RECHTSSTRUCTUREN
1 Wat is recht?
- Gedragsregels en normen die orde brengen in de samenleving
○ Samenleving ordenen: recht bepaalt hoe we ons als burger organiseren, de
staatsstructuur, hoe we ons als burger tov elkaar en de overheid gedragen,....
○ Evolutief: samenleving verandert en we gaan regels aanpassen naar die tijdsgeest als
dat nodig is. recht evolueert mee met stromingen, opvattingen binnen maatschappij
○ Recht erg maakbaar: recht kan ten gepaste tijde de gewenste vorm worden gegeven
door de samenleving via de bevoegde organen (overheid)
- Opgelegd door de samenleving (overheid: bevoegd om recht te maken)
○ Recht kan enkel worden opgelegd door een orgaan dat hiervoor van de samenleving de
bevoegdheid (of autoriteit) heeft gekregen
- Afdwingbaar door de samenleving
○ Via de overheid zet de samenleving structuren op en duidt instellingen aan om de
naleving van de rechtsregels af te dwingen
○ Bvb rechtbanken, politie, parket, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht,…
2 Ordenen samenleving
Bevoegdheid van overheid is steeds begrensd door haar grondgebied en onderdanen. Recht kan dan
ook alleen rechten en plichten inhouden voor personen die zich op het eigen grondgebied bevinden en
eventueel ook op eigen onderdanen die zich op ander grondgebied bevinden.
2.1 Op basis van territorialiteit/grondgebied
1) NATIONAAL RECHT
Recht dat van toepassing is op grondgebied van een land en op zijn burgers
2) INTERNATIONAAL/GRENSOVERSCHRIJDEND RECHT
Recht dat niet beperkt blijft tot één land of staat
- Internationaal: regelt verhouding tussen staten onderling en wordt vastgelegd in verdragen via
afspraken tussen landen
o Bilateraal: verdrag tussen 2 landen, die staten onderling met elkaar afsluiten
o Internationale akkoorden: verdragen waarbij deelnemende landen zich engageren om
ze uit te voeren in het kader van een internationale organisatie bvb VN
- Supranationaal: de Europese Unie (EU) is bevoegd om zelf recht uit te vaardigen, van toepassing
op haar 27 lidstaten
2.2 Op basis van strafbaar – niet strafbaar
1) PUBLIEK – PRIVAAT RECHT
Publiekrecht: regelt interacties tussen overheden onderling en tussen burger en overheid.
- Overheid rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering
- Burger wenst bescherming via de overheid
Privaatrecht: regelt interacties tussen de burgers onderling
Er zijn ‘mengvormen’ ontstaan die zowel aspecten van privaatrecht als van publiekrecht bevatten.
,Een handeling is strafbaar als door overheid is vastgelegd dat handeling strafbaar is en wat bijhorende
straffen zijn
- Opgenomen in Strafwetboek
- Ook nog strafrechtelijke regels opgenomen in aparte regelgevingen
- Objectieve elementen: in de wet staat dat die handeling strafbaar is + de strafmaat
o Geen strafbare handeling zonder wet
o Geen straf zonder wet
- Subjectieve elementen
o Toestemming: het slachtoffer
o Intentie: de dader
2) SOORTEN MISDRIJVEN
- Overtredingen
○ Minst ernstige misdrijven, kunnen worden bestraft met een politiestraf
○ Politiestraf: gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en een geldboete van 1 tot 25 euro (te
vermenigvuldigen met 8 omwille van zogenaamde opdeciemen)
- Wanbedrijven
○ Ernstige misdrijven, kunnen worden bestraft door correctionele rechtbank met
correctionele straf
○ Correctionele straf: gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en geldboete van 26 euro en
meer (te vermenigvuldigen met 8)
- Misdaden
○ Zwaarste misdrijven, kunnen worden bestraft met criminele straf
