PD3 – Chronische buikpijn
Pijn linksonder in de buik, opgezette buik en bloed & slijm in ontlasting
Pijn 8/10, pijnstilling werkt niet, lichamelijk onderzoek geeft drukpijn
Huisarts: scheur in anus
DD: IBD, kanker, diverticulitis
à Ulceratieve colitis
Na diagnose is het bloedverlies onder controle, maar wel nog opgeblazen buik & buikpijn
à PDS = veel lucht & gasvorming door bacteriën à gestimuleerd door dieet (groenten) & stress
Behandeling: zelf onderzoeken voor welke voeding je gevoelig bent & pepermuntolie
,HC 15 – Chronische buikpijn: endometriose
Endometriose
Endometriose = endometriumACHTIG weefsel buiten cavum uteri (binnenbelijning baarmoeder) à
cyclische klachten à bloed blijft achter à inflammatie, adhesies & noduli
- Oppervlakkig = niet zichtbaar op beeldvorming & diameter ½ mm – laparoscopie:
o Zwarte puntjes – endometriumachtig weefsel (oud bloed)
o Witte draden – fibrinedraden om buikvlies te repareren
- Diep = wel zichtbaar op beeldvorming & ingroei in organen
Epidemiologie
• 1/10 vrouwen
• 10% diep & 90% oppervlakkig
• Zichtbaar in familie, maar geen bewijs genetische aanleg
• Na 7,5 y diagnosticeren à onderbelicht ziektebeeld
• Veel impact op: kwaliteit van leven, werk/opleiding, relaties, seksualiteit & zelfbeeld
Pathologie – theorieën
1 Retrogade menstruatie = bloed via tubae in buikholte, er vloeien ook endometriumcellen mee die
in peritoneum nestelen à ook als tubae verstopt zijn/niet aanwezig & zien dit vaker dan endometriose
2 Metaplasie peritoneum tot endometriumcellen
3 Immuundysfunctie = vaak ook immuunstoornis aanwezig
Hormonen een rol, want na overgang geen nieuwe endometriose
Hevige pijn
- Hoge sensatie à lage pijndrempel
- Verstoorde neuro-angiogenese à grote pijnperceptie
Classificatiemodellen
Er zijn veel classificatiemodellen, maar geen correlatie met klinische uitkomsten / pijn
- Plek endometriose wel belangrijk
Klachten
• Subferitiliteit = endometrioom (cyste na elke cyclus groter) tasten ovarium aan
• Dyschezie = pijn bij poepen (diepe endometriose in cavum douglasi)
• Dysurie = pijn bij plassen (diepe endometriose aan voorzijde uterus)
• Dysmenorroe = hevige krampen en pijn in onderbuik tijdens menstruatie
• Dyspareunie = pijn bij vrijen
• Bloedverlies bij plassen/poepen
• Door benen zakken bij menstruatie = endometriose drukt op plexus kleine bekken
Behandeling
1. Onderdrukken cyclus = doorslikken anticonceptie pil
2. Pijnstillers: (NSAID, paracetemol & opioïden)
3. Klein deel (diepe endometriose): operatie
a. 70-80% positieve resultaten korte termijn
b. 50% na 1 jaar pijnmedicatie
c. 25-30% heroperatie
d. 20-60% behoud klachten (buikpijn)
Daarnaast: FODMAP, bekkenbodemfysio, seksuoloog & CGT (cognitieve gedragstherapie)
Van belang bij behandelingskeuze
- Mate pijn - Progressie ziekte
- Vermoeidheid - Osteoporose (anti-hormonen à botontkalking versterken)
- Depressiviteit door pil - Operatie endometriose darm à 5-10% stoma
,Acute & chronische pijn
Acuut = waarschuwingsfunctie & gevolg van schade
Chronisch = geen signaalfunctie & hoeft geen gevolg van schade
- Sensitisatie = chronische pijn zonder pijnprikkel (hyperalgesie & allodynie)
Zonder brein geen pijn
Definitie/epidemiologie chronische buikpijn vrouw
Voor veel buikpijnklachten geen duidelijke oorzaak
Chronische buikpijn = > 12 weken continue pijn onderbuik of recidiverende klachten afgelopen 12
maanden, niet gebonden aan cyclus (dysmenorroe) / seksuele activiteit (dyspareunie)
- 15-25% van de vrouwen
- 4% naar huisarts
- 40% naar medisch specialist
à gynaecoloog ziet topje van de ijsberg
Oorzaken chronische buikpijn vrouw
Somatische factoren: adhesie, hydrosalpinx, ovariumcyste & endometriose
Afwijking Geen afwijking
Buikpijn 60% 40%
Geen buikpijn 30% 70%
à somatiek hangt niet altijd samen met chronische buikpijn
Meer cijfers
- 1/3 van de acute buikpijn (< 1 week)à chronische buikpijn (> 3 maanden)
- 80% chronische buikpijn na 1 jaar nog aanwezig
- Verminderd fysiek & mentaal functioneren
- Psychologische factoren van belang
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klacht (SOLK): chronische buikpijn bij vrouwen =
algemeen chronisch pijnprobleem
Klinische implicatie
1. 7 dimensies
2. SCEGS à effect pijn à vicieuze cirkel van piekeren over pijn
Hypervigilantie = erg gefocust op het voelen van de pijn à invloed ernst pijn
à Herstel belemmerende factoren aanpakken
à biopsychosociaal model
3. Verwijzing naar bv fysio, diëtisch & psycholoog
4. Slecht nieuws
- Pijn is persoonlijk: onaangenaam & voelt als schade + sensitisatie
- Pijn is onzichtbaar: geen verder onderzoek & geen samenhang somatische bevindingen
- Pijn kan impact hebben op dagelijks leven à beïnvloedt ernst pijn
5. Leren omgaan met pijn
à doel behandeling: verminderen impact chronische pijn op dagelijks leven
Wat is een kenmerkend verschil tussen acute & chronische buikpijn?
