22.1 online marketingcommunicatie: definitie en belangrijkste
misverstanden
Online marketingcommunicatie is marketingcommunicatie die
gebruikmaakt van internet.
Online marketingcommunicatie heeft een wereld aan nieuwe
mogelijkheden geopend voor marketeers en reclamemakers. Het heeft het
denken over marketingcommunicatie zelfs flink veranderd. Ineens was het
mogelijk om doelgroepen precies op het juiste moment, met de juiste
boodschap en voor de juiste prijs een aanbod te doen.
Dat er zoveel nieuwe mogelijkheden zijn, wil niet zeggen dat je deze ook
altijd moet toepassen. Dat het ineens mogelijk is om mensen uit de
doelgroep heel gericht (zelfs 1-op-1) te bereiken, wil niet zeggen dat het
altijd het beste idee is om dat ook te doen.
22.2 Ontstaan en ontwikkeling van online marketingcommunicatie
In 1998 veranderde Google het dagelijks internetnetgebruik van veel mensen en
daarmee ook de toepassingen voor online marketingcommunicatie. Met de groei
van Google ontstonden nieuwe mogelijkheden om te adverteren. Ook ontstond
het fenomeen ‘user generated content’. Dit is informatie die door
internetgebruikers zelf geproduceerd en op het internet geplaatst werd.
Veel meer mensen kregen een internetaansluiting en ontdekten dat ze hun stem
konden laten horen of iets konden maken en plaatsen dat ze leuk, mooi of
belangrijk vonden. Zo ontstonden de blogs (weblogs).
Tijdens de opkomst van Google ontstond ook het video platform YouTube. Een
platform waarop internetgebruikers (professionals en amateurs) video’s konden
uploaden en elkaars video’s konden bekijken. Merken gingen op YouTube met
doelgroepen communiceren via een video. Consumenten ontwikkelen steeds
vaker filmpjes over hun leven of een interessegebied (vlogs). Er ontstonden
nieuwe beroepsgroepen: vloggers en influencers. Vloggers en influencers
hadden zo’n grote aantrekkingskracht en bereik dat steeds meer merken hen
inzetten als marketingcommunicatiekanaal.
De vloggers en influencers kregen een nog groter bereik toen de social media
een grote vlucht nam. In Nederland kenden we eerst vooral MSN en Hyves.
Daarna, rond 2010, stapten we massaal over naar Facebook en platforms als
Instagram, Snapchat, Twitter en LinkedIn.
Merken maakten zelf een profiel aan op een platform en startten hun eigen
‘community’, kochten advertentieruimte of zetten influencers in als medium.