○ Criminele straf: gevangenisstraf van minimum 5 jaar tot levenslange opsluiting
3) SOORTEN STRAFSANCTIES
- Hoofdstraffen
o Vrijheidsberoving: gevangenisstraf
o Werkstraf
o Geldboete
o Autonome probatiestraf: bepaalde tijd bepaalde voorwaarden naleven
o Elektronisch toezicht: enkelband
- Bijkomende straffen bvb rijverbod, alcoholslot, therapie volgen,…
4) STRAFBAAR – NIET STRAFBAAR
- Strafbaar
o Handeling kan niet worden afgedwongen, de straf wel
o Regressief: vermijden dat er opnieuw strafbaar feit wordt gepleegd (dader opsluiten)
o Punitief: dader het onrecht laten voelen dat hij heeft aangericht door extra leed (een
straf) toe te voegen (als afschrikmiddel)
o Resocialiserend: werken aan wederopvoeding (bvb werkstraf, cursus volgen,…)
o Procedure: tussenkomst van overheid (overheid is de enige die een straf kan vragen en
opleggen) en uitspraak door strafrechtbank
- Niet strafbaar
o Tussen burgers (of burger – overheid of overheid – overheid)
o Handeling is afdwingbaar
2
, o Nakomen van verbintenissen: andere partij verplichten om iets te doen of iets niet
(meer) te doen
o Vergoeding van schade: geen sanctie of straf, maar vergoeden van aantoonbare schade
o Procedure: partijen regelen kwestie onderling of vechten kwestie uit voor burgerlijke
rechtbank
- Samenloop
o Een gebeurtenis die aanleiding geeft tot het toepassen van strafrecht + burgerlijk recht
o Indien strafbaar feit ook oorzaak is van schade aan anderen dan spreekt men van
samenloop van strafvordering met burgerlijke vordering --> er gelden dan twee
belangrijke principes
Strafproces heeft voorrang op burgerlijk proces
Strafrechter kan zich ook uitspreken over de burgerlijke vordering, slachtoffer
zal zich dan tijdens strafproces burgerlijke partij stellen en via de strafrechter
schadevergoeding eisen van de dader
2.3 Mengvormen
Tuchtsancties
- Wanneer er een reglement niet wordt nageleefd binnen een groep
- Sanctie wordt uitgesproken door een tuchtorgaan
- Enkel van toepassing op specifieke doelgroepen
- Bvb kledingcode op school niet volgen --> waarschuwing, schorsing,…
Administratieve sancties
- Sanctie wordt uitgesproken door een administratie of administratieve overheid
- Maatregelen om het recht te doen naleven (bvb NMBS, de Lijn)
- Bvb GAS-boete, sluiting van een zaak, onbewoonbaarverklaring
3 Beslist door de samenleving (overheid)
3.1 Democratie
Een debatcultuur en op het einde beslist de meerderheid
- Inspraak van het volk: via vrije en eerlijke verkiezingen worden vertegenwoordigers aangeduid
- Beslissen bij meerderheid: helft + 1 van de stemmen van de vertegenwoordigers halen
- Rechtstaat: burgers hebben fundamentele rechten en vrijheden, minderheden worden
beschermd, de overheid respecteert haar eigen regelgeving
- Scheiden van machten: het breken van macht door opsplitsing in
o Wetgevende macht: volksvertegenwoordigers (parlement/raad)
o Uitvoerende macht: regering, ministers,…
o Rechtelijke macht: justitie (rechtbanken en hoven)
Wetgevende macht
- Vergadering van volksvertegenwoordigers
o Federaal parlement
o Vlaams parlement
- Samengesteld obv verkiezingen
3
, Uitvoerende macht
- Regering (staatshoofd en ministers)
o Federale regering
o Vlaamse regering
- Samengesteld door de politieke partijen met de meerderheid in het parlement (coalitie)
- Bestuurt het land en viert de beslissingen van de wetgevende macht verder uit
3.2 België: vijf niveaus
1) EUROPESE UNIE (27 LIDSTATEN)
- Wetgevende macht: Europees parlement en Europese raad (in Brussel en Staatsburg)
o Parlement: 705 verkozenen uit de 27 lidstaten
