Latijn
Door: Benthe Piena
Vwo 6
, 2.1 Prooemium: De woede van Juno
a. Inleiding:
Arma virumque cano, Troiae qui primus ab oris 1 De krijgsdaden en de man bezing ik, die als
eerste van de kusten van Troje door het
Italiam fato profugus Laviniaque venit litora, noodlot vluchtend naar Italië kwam en naar
de kusten van Lavinium, nadat hij veel zowel
multum ille et terris iactatus et alto over landen als op de volle zee heen en weer
was geslingerd, door de macht van de goden,
vi superum, saevae memorem Iunonis ob iram, wegens de onverzoenlijke woede van de wrede
Juno, 5 en nadat hij ook veel in de oorlog
multa quoque et bello passus, dum conderet urbem, had geleden, om uiteindelijk een stad te
stichten, en de goden (over) te brengen naar
r. 5 inferretque deos Latio; genus unde Latinum
Latium; waaruit/uit wie het Latijnse geslacht
is ontstaan en de Albaanse voorvaderen en
Albanique patres atque altae moenia Romae.
de muren van het hoge Rome. Muze, vertel
mij de oorzaken, door welke belediging van
Musa, mihi causas memora, quo numine laeso,
haar goddelijke macht, of waarover veront-
waardigd de koningin van de goden 10 de
quidve dolens, regina deum tot volvere casus
man, opvallend door plichtsgevoel, ertoe ge-
r. 10 insignem pietate virum, tot adire labores bracht heeft zovele lotgevallen te doorstaan,
(en) zovele inspanningen te trotseren. Kan er
impulerit. Tantaene animis caelestibus irae? zo’n grote woede zijn/is er zo’n grote woede
in de geesten/harten van de goden?
b. Een belangrijke reden voor Juno’s woede:
Urbs antiqua fuit (Tyrii tenuere coloni) Karthago, 12 Er was een oude stad (Tyrische kolonisten
bewoonden haar) Carthago, ver tegenover
Italiam contra Tiberinaque longe ostia, Italië en de monding van de Tiber, rijk aan
middelen en zeer grimmig door haar enthou-
dives opum studiisque asperrima belli, siasme voor oorlog, 15 waarvan men zegt, dat
Juno die meer dan alle landen bij uitstek ge-
quam Iuno fertur terris magis omnibus unam koesterd heeft nadat Samos was achterge-
steld Hier waren haar wapens, hier was haar
r. 15 posthabita coluisse Samo. Hic illius arma,
wagen; de godin en streeft reeds toen ernaar
en koestert de wens dat deze heerst over de
hic currus fuit; hoc regnum dea gentibus esse,
volkeren, als het lot het op de een of andere
si qua fata sinant, iam tum tenditque fovetque.
Door: Benthe Piena
Vwo 6
, 2.1 Prooemium: De woede van Juno
a. Inleiding:
Arma virumque cano, Troiae qui primus ab oris 1 De krijgsdaden en de man bezing ik, die als
eerste van de kusten van Troje door het
Italiam fato profugus Laviniaque venit litora, noodlot vluchtend naar Italië kwam en naar
de kusten van Lavinium, nadat hij veel zowel
multum ille et terris iactatus et alto over landen als op de volle zee heen en weer
was geslingerd, door de macht van de goden,
vi superum, saevae memorem Iunonis ob iram, wegens de onverzoenlijke woede van de wrede
Juno, 5 en nadat hij ook veel in de oorlog
multa quoque et bello passus, dum conderet urbem, had geleden, om uiteindelijk een stad te
stichten, en de goden (over) te brengen naar
r. 5 inferretque deos Latio; genus unde Latinum
Latium; waaruit/uit wie het Latijnse geslacht
is ontstaan en de Albaanse voorvaderen en
Albanique patres atque altae moenia Romae.
de muren van het hoge Rome. Muze, vertel
mij de oorzaken, door welke belediging van
Musa, mihi causas memora, quo numine laeso,
haar goddelijke macht, of waarover veront-
waardigd de koningin van de goden 10 de
quidve dolens, regina deum tot volvere casus
man, opvallend door plichtsgevoel, ertoe ge-
r. 10 insignem pietate virum, tot adire labores bracht heeft zovele lotgevallen te doorstaan,
(en) zovele inspanningen te trotseren. Kan er
impulerit. Tantaene animis caelestibus irae? zo’n grote woede zijn/is er zo’n grote woede
in de geesten/harten van de goden?
b. Een belangrijke reden voor Juno’s woede:
Urbs antiqua fuit (Tyrii tenuere coloni) Karthago, 12 Er was een oude stad (Tyrische kolonisten
bewoonden haar) Carthago, ver tegenover
Italiam contra Tiberinaque longe ostia, Italië en de monding van de Tiber, rijk aan
middelen en zeer grimmig door haar enthou-
dives opum studiisque asperrima belli, siasme voor oorlog, 15 waarvan men zegt, dat
Juno die meer dan alle landen bij uitstek ge-
quam Iuno fertur terris magis omnibus unam koesterd heeft nadat Samos was achterge-
steld Hier waren haar wapens, hier was haar
r. 15 posthabita coluisse Samo. Hic illius arma,
wagen; de godin en streeft reeds toen ernaar
en koestert de wens dat deze heerst over de
hic currus fuit; hoc regnum dea gentibus esse,
volkeren, als het lot het op de een of andere
si qua fata sinant, iam tum tenditque fovetque.