volwassenen
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen
Neurobiologische ontwikkelingsstoornissen manifesteren zich vaak vroeg in de
ontwikkeling, meestal vóór het 6de levensjaar. Deze stoornissen worden gekenmerkt door
een gebrek of bijzonderheid in de neurobiologische ontwikkeling, wat zorgt voor
beperkingen in het persoonlijke, sociale, academische of werk gerelateerde functioneren.
De DSM-5 onderscheidt de volgende neurobiologische ontwikkelingsstoornissen:
Verstandelijke beperking
Communicatiestoornissen
Autismespectrumstoornis (ASS)
Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitstoornis (ADHD)
Specifieke leerstoornis
Motorische stoornissen
🧠 Stoornis
📖 Definitie
🔍 Klinisch beeld
📊 Epidemiologie
🎭 Theoretische visie
🌍 Cultuur en gender
⚖️Comorbiditeit & differentiële diagnostiek
💊 Diagnostiek & behandeling
, 🧠 Autismespectrumstoornis 🧠
📖 Autismespectrumstoornis (ASS) is een neurobiologische ontwikkelingsstoornis die gekenmerkt wordt door
beperkingen in sociale communicatie en interactie, evenals repetitief gedrag en beperkte interesses. De
symptomen variëren in ernst en manifesteren zich vanaf de vroege kindertijd.
🔍 Klinisch beeld
1 Kerndomein:
e
Deficiënties in de sociale wederkerigheid: een beperkt vermogen om
Deficiënties in sociale contact te leggen met anderen en gedachten en gevoelens te delen. Bv
communicatie en sociale geen antwoord geven op vragen of niet wachten op een
interactie gespreksbeurt.
Deficiënties in non-verbale communicatie: beperkingen in het maken
van oogcontact en moeite hebben met het gebruiken en begrijpen van
gezichtsuitdrukkingen en gebaren. Bv te veel of te weinig oogcontact
maken of het niet begrijpen van afwerende gebaren van anderen.
Deficiënties in het ontwikkelen, onderhouden en begrijpen van
relaties: moeilijk vrienden kunnen maken of vriendschappen
onderhouden, beperkingen in het afstemmen van gedrag op
verschillende sociale situaties. Bv moeilijkheden met het aanpassen
aan anderen of vrolijk gekleed naar een begrafenis gaan.
2e Kerndomein: Stereotiepe bewegingen, gedragingen of spraak: niet functionele,
Beperkte repetitieve stereotiepe bewegingen en gewoonten. Bijvoorbeeld wiegen, tollen of
gedragingen, interesses en fladderen of het dwangmatig herhalen van woorden (echolalie) om
activiteiten zichzelf gerust te stellen.
Moeite met veranderingen, routines en rituelen: sterk vasthouden aan
routines en een inflexibele hechting aan bepaalde routines en rituelen.
Beperkte gefixeerde interesses: intensief bezig zijn met voorwerpen,
onderwerpen en hobby’s.
Hyper- of hyporeactiviteit op zintuiglijke prikkels: snel last hebben van
geluid, licht en aanrakingen of een sensorische over- of
ondergevoeligheid voor pijn, warmte en kou.
Onderscheid DSM-5-TR ernst Persoon vereist steun
van beperkingen Persoon vereist substantiële steun
Persoon vereist zeer substantiële steun
Kenmerken symptomen Symptomen zijn aanwezig in de vroege ontwikkelingsperiode, maar
kunnen pas volledig manifest worden wanneer de sociale eisen de
begrensde vermogens overstijgen, of kunnen worden gemaskeerd door
aangeleerde strategieën
Veroorzaken klinisch significante beperkingen in sociale of
beroepsmatige functioneren
Wordt niet beter verklaard door een intellectuele ontwikkelingsstoornis
of globale ontwikkelingsachterstand
📊 Epidemiologie
Prevalentie Jaren 60: dacht men dat 0,4-0,5% autisme had
Jaren 80: voor het eerst als zelfstandige diagnostische categorie erkend
en opgenomen in DSM-II
Jaren 90: DSM-IV syndroom van Asperger en PPD-NOS toegevoegd
aan autisme
Afgelopen jaren: prevalentie 1-2% mogelijk hoger door toevoeging
, PPD-NOS of betere onderkenning en verhoogde bewustwording,
symptomen komen soms pas op latere leeftijd tot uiting
o Bij meisjes en vrouwen lange tijd niet of onvoldoende onderkend
Sinds DSM-5 één autismediagnose autismespectrumstoornis (ASS)
Verwachting: diagnose daling, omdat er nu geen onderscheid meer wordt
gemaakt
Beloop Personen met ASS ontwikkelen met het ouder worden meer lichamelijke
en psychische klachten en aandoeningen dan leeftijdsgenoten zonder
ASS
Hogere zorgbehoefte
Beloop ASS wisselt sterk per persoon, intelligentie is hierbij een
