SIAS hier oorsprong tfl en sartorius.
SIAI hier oorsprong rectus femoris
Tub pubicum hier heeft rectus abdominis zijn oorsprong (niet palperen)
Sacrum basis van sacrum palperen thv SIPS
Tuber ischiadicum thv midden bilplooi eenvoudig bij anteflexie
(vooroverbuigen). Semitendinosus en membranosus, cl van biceps femoris
en adductor magnus hebben hun oorsprong hier.
Trochanter major doe abductie been. Dan krijg je een depresie boven
trochanter major. Glut medius en minimus en piriformis hechten hierop
aan.
Crista iliaca palperen tussen sias en sips.
SIPS prominente knobbel posterieur dat basislijn is van sacrum. Beter
te voele, bij anteversie (vooroverbuigen)
Sartorius beste te palperen als je in kleermakershouding gaat zitten
(exo abd en flexie heup). Dan weerstand geven en sartorius is dan meest
mediale van de 2 (andere is tfl).
TFL strek been, beweeg voet naar binnen (endorotatie), naar boven
(flexie heuo) en naar buiten (abductie) dan te voelen tot tractus.
Trigonum femorale lat med sartorius, lateraal YFL en craniaal SIAS.
Hierin voel je SIAI. Voelbaar kleermakerszit (flexie en exo heup en
abductie)
Rectus femoris palpeerbaar in trigonum fem lat. Dan extensie been
om hem tevoorschijn te laten komen.
Adductor longus doe adductie van been met gebogen knie tegen
weerstand. Dan voel je langs mediale zijde van de dij dicht bij tub puicum
de spier.
Gracilis ligt meer mediaal dan adductor longus. Ook knie buigen
(flexie), maar hiel in tafel duwen voor een andorotatie!
Adductor magnus ligt tussen de semimembranosus en gracilis in. Leg
je op zijlig en bovenbeen gebogen zodat we onderbeen kunnen palperen.
We laten onderbeen flexie doen tegen weerstand gracilis en
membranosus dan aangespannen. De ontspannen spier is adductor
magnus.
De driehoek van scarpa = trigonum femorale mediale craniaal
door lig inguinale, lat door sartorius en mediaal door adductor longus.
, Iliopsoas en pectineus zoek eerst in het midden van lig inguinale u A.
femoralis. Doe dan flexie van de heup tegen weerstand. Lateraal van de
arterie voel je dan iliopsoas. Als je flexie en adductie doet van de heup
voel je mediaal van de arterie de pectineus.
Glut medius ga op je zij liggen. Positioneer trochanter major. Doe
abductie tegen weerstand met lichte anteflexie heup en dan voel je
craniaal en ietsje dorsaal van trochanter maj u spier.
Glut maximus lig op je buik. Buig knie en breng je been naar boven
dan contraheert u spier. Bovengrens = tss sips en troch maj en ondergrens
= lijn tussen os coccygis en tuber ischiadicum.
Hamstrings flexie knie tegen weerstand (buiklig)
Piriformis ga in buiklig liggen en doe flexie van de knie. Probeer zijn
onderbeen naar buiten te duwen tegen zijn weerstand (exorotatie heup)
Lig inguinale oorsprong is sias zo van craniolateraal naar
caudomediaal om te insereren in tub pubicum.
Nervus ischiadicus gelegen in het midden van de onderrand van de
piriformis.
Patella in zit benen van tafel. Palpeer de randen als diet pijn doet kan
dir bursitis zijn (onststeken van de bursa aan de voorkant van de patella).
Tub tibiae in zit benen van tafel. Palpeer distaalwaarst vanaf apex van
de patella. Hier insereert de quadricepspees zich.
Mediale gewrichtsspleet positioneer lig patella. Dan mediaal daarvan
heb je een kuiltje. Dat is u mediale gewrichtsspleet.
Mediale femurcondyl vertrek in gewrichtsspleet en palpeer naar
proximaal dan voel je een bot dat is u condyl.
Tuberculum adductorium bene gestrekt op tafel! verhevendheid aan
mediale femurcondyl. Het is het meest proximale punt van de mediale
condyl. Deel van adductor magnus heeft hierop zijn insertie.
Mediaal tibiaplateau begin in gewrichtsspleet (voeten van tafel) ga
caudaal en dan voel je dat.
Laterale gewrichtsspleet lat van lig patellae.
Laterale femurcondyl begin in de laterale kniekuil en ga naar
proximaal.
