Begrippenlijst
Begrip Colleg Notities
e
Periode 1
Mensbeeld 1 Een mensbeeld is een doordachte en
samenhangende voorstelling van wat het
betekent mens te zijn.
Autonoom mensbeeld 1 Waardes; onafhankelijk, vrijheid, zelfstandig,
autonoom denken.
Een autonoom mensbeeld gaat uit van
zelfstandig handelen. Autonoom houdt in dat
je ook geheel zelf verantwoordelijk bent, of
wordt gehouden. Grootste bedreiging zijn
afhankelijkheid en inmenging van
keuzevrijheid. Mensen maken hun eigen
keuzes.
Zorgend mensbeeld 1 Waardes; verbondenheid, betrokkenheid,
verantwoordelijkheid voor anderen.
In dit mensbeeld ben je meer afhankelijk van
elkaar. Mensen kunnen niet volledig
verantwoordelijk worden gehouden voor hun
eigen keuzes.
Grootste bedreiging zijn alleen zijn, verlaten
worden en niet meer geholpen worden. Om
keuzes te maken hebben ze andere nodig.
Mensbeeld vanuit Hobbes 1 Negatief. Geloofd dat de natuurlijke mensen
kwaad zijn. We hebben rechten en wetten om
onszelf te verdedigen en beschermen. Hij
leefde in tijd van oorlog. In de natuurstaat
zouden we veel meer als individu leven en in
een constante staat van oorlog verkeren.
Mensbeeld vanuit Rousseau 1 Positief. De mens is van nature goed en
empathisch. Hij leefde zelf in een tijd met
alleen maar goeds en rijkdom. Zonder wetten
zouden we vrijer zijn. In de natuurstaat zijn we
allemaal vrij en willen we niet kwaad zijn. Je
bent pas kwaad door omstandigheden en hoe
we zelf de samenleving hebben ingedeeld.
Een echte verlichtingsdenker.
Recht 1 Alle regels die er in een samenleving bestaan.
Recht ontstaat door de veranderende waarde
en normen in de samenleving. Recht is
regelend en dwingend. Regelend houdt in:
mag vanaf geweken worden. Dwingend houd
in: anders straf.
Filosofie 1 Liefde voor wijsheid. Ethiek staat hier centraal.
Filosofie heeft geen antwoorden. Dat wat we
denken te kennen stellen we steeds weer ter
discussie. Vragen van het alledaagse. Niet
wetenschappelijk.
Sociologie 1 Het analyseren van het gedrag van
, maatschappijen en groepen mensen. Stelt
vragen over de manier hoe groepen mensen
met elkaar samen leven. Zoals hangjongeren
of onze klas zou ook al werken. Vb vraag is
dan; waarom kiest de klas vb02 voor de studie
social work. Sociologie is wetenschappelijk.
Het word weergegeven in veel cijfers. Denk
ook aan CBS.
Spanningsvelden in het sociaal 1 Je kan kijken naar eenheid of verschil,
werk individueel of collectief, autonoom of
maatschappelijke speelbal, betaald of
vrijwillig.
Medisch model 2 Medisch model houdt in wel medicatie, goed
voor het lichaam zorgen, veel rust etc. je
geloofd niet dat de mens zich verder gaat
ontwikkelen. Je doet niks voor de psych. Past
bij het defectparadigma.
Ontwikkelingsmodel 2 Ontwikkelingsmodel. Je kan iemand leren hoe
je een normaal mens wordt. We gaan mensen
trainen en speciaal behandelen om ze zo ver
te helpen dat ze in de maatschappij passen. Er
is veel druk voor de mensen met een defect.
Mensen zijn ongelukkig.
Burgerschapsmodel 2 Ontstaat rond de participatiesamenleving.
Mensen met een beperking worden wel
gezien, maar krijgen de ondersteuning in de
samenleving.
Interactioneel model 2 Er kunnen relaties ontstaan tussen
hulpverlener en de vraagkant. Er ontstaan
vriendschappen en het wordt wat huiselijker.
Verzorgingsstaat (1945-2013) 2 van 1945-2013. Overheid garandeert een
zorgsysteem van wieg tot dood. Ze regelen
alles, zit heel veel geld in. Werden weinig
vragen gesteld. Denk aan woningen,
uitkeringen, etc. Mensen raken enorm
afhankelijk. Door vergrijzing is dit niet te doen.
Nachtwakersstaat (1850-1945) 2 Staat die zo min mogelijk doet. Weinig
overheidsbemoeienis. Overheid staat ver van
de burgers af. In Nederland was dat van 1850-
1945. Er wordt gezorgd voor veiligheid op
straat. Er wordt niet gekeken naar wat er
binnenshuis en bijvoorbeeld in de fabriek
gebeurd.
Participatiesamenleving (2013- 2 2013- huidig. Iedereen doet mee en moet
huidig) bijdragen. De wetten zijn strenger rondom de
uitkeringen etc.
Paradigma 2 Manier van kijken naar een maatschappelijk
vraagstuk.
Je kijkt er ook mee naar hoe dat veranderd
door de tijd.