a) Acute buikpijn reageert op pijnstilling, chronische buikpijn niet
b) Chronische buikpijn heeft een grotere kans op persisteren
c) Acute buikpijn heeft altijd een duidelijke aanwijsbare oorzaak
d) Chronische buikpijn moet primair psychologisch behandeld worden
B
, HC 16 - Bekken
Botten van het bekken
Bekken: 2 delen verbonden door het sacrum & symfyseà elk deel in 3 delen:
• Os ilium
• Os pubis
• Os ischium
o Spina ischiadica
o Tuber ischiadicum (zitbeenknobbel)
Ligamenten
Ligamentum sacrotuberale = sacrum-tuber ischiadicum
Ligamentum sacrospinale = sacrum-spina ischiadica
à 2 openingen: foramen ischiadicum majus = doorgang naar het been
foramen ischiadicum minus = doorgang naar perineum
Spieren
Foramen obturatum = opening tussen os pubis & os ischium
• Grotendeels bedekt: membranum obturatoria
• Niet bedekt: canalis obturatoria - n/v/a obturatoria
M. piriformis = foramen ischiadicum majus: sacrum – trochanter major femur
M. obturator internus = foramen ischiadicum minus: foramen obturatum – trochanter major femur
- Femur in acetabulum houden
- Exorotatie been
- Musculus piriformis: abductie been
De bekkenbodem
Over m. obturator internus: obturator fascie met verdikking: arcus tendineus = hechten m. levator
ani aan m. obturator internus
M. levator ani:
• Iliococcygeus
• Pubococcygeus
• Puborectalis
M. coccygeus = op ligamentum sacrospinale
à diafragma pelvis (bekkenbodem) = voorkomt doorzakken buikorganen
Pijn linksonder in de buik, opgezette buik en bloed & slijm in ontlasting
Pijn 8/10, pijnstilling werkt niet, lichamelijk onderzoek geeft drukpijn
Huisarts: scheur in anus
DD: IBD, kanker, diverticulitis
à Ulceratieve colitis
Na diagnose is het bloedverlies onder controle, maar wel nog opgeblazen buik & buikpijn
à PDS = veel lucht & gasvorming door bacteriën à gestimuleerd door dieet (groenten) & stress
Behandeling: zelf onderzoeken voor welke voeding je gevoelig bent & pepermuntolie
,HC 15 – Chronische buikpijn: endometriose
Endometriose
Endometriose = endometriumACHTIG weefsel buiten cavum uteri (binnenbelijning baarmoeder) à
cyclische klachten à bloed blijft achter à inflammatie, adhesies & noduli
- Oppervlakkig = niet zichtbaar op beeldvorming & diameter ½ mm – laparoscopie:
o Zwarte puntjes – endometriumachtig weefsel (oud bloed)
o Witte draden – fibrinedraden om buikvlies te repareren
- Diep = wel zichtbaar op beeldvorming & ingroei in organen
Epidemiologie
• 1/10 vrouwen
• 10% diep & 90% oppervlakkig
• Zichtbaar in familie, maar geen bewijs genetische aanleg
• Na 7,5 y diagnosticeren à onderbelicht ziektebeeld
• Veel impact op: kwaliteit van leven, werk/opleiding, relaties, seksualiteit & zelfbeeld
Pathologie – theorieën
1 Retrogade menstruatie = bloed via tubae in buikholte, er vloeien ook endometriumcellen mee die
in peritoneum nestelen à ook als tubae verstopt zijn/niet aanwezig & zien dit vaker dan endometriose
2 Metaplasie peritoneum tot endometriumcellen
3 Immuundysfunctie = vaak ook immuunstoornis aanwezig
Hormonen een rol, want na overgang geen nieuwe endometriose
Hevige pijn
- Hoge sensatie à lage pijndrempel
- Verstoorde neuro-angiogenese à grote pijnperceptie
Classificatiemodellen
Er zijn veel classificatiemodellen, maar geen correlatie met klinische uitkomsten / pijn
- Plek endometriose wel belangrijk
Klachten
• Subferitiliteit = endometrioom (cyste na elke cyclus groter) tasten ovarium aan
• Dyschezie = pijn bij poepen (diepe endometriose in cavum douglasi)
• Dysurie = pijn bij plassen (diepe endometriose aan voorzijde uterus)
• Dysmenorroe = hevige krampen en pijn in onderbuik tijdens menstruatie
• Dyspareunie = pijn bij vrijen
• Bloedverlies bij plassen/poepen
• Door benen zakken bij menstruatie = endometriose drukt op plexus kleine bekken
Behandeling
1. Onderdrukken cyclus = doorslikken anticonceptie pil
2. Pijnstillers: (NSAID, paracetemol & opioïden)