Lateraal tibiaplateau idem.
SIAI hier oorsprong rectus femoris
Tub pubicum hier heeft rectus abdominis zijn oorsprong (niet palperen)
Sacrum basis van sacrum palperen thv SIPS
Tuber ischiadicum thv midden bilplooi eenvoudig bij anteflexie
(vooroverbuigen). Semitendinosus en membranosus, cl van biceps femoris
en adductor magnus hebben hun oorsprong hier.
Trochanter major doe abductie been. Dan krijg je een depresie boven
trochanter major. Glut medius en minimus en piriformis hechten hierop
aan.
Crista iliaca palperen tussen sias en sips.
SIPS prominente knobbel posterieur dat basislijn is van sacrum. Beter
te voele, bij anteversie (vooroverbuigen)
Sartorius beste te palperen als je in kleermakershouding gaat zitten
(exo abd en flexie heup). Dan weerstand geven en sartorius is dan meest
mediale van de 2 (andere is tfl).
TFL strek been, beweeg voet naar binnen (endorotatie), naar boven
(flexie heuo) en naar buiten (abductie) dan te voelen tot tractus.
Trigonum femorale lat med sartorius, lateraal YFL en craniaal SIAS.
Hierin voel je SIAI. Voelbaar kleermakerszit (flexie en exo heup en
abductie)
Rectus femoris palpeerbaar in trigonum fem lat. Dan extensie been
om hem tevoorschijn te laten komen.
Adductor longus doe adductie van been met gebogen knie tegen
weerstand. Dan voel je langs mediale zijde van de dij dicht bij tub puicum
de spier.
Gracilis ligt meer mediaal dan adductor longus. Ook knie buigen
(flexie), maar hiel in tafel duwen voor een andorotatie!
Adductor magnus ligt tussen de semimembranosus en gracilis in. Leg
je op zijlig en bovenbeen gebogen zodat we onderbeen kunnen palperen.
We laten onderbeen flexie doen tegen weerstand gracilis en
membranosus dan aangespannen. De ontspannen spier is adductor
magnus.
De driehoek van scarpa = trigonum femorale mediale craniaal
door lig inguinale, lat door sartorius en mediaal door adductor longus.
, Iliopsoas en pectineus zoek eerst in het midden van lig inguinale u A.
femoralis. Doe dan flexie van de heup tegen weerstand. Lateraal van de
arterie voel je dan iliopsoas. Als je flexie en adductie doet van de heup
voel je mediaal van de arterie de pectineus.
Glut medius ga op je zij liggen. Positioneer trochanter major. Doe
abductie tegen weerstand met lichte anteflexie heup en dan voel je
craniaal en ietsje dorsaal van trochanter maj u spier.
Glut maximus lig op je buik. Buig knie en breng je been naar boven
dan contraheert u spier. Bovengrens = tss sips en troch maj en ondergrens
= lijn tussen os coccygis en tuber ischiadicum.
Hamstrings flexie knie tegen weerstand (buiklig)
Piriformis ga in buiklig liggen en doe flexie van de knie. Probeer zijn
onderbeen naar buiten te duwen tegen zijn weerstand (exorotatie heup)
Lig inguinale oorsprong is sias zo van craniolateraal naar
caudomediaal om te insereren in tub pubicum.
Nervus ischiadicus gelegen in het midden van de onderrand van de
piriformis.
Patella in zit benen van tafel. Palpeer de randen als diet pijn doet kan
dir bursitis zijn (onststeken van de bursa aan de voorkant van de patella).
Tub tibiae in zit benen van tafel. Palpeer distaalwaarst vanaf apex van
de patella. Hier insereert de quadricepspees zich.
Mediale gewrichtsspleet positioneer lig patella. Dan mediaal daarvan
heb je een kuiltje. Dat is u mediale gewrichtsspleet.
Mediale femurcondyl vertrek in gewrichtsspleet en palpeer naar
proximaal dan voel je een bot dat is u condyl.
Tuberculum adductorium bene gestrekt op tafel! verhevendheid aan
mediale femurcondyl. Het is het meest proximale punt van de mediale
condyl. Deel van adductor magnus heeft hierop zijn insertie.
Mediaal tibiaplateau begin in gewrichtsspleet (voeten van tafel) ga
caudaal en dan voel je dat.
Laterale gewrichtsspleet lat van lig patellae.
Laterale femurcondyl begin in de laterale kniekuil en ga naar
proximaal.
Lateraal tibiaplateau idem.