Lees de vraag aandachtig en desnoods een aantal keer. Duid eventueel een aantal zaken aan
die van belang kunnen zijn voor uw antwoord.
Antwoord gestructureerd. Denk eerst na in welk(e) de(e)l(en) van de cursus de vraag zich
situeert en wat er allemaal moet worden vermeld. Noteer dan uw antwoord in een logische
volgorde. Onderlijn of fluoresceer eventueel een aantal kernwoorden (bv. zelfstandigheid van
de zaak, verschoonbaarheid, ... bij dwaling).
Werk schematisch. Maak bij de casussen steeds een schema, zodat u altijd duidelijk voor ogen
heeft wie verbonden is met wie en wat precies de opgave is.
Maak steeds verschillende hypotheses maken waar nodig! Bovendien heeft professor Claeys
graag dat je bepaalde rechtsfiguren vermeld, ook al zijn ze niet van toepassing omdat niet alle
voorwaarden zijn vervuld. Vermeld dus bv. ook de dwaling, al lijkt ze niet verschoonbaar te
zijn, geen betrekking te hebben op de zelfstandigheid van de zaak, etc.
Vermeld steeds de rechtsgronden! Niet alleen de relevante wetsartikelen, maar ook
rechtspraak, Latijnse adagia en algemene rechtsbeginselen.
DEEL 1: CASUSSEN
Bij deze vraag staat het antwoord op de laatste pagina
,
,