o Europese raad: bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten
o Voorzitter: Charles Michel
- Uitvoerende macht: Europese commissie (Brussel)
o 27 commissarissen: een voor elke lidstaat
o Voorzitter: Ursula von der Leyen
- Regelgeving
o Europese verordening: rechtsreeks van toepassing op de 27 lidstaten
o Andere: Europese richtlijnen en beschikkingen
2) FEDERALE OVERHEID
- Wetgevende macht: federaal parlement
o Parlement: 150 verkozenen in de Kamer en 60 verkozenen in de Senaat
o De Koning maakt deel uit van de wetgevende macht
- Uitvoerende macht: federale regering
o 15 ministers en 5 staatssecretarissen
o Voorzitter: Alexander de Croo (premier/eerste minister)
o De Koning maakt deel uit van de uitvoerende macht
- Bevoegdheden: materies die heel het grondgebied aanbelangen (grondwet, volksgezondheid,
landsverdediging, buitenlandse zaken,…)
- Regelgeving
o Parlement: wetten
o Regering: ministeriële en koninklijke besluiten
MB: ministerieel besluit, besluit van de bevoegde minister
KB: koninklijk besluit, besluit van de regering en ondertekend door de koning
3) REGIONALE OVERHEDEN
- 3 gewesten: indeling obv gebied/regio
o Vlaams gewest
o Waals gewest
o Brussels hoofdstedelijk gewest
o Bevoegdheden: plaatsgebonden (huisvesting, mobiliteit, milieu, toerisme,…)
- 3 gemeenschappen: indeling obv taal
o Vlaamse gemeenschap
o Franse gemeenschap
o Duitstalige gemeenschap
4
1 Wat is recht?
- Gedragsregels en normen die orde brengen in de samenleving
○ Samenleving ordenen: recht bepaalt hoe we ons als burger organiseren, de
staatsstructuur, hoe we ons als burger tov elkaar en de overheid gedragen,....
○ Evolutief: samenleving verandert en we gaan regels aanpassen naar die tijdsgeest als
dat nodig is. recht evolueert mee met stromingen, opvattingen binnen maatschappij
○ Recht erg maakbaar: recht kan ten gepaste tijde de gewenste vorm worden gegeven
door de samenleving via de bevoegde organen (overheid)
- Opgelegd door de samenleving (overheid: bevoegd om recht te maken)
○ Recht kan enkel worden opgelegd door een orgaan dat hiervoor van de samenleving de
bevoegdheid (of autoriteit) heeft gekregen
- Afdwingbaar door de samenleving
○ Via de overheid zet de samenleving structuren op en duidt instellingen aan om de
naleving van de rechtsregels af te dwingen
○ Bvb rechtbanken, politie, parket, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht,…
2 Ordenen samenleving
Bevoegdheid van overheid is steeds begrensd door haar grondgebied en onderdanen. Recht kan dan
ook alleen rechten en plichten inhouden voor personen die zich op het eigen grondgebied bevinden en
eventueel ook op eigen onderdanen die zich op ander grondgebied bevinden.
2.1 Op basis van territorialiteit/grondgebied
1) NATIONAAL RECHT
Recht dat van toepassing is op grondgebied van een land en op zijn burgers
2) INTERNATIONAAL/GRENSOVERSCHRIJDEND RECHT
Recht dat niet beperkt blijft tot één land of staat
- Internationaal: regelt verhouding tussen staten onderling en wordt vastgelegd in verdragen via
afspraken tussen landen
o Bilateraal: verdrag tussen 2 landen, die staten onderling met elkaar afsluiten
o Internationale akkoorden: verdragen waarbij deelnemende landen zich engageren om
ze uit te voeren in het kader van een internationale organisatie bvb VN
- Supranationaal: de Europese Unie (EU) is bevoegd om zelf recht uit te vaardigen, van toepassing
op haar 27 lidstaten
2.2 Op basis van strafbaar – niet strafbaar
1) PUBLIEK – PRIVAAT RECHT
Publiekrecht: regelt interacties tussen overheden onderling en tussen burger en overheid.