belangrijke factor
Hogere intelligentie makkelijker aanleren compensatie- of
camouflagetechnieken (vergroot kans op werk), gerelateerd aan
hoger lijdensdruk sterk afhankelijk van levensfasen
🎭 Theoretische visie
Erfelijkheid 83% erfelijk bepaald
Mogelijk bij vrouwen eenzelfde mate van erfelijkheid
10-15% van de gehele populatie met ASS kan de stoornis worden gezien
als onderdeel van genetische stoornis (fragiele x-syndroom) DSM-5
ASS samenhangend met genetische aandoening
Omgevingsfactoren 17% omgevingsfactoren
Factoren in de periode voor en tijdens de zwangerschap, met name
zwangerschapscomplicaties (geboortetrauma, navelstrengcomplicaties)
Beschermede factoren: foliumzuur (600-1200 mg) 3 maanden
voorafgaand aan conceptie tot 1e maand zwangerschap
Neurocognitief beeld vroeger Voorheen: beperkingen in theory of mind, centrale coherentie en executieve
& nu functies
Tegenwoordig: neurodiversiteit mensen met ASS communiceren en
verwerken informatie op een andere manier
Moeite met cognitieve empathie, maar niet met emotionele empathie
🌍 Cultuur en gender
Cultuur Diagnose vaker gesteld in welgestelde landen, al stijgt de prevalentie
wereldwijd
Culturele en religieuze gebruiken kunnen observaties bemoeilijken door
invloed op bv. maken van oogcontact
Gender ASS komt vaker voor bij mannen, dan bij vrouwen: 3 op 1
Bij vrouwen volgt later een diagnose, omdat ze vaker autistische
gedragingen maskeren of camoufleren
Gefixeerde interesses vaak anders van aard bij vrouwen (dieren,
psychologie) dan bij mannen (treinen, computers)
Genderonderzoek: ASS komt vaker voor bij transgenders dan cisgenders
⚖️
Comorbiditeit & differentiële diagnostiek
Vaak samen met andere psychiatrische stoornissen: OCD, sociale-angststoornis,
ADHD en depressieve stoornis.
, Maar ook: psychospectrumstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen
Prevalentie comorbiditeit 54,8-94% afhankelijk van factoren zoals: leeftijd, intelligentieniveau
en geslacht
Hoge comorbiditeit hoge lijdensdruk en zorgbehoefte
💊 Diagnostiek & behandeling
Diagnostiek ASS kan niet op biologisch of neurocognitief niveau worden
gediagnosticeerd
Biologisch: te veel variatie in genafwijkingen en omgevingsfactoren voor
en tijdens de zwangerschap spelen ook een rol
Neurocognitief: komen ook veelvuldig voor bij andere stoornissen
Neurocognitieve taken worden doorgaans in een prikkelarme ruimte
afgenomen, met duidelijke een-op-een-instructie, wat niet
representatief is voor de werkelijkheid van alle dag. Hierdoor kan een
classificerende diagnose alleen gebaseerd worden op
gedragskenmerken, d.m.v. anamnese, heteroanamnese, observaties
en Autism-spectrum Quotient (screeningslijst, weinig betrouwbaar
gezien personen met ASS een beperkt inzicht hebben)
Wanneer aangetoond kan worden dat gedragingen er al in de kindertijd
waren, maar deze later tot problemen leiden, kan ASS gediagnosticeerd
worden
Behandeling Volwassenen met normaal tot hoog IQ wordt vaak psycho-educatie
ingezet voor acceptatie van de diagnose en inzicht te krijgen in
beperkingen en kwaliteiten
Praktische begeleiding of levensloopbegeleiding bij transitiemomenten
Acceptance and commitment therapy, dierondersteunende therapie en
muziektherapie. Tot nu toe voornamelijk bij kinderen, vervolgonderzoek
nodig voor volwassenen
Voor het reduceren van de symptomen van comorbide stoornissen zoals
angst en depressie mindfulness-based stress reduction en soms
medicatie (antipsychoticum, voor prikkelgevoeligheid)
🧩 Puzzelstukje Traditioneel symbool voor autisme, verwijzend naar de complexiteit en unieke
manier van denken.
🤝 Handen die elkaar niet Symboliseert uitdagingen in sociale interactie.
raken
🔄 Herhalende pijlen Weergeeft repetitief gedrag en sterke behoefte aan routines.
👀 Ogen Kan verwijzen naar moeite met oogcontact.
🎭 Theatermaskers Geeft moeilijkheden in sociale communicatie en emotieherkenning weer.
🎧 Koptelefoon Symboliseert sensorische overgevoeligheid (bijvoorbeeld voor geluid)
🧠 Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis 🧠
📖 Aandachtsdeficiëntie-/hyperactiviteitsstoornis (ADHD) is een externaliserende psychische stoornis die wordt
gekenmerkt door onoplettendheid, impulsiviteit en hyperactiviteit.