ECOLOGIE AB_1242
,H3 PHYSICAL CONDITIONS AND THE AVAILABILITY OF RESOURCES
ECOLOGIE
De wetenschappelijke studie van de verspreiding en aantallen van organismen en van de interacties die deze
verspreiding en aantallen bepalen
Conditions [wel veranderbaar, niet ‘consumeerbaar’]
Abiotische milieufactoren die veranderen in de tijd en in de ruimte en waarop verschillende organismen
verschillend reageren.
f Temperatuur
f Relatieve vochtigheid
f pH
f Saliniteit
Resources [veranderbaar en consumeerbaar]
abiotische en biotische milieufactoren die veranderen in de tijd en in de ruimte en waarop verschillende
organismen verschillend reageren.
à competitie voor resources.
Zon licht
f CO2
f Water
f Nutriënten
f Organismen
bodemprofiel (podzol): Moedermateriaal, Klimaat en Afbraak planten
PROBLEMEN HERBIVOREN
w Planten zijn chemisch zeer verschillend van dieren
w C/N ratio van een plant is meestal veel hoger (±10)
w Herbivoren eten vaak veel (complex verteringsstelsel)
w Planten verdedigen zich tegen vraat
Niche: functionele relatie van een organisme met zijn milieu
Gerealiseerde niche: habitat waarin condities en resources gelimiteerd zijn
Habitat: de 'woonplaats' van een soort
, FOTORESPIRATIE
C3 planten:
• Pakken CO₂ rechtstreeks op met het enzym RuBisCO
• RuBisCO kan echter ook zuurstof opnemen, wat leidt tot fotorespiratie
• Ze zijn efficiënt in koele, vochtige omstandigheden.
Fotorespiratie kan optreden
C4 planten:
• Hebben een extra stap om CO₂ vast te leggen
• Ze gebruiken eerst een ander enzym PEP(=phosphoenolpyruvaat) wat niet met O2 bind om een
tussenstof (oxaalazijnzuur) te vormen
• Deze tussenstof wordt vervolgens naar speciale cellen getransporteerd
• In deze cellen wordt de CO₂ vrijgegeven en direct gebruikt in de gewone fotosyntheseroute
• Dit proces beperkt de fotorespiratie, waardoor ze succesvol kunnen zijn in warme, droge omgevingen
• De extra stap kost wel een beetje energie.
Fotorespiratie wordt vermeden O₂ concurreert niet met RuBP
CAM planten:
• Openen hun huidmondjes 's nachts om CO₂ op te nemen
• De CO₂ wordt in een tussenstof opgeslagen (oxaalazijnzuur)
• Overdag zijn de huidmondjes gesloten om waterverlies te minimaliseren
• De opgeslagen CO₂ wordt dan gebruikt in de Calvincyclus
• Dit vermindert fotorespiratie aanzienlijk, waardoor ze zeer efficiënt zijn in extreem droge
omstandigheden
Fotorespiratie wordt vermeden omdat gasuitwisseling plaatsvindt 's nachts (geen O₂-productie)
,H3 PHYSICAL CONDITIONS AND THE AVAILABILITY OF RESOURCES
ECOLOGIE
De wetenschappelijke studie van de verspreiding en aantallen van organismen en van de interacties die deze
verspreiding en aantallen bepalen
Conditions [wel veranderbaar, niet ‘consumeerbaar’]
Abiotische milieufactoren die veranderen in de tijd en in de ruimte en waarop verschillende organismen
verschillend reageren.
f Temperatuur
f Relatieve vochtigheid
f pH
f Saliniteit
Resources [veranderbaar en consumeerbaar]
abiotische en biotische milieufactoren die veranderen in de tijd en in de ruimte en waarop verschillende
organismen verschillend reageren.
à competitie voor resources.
Zon licht
f CO2
f Water
f Nutriënten
f Organismen
bodemprofiel (podzol): Moedermateriaal, Klimaat en Afbraak planten
PROBLEMEN HERBIVOREN
w Planten zijn chemisch zeer verschillend van dieren
w C/N ratio van een plant is meestal veel hoger (±10)
w Herbivoren eten vaak veel (complex verteringsstelsel)
w Planten verdedigen zich tegen vraat
Niche: functionele relatie van een organisme met zijn milieu
Gerealiseerde niche: habitat waarin condities en resources gelimiteerd zijn
Habitat: de 'woonplaats' van een soort
, FOTORESPIRATIE
C3 planten:
• Pakken CO₂ rechtstreeks op met het enzym RuBisCO
• RuBisCO kan echter ook zuurstof opnemen, wat leidt tot fotorespiratie
• Ze zijn efficiënt in koele, vochtige omstandigheden.
Fotorespiratie kan optreden
C4 planten:
• Hebben een extra stap om CO₂ vast te leggen
• Ze gebruiken eerst een ander enzym PEP(=phosphoenolpyruvaat) wat niet met O2 bind om een
tussenstof (oxaalazijnzuur) te vormen
• Deze tussenstof wordt vervolgens naar speciale cellen getransporteerd
• In deze cellen wordt de CO₂ vrijgegeven en direct gebruikt in de gewone fotosyntheseroute
• Dit proces beperkt de fotorespiratie, waardoor ze succesvol kunnen zijn in warme, droge omgevingen
• De extra stap kost wel een beetje energie.
Fotorespiratie wordt vermeden O₂ concurreert niet met RuBP
CAM planten:
• Openen hun huidmondjes 's nachts om CO₂ op te nemen
• De CO₂ wordt in een tussenstof opgeslagen (oxaalazijnzuur)
• Overdag zijn de huidmondjes gesloten om waterverlies te minimaliseren
• De opgeslagen CO₂ wordt dan gebruikt in de Calvincyclus
• Dit vermindert fotorespiratie aanzienlijk, waardoor ze zeer efficiënt zijn in extreem droge
omstandigheden
Fotorespiratie wordt vermeden omdat gasuitwisseling plaatsvindt 's nachts (geen O₂-productie)