Inhoud
Zorgverlener...........................................................................................................................................1
Zorgverlener
De rol van zorgverlener staat centraal in het verpleegkundig beroep. Tijdens het
verlenen van zorg is het belangrijk dat je klinisch redeneert (zie bijlage 4) en
jezelf continue blijft afvragen waarom je dingen doet of wil gaan doen. Als ik voor
een kind zorg met een voor mij onbekend ziektebeeld, zoek ik eerst op wat het
ziektebeeld inhoudt en waar ik op moet letten (zie bijlage 1). Ik kan op de
kinderafdeling middelcomplexe zorg verlenen (hoogcomplexe zorg op de
kinderafdeling is voor kinderverpleegkundigen) en hierbij mijn kennis laten horen
in de afwegingen die ik maak (zie bijlage 7).
Als ik te maken krijg met een voor mij nieuwere patiëntencategorie, zoals
benauwde patiënten, geef ik dit als leerdoel aan. Ik had voor mezelf dit leerdoel
opgedeeld in kleinere leeractiviteiten zodat ik stap voor stap leerde om
zelfstandig zorg te verlenen aan ‘’het benauwde kind’’ zie bijlage 2.
Bij hoogcomplexe casussen geef ik aan, samen met een collega klinisch te willen
redeneren. (zie bijlage 3 en bijlage 5), zodat ik hier meer kennis over vergaar en
kan oefenen met klinisch redeneren. In het begin van mijn stage vond ik het nog
lastig te vertrouwen op mijn eigen kennen en kunnen, maar hier ben ik in
gegroeid. Mijn kennis van bepaalde ziektebeelden is vergroot, alsook het
vertrouwen in mezelf. Hierdoor kom ik zelfverzekerder over op ouder, kind en
collega´s.
De zorg probeer ik zo veel mogelijk aan te passen en aan te laten sluiten aan het
kind en zijn behoeften. Door gezamenlijke besluitvorming met ouders (zie
bijlagen 7 en 8) en daar waar mogelijk ook met het kind, probeer ik zorg op maat
te leveren. Door duidelijke uitleg te geven over medicatie, ontslagadviezen etc.
bevorder ik het zelfmanagement.
Ook heb ik verschillende voorbehouden handelingen uitgevoerd (zie bijlage 9).
Deze houd ik aan de hand van mijn vaardighedenkaart bij. Als ik voor een
handeling wel bevoegd ben, maar mij niet (meer) bekwaam voel, voer ik de
handeling niet uit. Dan geef ik aan, dat ik graag eerst nog een keer wil
meekijken, of de handeling onder begeleiding wil uitvoeren. Hierin bewaak ik
goed mijn eigen grenzen.
, Mijn medicatietoetsen heb ik tijdig behaald en ik heb mij verdiept in medicatie,
zodat ik dit zelfstandig mocht doen (zie bijlage 6). Kortom, ik vind dat ik deze rol
gehaald heb op PL-4 niveau en ik ben er klaar voor ben om zelfstandig aan de
slag te gaan.