- Overheid rechtstreeks betrokken is bij de uitvoering
- Burger wenst bescherming via de overheid
Privaatrecht: regelt interacties tussen de burgers onderling
Er zijn ‘mengvormen’ ontstaan die zowel aspecten van privaatrecht als van publiekrecht bevatten.
,Een handeling is strafbaar als door overheid is vastgelegd dat handeling strafbaar is en wat bijhorende
straffen zijn
- Opgenomen in Strafwetboek
- Ook nog strafrechtelijke regels opgenomen in aparte regelgevingen
- Objectieve elementen: in de wet staat dat die handeling strafbaar is + de strafmaat
o Geen strafbare handeling zonder wet
o Geen straf zonder wet
- Subjectieve elementen
o Toestemming: het slachtoffer
o Intentie: de dader
2) SOORTEN MISDRIJVEN
- Overtredingen
○ Minst ernstige misdrijven, kunnen worden bestraft met een politiestraf
○ Politiestraf: gevangenisstraf van 1 tot 7 dagen en een geldboete van 1 tot 25 euro (te
vermenigvuldigen met 8 omwille van zogenaamde opdeciemen)
- Wanbedrijven
○ Ernstige misdrijven, kunnen worden bestraft door correctionele rechtbank met
correctionele straf
○ Correctionele straf: gevangenisstraf van 8 dagen tot 5 jaar en geldboete van 26 euro en
meer (te vermenigvuldigen met 8)
- Misdaden
○ Zwaarste misdrijven, kunnen worden bestraft met criminele straf
○ Criminele straf: gevangenisstraf van minimum 5 jaar tot levenslange opsluiting
3) SOORTEN STRAFSANCTIES
- Hoofdstraffen
o Vrijheidsberoving: gevangenisstraf
o Werkstraf
o Geldboete
o Autonome probatiestraf: bepaalde tijd bepaalde voorwaarden naleven
o Elektronisch toezicht: enkelband
- Bijkomende straffen bvb rijverbod, alcoholslot, therapie volgen,…
4) STRAFBAAR – NIET STRAFBAAR
- Strafbaar
o Handeling kan niet worden afgedwongen, de straf wel
o Regressief: vermijden dat er opnieuw strafbaar feit wordt gepleegd (dader opsluiten)
o Punitief: dader het onrecht laten voelen dat hij heeft aangericht door extra leed (een
straf) toe te voegen (als afschrikmiddel)
o Resocialiserend: werken aan wederopvoeding (bvb werkstraf, cursus volgen,…)
o Procedure: tussenkomst van overheid (overheid is de enige die een straf kan vragen en
opleggen) en uitspraak door strafrechtbank
- Niet strafbaar
o Tussen burgers (of burger – overheid of overheid – overheid)
o Handeling is afdwingbaar
2
, o Nakomen van verbintenissen: andere partij verplichten om iets te doen of iets niet
(meer) te doen
o Vergoeding van schade: geen sanctie of straf, maar vergoeden van aantoonbare schade
o Procedure: partijen regelen kwestie onderling of vechten kwestie uit voor burgerlijke
rechtbank
- Samenloop
o Een gebeurtenis die aanleiding geeft tot het toepassen van strafrecht + burgerlijk recht
o Indien strafbaar feit ook oorzaak is van schade aan anderen dan spreekt men van
samenloop van strafvordering met burgerlijke vordering --> er gelden dan twee
belangrijke principes
Strafproces heeft voorrang op burgerlijk proces
Strafrechter kan zich ook uitspreken over de burgerlijke vordering, slachtoffer
zal zich dan tijdens strafproces burgerlijke partij stellen en via de strafrechter
schadevergoeding eisen van de dader
2.3 Mengvormen
Tuchtsancties