3. Klein deel (diepe endometriose): operatie
a. 70-80% positieve resultaten korte termijn
b. 50% na 1 jaar pijnmedicatie
c. 25-30% heroperatie
d. 20-60% behoud klachten (buikpijn)
Daarnaast: FODMAP, bekkenbodemfysio, seksuoloog & CGT (cognitieve gedragstherapie)
Van belang bij behandelingskeuze
- Mate pijn - Progressie ziekte
- Vermoeidheid - Osteoporose (anti-hormonen à botontkalking versterken)
- Depressiviteit door pil - Operatie endometriose darm à 5-10% stoma
,Acute & chronische pijn
Acuut = waarschuwingsfunctie & gevolg van schade
Chronisch = geen signaalfunctie & hoeft geen gevolg van schade
- Sensitisatie = chronische pijn zonder pijnprikkel (hyperalgesie & allodynie)
Zonder brein geen pijn
Definitie/epidemiologie chronische buikpijn vrouw
Voor veel buikpijnklachten geen duidelijke oorzaak
Chronische buikpijn = > 12 weken continue pijn onderbuik of recidiverende klachten afgelopen 12
maanden, niet gebonden aan cyclus (dysmenorroe) / seksuele activiteit (dyspareunie)
- 15-25% van de vrouwen
- 4% naar huisarts
- 40% naar medisch specialist
à gynaecoloog ziet topje van de ijsberg
Oorzaken chronische buikpijn vrouw
Somatische factoren: adhesie, hydrosalpinx, ovariumcyste & endometriose
Afwijking Geen afwijking
Buikpijn 60% 40%
Geen buikpijn 30% 70%
à somatiek hangt niet altijd samen met chronische buikpijn
Meer cijfers
- 1/3 van de acute buikpijn (< 1 week)à chronische buikpijn (> 3 maanden)
- 80% chronische buikpijn na 1 jaar nog aanwezig
- Verminderd fysiek & mentaal functioneren
- Psychologische factoren van belang
Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klacht (SOLK): chronische buikpijn bij vrouwen =
algemeen chronisch pijnprobleem
Klinische implicatie
1. 7 dimensies
2. SCEGS à effect pijn à vicieuze cirkel van piekeren over pijn
Hypervigilantie = erg gefocust op het voelen van de pijn à invloed ernst pijn
à Herstel belemmerende factoren aanpakken
à biopsychosociaal model
3. Verwijzing naar bv fysio, diëtisch & psycholoog
4. Slecht nieuws
- Pijn is persoonlijk: onaangenaam & voelt als schade + sensitisatie
- Pijn is onzichtbaar: geen verder onderzoek & geen samenhang somatische bevindingen
- Pijn kan impact hebben op dagelijks leven à beïnvloedt ernst pijn
5. Leren omgaan met pijn
à doel behandeling: verminderen impact chronische pijn op dagelijks leven
Wat is een kenmerkend verschil tussen acute & chronische buikpijn?
a) Acute buikpijn reageert op pijnstilling, chronische buikpijn niet
b) Chronische buikpijn heeft een grotere kans op persisteren
c) Acute buikpijn heeft altijd een duidelijke aanwijsbare oorzaak
d) Chronische buikpijn moet primair psychologisch behandeld worden
B
, HC 16 - Bekken
Botten van het bekken
Bekken: 2 delen verbonden door het sacrum & symfyseà elk deel in 3 delen:
• Os ilium
• Os pubis
• Os ischium
o Spina ischiadica
o Tuber ischiadicum (zitbeenknobbel)
Ligamenten
Ligamentum sacrotuberale = sacrum-tuber ischiadicum
Ligamentum sacrospinale = sacrum-spina ischiadica
à 2 openingen: foramen ischiadicum majus = doorgang naar het been
foramen ischiadicum minus = doorgang naar perineum
Spieren
Foramen obturatum = opening tussen os pubis & os ischium
• Grotendeels bedekt: membranum obturatoria
• Niet bedekt: canalis obturatoria - n/v/a obturatoria
M. piriformis = foramen ischiadicum majus: sacrum – trochanter major femur
M. obturator internus = foramen ischiadicum minus: foramen obturatum – trochanter major femur
- Femur in acetabulum houden
- Exorotatie been
- Musculus piriformis: abductie been
De bekkenbodem
Over m. obturator internus: obturator fascie met verdikking: arcus tendineus = hechten m. levator
ani aan m. obturator internus
M. levator ani:
• Iliococcygeus
• Pubococcygeus
• Puborectalis
M. coccygeus = op ligamentum sacrospinale
à diafragma pelvis (bekkenbodem) = voorkomt doorzakken buikorganen