Defectparadigma 2 1950-1960. bijbehorende termen: mens met
Begrip Colleg Notities
e
Periode 1
Mensbeeld 1 Een mensbeeld is een doordachte en
samenhangende voorstelling van wat het
betekent mens te zijn.
Autonoom mensbeeld 1 Waardes; onafhankelijk, vrijheid, zelfstandig,
autonoom denken.
Een autonoom mensbeeld gaat uit van
zelfstandig handelen. Autonoom houdt in dat
je ook geheel zelf verantwoordelijk bent, of
wordt gehouden. Grootste bedreiging zijn
afhankelijkheid en inmenging van
keuzevrijheid. Mensen maken hun eigen
keuzes.
Zorgend mensbeeld 1 Waardes; verbondenheid, betrokkenheid,
verantwoordelijkheid voor anderen.
In dit mensbeeld ben je meer afhankelijk van
elkaar. Mensen kunnen niet volledig
verantwoordelijk worden gehouden voor hun
eigen keuzes.
Grootste bedreiging zijn alleen zijn, verlaten
worden en niet meer geholpen worden. Om
keuzes te maken hebben ze andere nodig.
Mensbeeld vanuit Hobbes 1 Negatief. Geloofd dat de natuurlijke mensen
kwaad zijn. We hebben rechten en wetten om
onszelf te verdedigen en beschermen. Hij
leefde in tijd van oorlog. In de natuurstaat
zouden we veel meer als individu leven en in
een constante staat van oorlog verkeren.
Mensbeeld vanuit Rousseau 1 Positief. De mens is van nature goed en
empathisch. Hij leefde zelf in een tijd met
alleen maar goeds en rijkdom. Zonder wetten
zouden we vrijer zijn. In de natuurstaat zijn we
allemaal vrij en willen we niet kwaad zijn. Je
bent pas kwaad door omstandigheden en hoe
we zelf de samenleving hebben ingedeeld.
Een echte verlichtingsdenker.
Recht 1 Alle regels die er in een samenleving bestaan.
Recht ontstaat door de veranderende waarde
en normen in de samenleving. Recht is
regelend en dwingend. Regelend houdt in:
mag vanaf geweken worden. Dwingend houd
in: anders straf.
Filosofie 1 Liefde voor wijsheid. Ethiek staat hier centraal.
Filosofie heeft geen antwoorden. Dat wat we
denken te kennen stellen we steeds weer ter
discussie. Vragen van het alledaagse. Niet
wetenschappelijk.
Sociologie 1 Het analyseren van het gedrag van
, maatschappijen en groepen mensen. Stelt
vragen over de manier hoe groepen mensen
met elkaar samen leven. Zoals hangjongeren
of onze klas zou ook al werken. Vb vraag is
dan; waarom kiest de klas vb02 voor de studie
social work. Sociologie is wetenschappelijk.
Het word weergegeven in veel cijfers. Denk
ook aan CBS.
Spanningsvelden in het sociaal 1 Je kan kijken naar eenheid of verschil,
werk individueel of collectief, autonoom of
maatschappelijke speelbal, betaald of
vrijwillig.
Medisch model 2 Medisch model houdt in wel medicatie, goed
voor het lichaam zorgen, veel rust etc. je
geloofd niet dat de mens zich verder gaat
ontwikkelen. Je doet niks voor de psych. Past
bij het defectparadigma.
Ontwikkelingsmodel 2 Ontwikkelingsmodel. Je kan iemand leren hoe
je een normaal mens wordt. We gaan mensen
trainen en speciaal behandelen om ze zo ver
te helpen dat ze in de maatschappij passen. Er
is veel druk voor de mensen met een defect.
Mensen zijn ongelukkig.
Burgerschapsmodel 2 Ontstaat rond de participatiesamenleving.
Mensen met een beperking worden wel
gezien, maar krijgen de ondersteuning in de
samenleving.
Interactioneel model 2 Er kunnen relaties ontstaan tussen
hulpverlener en de vraagkant. Er ontstaan
vriendschappen en het wordt wat huiselijker.
Verzorgingsstaat (1945-2013) 2 van 1945-2013. Overheid garandeert een
zorgsysteem van wieg tot dood. Ze regelen
alles, zit heel veel geld in. Werden weinig
vragen gesteld. Denk aan woningen,
uitkeringen, etc. Mensen raken enorm
afhankelijk. Door vergrijzing is dit niet te doen.
Nachtwakersstaat (1850-1945) 2 Staat die zo min mogelijk doet. Weinig
overheidsbemoeienis. Overheid staat ver van
de burgers af. In Nederland was dat van 1850-
1945. Er wordt gezorgd voor veiligheid op
straat. Er wordt niet gekeken naar wat er
binnenshuis en bijvoorbeeld in de fabriek
gebeurd.
Participatiesamenleving (2013- 2 2013- huidig. Iedereen doet mee en moet
huidig) bijdragen. De wetten zijn strenger rondom de
uitkeringen etc.
Paradigma 2 Manier van kijken naar een maatschappelijk
vraagstuk.
Je kijkt er ook mee naar hoe dat veranderd
door de tijd.
Defectparadigma 2 1950-1960. bijbehorende termen: mens met