Inhoudsopgave
Blok 4: Kwaliteit van zorg: AVV.......................................................................1
Z | AVV | Voorbereiding C1: Onderzoeksopzet................................................................2
Video 1: Experimenteel onderzoek: randomized controlled trial..................................3
Video 2: Experimenteel onderzoek: Quasi-experiment................................................6
Video 3: Observationeel onderzoek: Case- controle onderzoek:..................................8
Video 4: Observationeel onderzoek: Cross-sectioneel onderzoek................................9
Video 5: Observationeel onderzoek: Longitudinaal onderzoek..................................10
AVV | C1 | Onderzoeksopzet.......................................................................................... 11
Recap kennisclips en literatuur..................................................................................11
Z | AVV | Voorbereiding C2: Documentanalyse.............................................................12
Analyseren van documenten.....................................................................................12
AVV | WG1 | Onderzoeksopzet......................................................................................13
Tutorgroep AVV 1 Onderzoeksopzet...........................................................................13
AVV | C2 | Documentanalyse........................................................................................18
Collegesheet: Analyseren van documenten...............................................................18
Z | AVV | Voorbereiding C3: Validiteit en betrouwbaarheid...........................................21
AVV | C3 | Validiteit en betrouwbaarheid......................................................................25
Collegesheets............................................................................................................ 25
Z | AVV | Voorbereiding C4: Steekproeftrekking............................................................28
Video 1: Selecte steekproeftrekking..........................................................................28
Video 2: Aselecte steekproeftrekking........................................................................29
AVV | C4 | Steekproeftrekking.......................................................................................31
AVV | WG3 | Validiteit, betrouwbaarheid & steekproeftrekking.....................................33
Tutorgroep 3 betrouwbaarheid, validiteit en steekproeftrekking................................33
AVV | C5 | Toetsen en verdelingen - deel 1...................................................................40
Voorbeeld.................................................................................................................. 44
Voorbeeld 2............................................................................................................... 47
AVV | C7 | Toetsen en verdelingen - deel 2...................................................................60
Voorbeeld: 95% betrouwbaarheidsinterval................................................................61
Casus 1..................................................................................................................... 66
Welke van de verdelingen heeft de grootste gemiddelde?........................................66
Casus 2..................................................................................................................... 66
Casus 3..................................................................................................................... 67
AVV | WG4 | Toetsen en verdelingen.............................................................................69
Tutorgroep 4: Verdelingen en toetsen (II)..................................................................69
1
,Z | AVV | Voorbereiding C1: Onderzoeksopzet
Kennisclips:
Soorten onderzoeksdesigns
Voor empirisch onderzoek
kunnen verschillende
onderzoeksdesigns gebruikt
worden. Het kiezen van een
design voor je onderzoek doe je
op basis van je exacte
probleemstelling, je conceptuele
model, maar ook praktische
zaken zoals het budget en de
tijd die beschikbaar zijn voor je
studie. Er is bijna altijd een
bepaald design het meest
passend, maar dat zegt niet dat
een ander design in dat geval
onjuist is. Het is belangrijk de
verschillen tussen de designs
maar ook de voor- en de
nadelen van de designs goed te
kennen om een
beargumenteerde keuze te
maken wanneer je een design
voor je onderzoek kiest.
Hieronder staat een overzicht
van de verschillende soorten
kwantitative onderzoeksdesigns
die deze week besproken
worden.
2
,Video 1: Experimenteel onderzoek: randomized
controlled trial
Experimenteel onderzoek: wordt er altijd een interventie getest bijv. nieuw
medicijn.
- Je laat groep mensen bewust iets doen en dan vergelijk je ze met de
contr9ole groep
- Er is een opzettelijke manipulatie en contrast tussen groepen bijv.
ene groep krijgt wel medicijn en andere niet.
- Deelnemers worden dus toegewezen aan de experimentele groep of
de controlegroep
Wanneer deze toewijzing willekeurig/
bij toeval gebeurt> randomized
controlled trial (RCT)
Stappenplan:
1. Begint met grote populatie waar
je onderzoek naar wilt doen en waar je onderzoeksvraag over gaat
2. Steekproef
3. Participanten uitnodigen om mee te doen: niet iedereen wilt of kan
meedoen
4. Participanten die wel mee willen doen ga je randomiseren (R):
willekeurig verdelen over de experimentele -en
controlegroep
Randomisatie: mensen willekeurig toe te wijzen aan experimentele -en
controlegroep maak je de groepen zoveel mogelijk gelijk
Bijv. er zitten evenveel eigenschappen in beide groepen (ook die niet
per se worden gemeten)
Verschil tussen de groepen: interventie die ze krijgen
Einde van experiment: je ziet verschil? Komt het dus door de
interventie want de rest is hetzelfde
RCT kan je dus een echt causaal verband aantonen
3
, 3 eisen randomisatie:
1. De randomisatie moet eerlijk gaan
- Alle deelnemers moeten gelijke kansen krijgen om in de
experimentele -of controlegroep te komen
2. Geen fraude
- Onderzoeker die randomisatie uitvoert mag geen kennis hebben
over de specifieke methode die gebruikt wordt om te
randomiseren of in welke groep deelnemers terecht komen
- Voorkomen dat iemand bewust of onbewust invloed kan
uitoefenen op de randomisatie
3. Voldoende deelnemers
- Te weinig? Gelijk en eerlijk verdelen moeilijk
- Bijv. 10 deelnemers dan kan het zo zijn dat 8/10 in experimentele
groep komen
- Grote groep? Dan gaat dat weg
Hoe voer je een randomisatie uit: 5 randomisatie methodes
1. Simpele randomisatie
- Muntje gooien: bij kop komt iemand bij de experimentele groep
en bij munt komt iemand bij de controlegroep
- Handig: bij grote onderzoekspopulatie
- Niet handig: bij kleine groepen deelnemers (ene groep kan groter
of anders worden dan andere)
2. Gestratificeerde randomisatie
- Gebruik je als je bepaalde subgroepen in de populatie wilt
bekijken (man vs. vrouw)
- Deelt ze dus eerst op in subgroepen en daarna voer je binnen de
subgroep een simpele randomisatie uit
4