd door reviews

Kwaliteit die je kunt vertrouwen: geschreven door studenten die slaagden en beoordeeld door anderen die dit document gebruikten.

Niet tevreden? Kies een ander document

Geen zorgen! Je kunt voor hetzelfde geld direct een ander document kiezen dat beter past bij wat je zoekt.

Betaal zoals je wilt, start meteen met leren

Geen abonnement, geen verplichtingen. Betaal zoals je gewend bent via iDeal of creditcard en download je PDF-document meteen.

Student with book image

“Gekocht, gedownload en geslaagd. Zo makkelijk kan het dus zijn.”

Alisha Student

Veelgestelde vragen