- Wanneer er een reglement niet wordt nageleefd binnen een groep
- Sanctie wordt uitgesproken door een tuchtorgaan
- Enkel van toepassing op specifieke doelgroepen
- Bvb kledingcode op school niet volgen --> waarschuwing, schorsing,…
Administratieve sancties
- Sanctie wordt uitgesproken door een administratie of administratieve overheid
- Maatregelen om het recht te doen naleven (bvb NMBS, de Lijn)
- Bvb GAS-boete, sluiting van een zaak, onbewoonbaarverklaring
3 Beslist door de samenleving (overheid)
3.1 Democratie
Een debatcultuur en op het einde beslist de meerderheid
- Inspraak van het volk: via vrije en eerlijke verkiezingen worden vertegenwoordigers aangeduid
- Beslissen bij meerderheid: helft + 1 van de stemmen van de vertegenwoordigers halen
- Rechtstaat: burgers hebben fundamentele rechten en vrijheden, minderheden worden
beschermd, de overheid respecteert haar eigen regelgeving
- Scheiden van machten: het breken van macht door opsplitsing in
o Wetgevende macht: volksvertegenwoordigers (parlement/raad)
o Uitvoerende macht: regering, ministers,…
o Rechtelijke macht: justitie (rechtbanken en hoven)
Wetgevende macht
- Vergadering van volksvertegenwoordigers
o Federaal parlement
o Vlaams parlement
- Samengesteld obv verkiezingen
3
, Uitvoerende macht
- Regering (staatshoofd en ministers)
o Federale regering
o Vlaamse regering
- Samengesteld door de politieke partijen met de meerderheid in het parlement (coalitie)
- Bestuurt het land en viert de beslissingen van de wetgevende macht verder uit
3.2 België: vijf niveaus
1) EUROPESE UNIE (27 LIDSTATEN)
- Wetgevende macht: Europees parlement en Europese raad (in Brussel en Staatsburg)
o Parlement: 705 verkozenen uit de 27 lidstaten
o Europese raad: bijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders van de 27 lidstaten
o Voorzitter: Charles Michel
- Uitvoerende macht: Europese commissie (Brussel)
o 27 commissarissen: een voor elke lidstaat
o Voorzitter: Ursula von der Leyen
- Regelgeving
o Europese verordening: rechtsreeks van toepassing op de 27 lidstaten
o Andere: Europese richtlijnen en beschikkingen
2) FEDERALE OVERHEID
- Wetgevende macht: federaal parlement
o Parlement: 150 verkozenen in de Kamer en 60 verkozenen in de Senaat
o De Koning maakt deel uit van de wetgevende macht
- Uitvoerende macht: federale regering
o 15 ministers en 5 staatssecretarissen
o Voorzitter: Alexander de Croo (premier/eerste minister)
o De Koning maakt deel uit van de uitvoerende macht
- Bevoegdheden: materies die heel het grondgebied aanbelangen (grondwet, volksgezondheid,
landsverdediging, buitenlandse zaken,…)
- Regelgeving
o Parlement: wetten
o Regering: ministeriële en koninklijke besluiten
MB: ministerieel besluit, besluit van de bevoegde minister
KB: koninklijk besluit, besluit van de regering en ondertekend door de koning
3) REGIONALE OVERHEDEN
- 3 gewesten: indeling obv gebied/regio
o Vlaams gewest
o Waals gewest
o Brussels hoofdstedelijk gewest
o Bevoegdheden: plaatsgebonden (huisvesting, mobiliteit, milieu, toerisme,…)
- 3 gemeenschappen: indeling obv taal
o Vlaamse gemeenschap
o Franse gemeenschap
o Duitstalige gemeenschap
4