Contents
1. INLEIDING................................................................................................................................. 4
1.1. Context.......................................................................................................... 4
1.2. Doel van het onderzoek.................................................................................4
1.3. Relevantie..................................................................................................... 5
1.4. Persoonlijke leervragen.................................................................................5
HOOFDSTUK 2: Een faalangst-offensief....................................................................7
2.1 Onderzoeksvraag:.......................................................................................... 7
2.2 Deelvragen:.................................................................................................... 7
HOOFDSTUK 3: verantwoording van het faalangst-offensief....................................8
3.1. Operationalisatie van de probleemstelling....................................................8
3.2. Praktische en maatschappelijke relevantie...................................................8
HOOFDSTUK 4: Van ‘ik kan dat niet’ naar ‘ik kan dat wel’.......................................9
4.1. Onderwijsbehoeften bij risicoleerlingen en faalangstige kinderen................9
4.2. De sociaal emotionele ontwikkeling van het jonge kind in relatie tot het
hebben van zelfvertrouwen..........................................................................9
4.3. De ontwikkeling van het zelfvertrouwen.....................................................10
4.4. De ontwikkelingspsychologische visie van Erikson op zelfvertrouwen
hebben....................................................................................................... 11
4.5. Wanneer spreken we van faalangst?...........................................................12
4.6. De voedingsbodem voor faalangst..............................................................13
4.7. De denkwijze van faalangstige kinderen leren begrijpen............................13
4.8. Van vermoedens naar signalering van faalangst.........................................14
4.9. Preventief en remediërend aan de slag met faalangst................................17
4.10. Modeling bij het preveniëren of begeleiden van faalangst........................19
HOOFDSTUK 5: Opklimmen naar ‘ik kan dat wel’...................................................23
5.1. Onderzoeksplanning:...................................................................................23
5.2. Analyse van de gegevens (data-analyse):...................................................23
5.3. Interpretatie van de resultaten:..................................................................24
HOOFDSTUK 6: Is opklimmen naar ‘ik kan dat wel’ bereikt?..................................25
HOOFDSTUK 7: discussie en reflectie.....................................................................27
7.1. Discussie onderzoek:................................................................................... 27
7.2. Reflectie op eigen leerproces:.....................................................................28
7.3. Toekomstperspectief:.................................................................................. 28
SAMENVATTING........................................................................................................................ 29
,scriptie faalangst kinderen voorkomen fontys voorbeeld scriptie master educational needs.png
LITERATUURLIJST.................................................................................................................... 30
BIJLAGEN................................................................................................................................... 31
Inhoudsopgave....................................................................................................... 31
Hoofdstuk 1: Inleiding......................................................................................... 33
Hoofdstuk 4: Interventies preventief..................................................................43
Hoofdstuk 5: Interventies remediërend..............................................................45
, scriptie faalangst kinderen voorkomen fontys voorbeeld scriptie master educational needs.png
1. INLEIDING
1.1. Context
Op de basisschool waar ik werk is de populatie van ouders hoog geschoold. Dit brengt met zich mee dat
aan deze kinderen hoge eisen worden gesteld en ouders er per definitie al van uit gaan dat het kind
over dezelfde begaafdheid beschikt als zij zelf. Kortom, ouders zijn erg prestatiegericht en kijken
weinig naar de eigenlijke behoeften van het kind. Hierdoor merk ik dat er elk jaar een aantal erg
onzekere kinderen in de klas zit, dat mogelijkerwijs ‘faalangst’ aan het ontwikkelen is. Uit eigen
ervaring weet ik dat deze ‘angst’ een enorm beslag op denken en handelen legt, het mede de
ontwikkeling remt en het hoog gestelde eisen (perfectionisme) van iemand vraagt. Als leerkracht wil
ik er alles aan doen om angsten en onzekerheden weg te nemen en zelfverzekerde kinderen naar
groep drie door te laten stromen. Sec, omdat die onzekerheid over het algemeen niet nodig is, maar
voortkomt uit een verkeerd zelfbeeld (Hoogenboezem en Kelderman, 2024).
Bovendien liegen de onderzoekscijfers er niet om. Tien procent van alle leerlingen blijkt last te hebben
van faalangst. Omgerekend komt dit neer op minimaal drie leerlingen in elke groep die kampt met
faalangstige gevoelens (Nieuwenbroek, 2024).
Belemmerend voor mij als leerkracht is het op onze school ontbrekende materiaal/ naslagwerk of
protocol waaruit ik handvatten kan selecteren om toe te passen in mijn onderwijs op zowel kinderen
die het risico lopen faalangst te ontwikkelen als kinderen met faalangst.
1.2. Doel van het onderzoek
Door een gebrek aan handvatten omtrent het omgaan met faalangst, ga ik verscheidene manieren van
aanpak uitproberen bij onzekere kinderen in de leeftijd van 4 tot 6 jaar. Tevens wil ik de andere
leerkrachten handvatten aanreiken omtrent de aanpak van faalangst in de vorm van een
handelingsrepertoire. Daarbij hoort ook een duidelijke definiëring van het fenomeen faalangst.
Daarnaast wil ik meer weten over verschillende remediëring met betrekking tot faalangst. Hierdoor
wordt de kwaliteit van de zorg op deze school ook verbeterd en uitgebreid, omdat faalangst
momenteel niet is opgenomen in het zorgbeleid.