SYSTEEMGERICHT WERKEN
Volledige oefenreeks bij het boek:
Systeemgericht werken in sociale beroepen (2e druk)
Henny van den Berg, Monique van den Ende & Marij van Hout
📘 Inhoud
Deze bundel bevat oefentoetsen voor hoofdstukken 1 t/m 16, volledig gebaseerd op de tweede druk
van *Systeemgericht werken in sociale beroepen*. Elke toets bestaat uit:
- 10 kernbegrippen en definities (in vraagvorm)
- Belangrijke theorieën en modellen
- Praktijkvoorbeelden ter illustratie
- Reflectievragen ter voorbereiding op toetsing en reflectie
📚 Samenstelling en bewerking
Joel Hoogendoorn
Ad-opleiding Social Work
1
,Inhoudsopgave
Oefentoets Hoofdstuk 1 – Perspectieven op gedrag...............................................................................2
Oefentoets Hoofdstuk 2 – Systeemgericht werken.................................................................................3
Oefentoets Hoofdstuk 3 – Communicatie...............................................................................................4
................................................................................................................................................................6
Oefentoets Hoofdstuk 4 – Structuur.......................................................................................................7
Oefentoets Hoofdstuk 5 – Tijd................................................................................................................8
Oefentoets Hoofdstuk 6 – Verandering..................................................................................................9
Oefentoets Hoofdstuk 7 – Positie.........................................................................................................10
Oefentoets Hoofdstuk 8 – Samenwerken.............................................................................................11
Oefentoets Hoofdstuk 9 – Veiligheid....................................................................................................12
Oefentoets Hoofdstuk 10 – Krachtgericht werken................................................................................12
Oefentoets Hoofdstuk 11 – Ethiek........................................................................................................13
Oefentoets Hoofdstuk 12 – Diversiteit..................................................................................................14
Oefentoets Hoofdstuk 13 – Sociaal netwerk.........................................................................................15
Oefentoets Hoofdstuk 14 – Ondersteunen...........................................................................................16
Oefentoets Hoofdstuk 15 – Aanpassen.................................................................................................17
Oefentoets Hoofdstuk 16 – Afsluiten....................................................................................................18
Oefentoets Hoofdstuk 1 – Perspectieven op
gedrag
Kernbegrippen en definities (in vraagvorm)
1. Wat bedoelen we met het psychodynamisch perspectief, en hoe spelen onbewuste
processen en jeugdervaringen hierbij een rol?
2. Hoe verklaart het behaviorisme gedrag, en wat is het verschil tussen klassieke en
operante conditionering?
3. Wat is de kern van het cognitief perspectief, en hoe beïnvloeden gedachten onze
waarneming en emoties?
4. Hoe kijkt het humanistisch perspectief naar de mens als vrij en zelfverwezenlijkend
wezen?
5. Welke invloed hebben hersenen, hormonen en erfelijkheid volgens het biologisch
perspectief?
6. Wat is het uitgangspunt van het oplossingsgericht perspectief, en waarom is het
gericht op krachten in plaats van problemen?
7. Wat verstaan we onder positieve psychologie, en hoe draagt deze bij aan welzijn en
motivatie?
8. Hoe verklaart het systeemgericht perspectief gedrag vanuit onderlinge relaties en
context?
2
, 9. Wat wordt bedoeld met een holistisch mensbeeld, en hoe helpt dit bij integrale
gedragsverklaringen?
10. Hoe legt het constructivisme uit dat mensen hun eigen werkelijkheid vormen?
Belangrijke theorieën en modellen
Welke drie delen onderscheidt Freud in de persoonlijkheid (id, ego en superego) en
hoe beïnvloeden ze ons gedrag?
Wat toont het Bobo-doll-experiment van Bandura aan over leren via observatie?
Hoe motiveert Maslow’s behoeftehiërarchie menselijk gedrag op basis van
universele behoeften?
Praktijkvoorbeelden
Hoe kun je agressief gedrag van een jongere verklaren vanuit overdracht in het
psychodynamisch model?
Hoe leidt negatieve opvoedervaring tot faalangst, verklaard via klassieke of operante
conditionering?
Hoe kan een cliënt met somberheid geholpen worden door negatieve overtuigingen te
vervangen met helpende gedachten?
Hoe kun je bij cliënten positieve eigenschappen versterken met behulp van principes
uit de positieve psychologie?
Reflectievragen
1. Welke jeugdervaringen beïnvloeden jouw gedrag, bewust of onbewust?
2. Wat heb jij in je leven aangeleerd door beloning of straf?
3. Hoe beïnvloeden jouw overtuigingen je gevoel en gedrag in lastige situaties?
4. Wat betekent zelfverwezenlijking voor jou persoonlijk?
5. Op welke manier merk jij de invloed van lichamelijke of genetische factoren op je
gedrag?
6. Wat zijn sterke kanten van jou die je als hulpverlener inzet?
7. Hoe zou je positief gedrag bij een cliënt versterken zonder te focussen op problemen?
8. Kun je een situatie beschrijven waarin jouw gedrag beïnvloed werd door anderen om
je heen?
9. In welk perspectief herken je het meest van je eigen denkstijl of werkwijze?
10. Hoe zou jij in een gesprek met een cliënt bewust kiezen voor een bepaald
verklaringsmodel?
Oefentoets Hoofdstuk 2 – Systeemgericht werken
Kernbegrippen en definities (in vraagvorm)
1. Wat houdt systeemgericht werken in, en hoe verschilt het van een individueel
gerichte benadering?
2. Hoe wordt samenhang binnen een systeem zichtbaar in gedrag van mensen?
3. Wat betekent (hiërarchische) ordening binnen een systeem, en waarom is dit
relevant?
4. Hoe herken je dynamiek binnen een systeem, en wat zijn voorbeelden daarvan?
3