Auteur(s): Harry Hendrix & Jacqueline Konings
Uitgeverij: Boom Uitgevers Amsterdam
Editie: 15e druk (2023)
,Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 – Wat is sociologie?............................................................................................................3
Hoofdstuk 2 – Homo sociologicus...........................................................................................................4
Hoofdstuk 3 – Groeperingen..................................................................................................................6
Hoofdstuk 4 – Cultuur.............................................................................................................................7
Hoofdstuk 5 – Sociale ongelijkheid.........................................................................................................9
Hoofdstuk 6 – Machtsverhoudingen.....................................................................................................10
Hoofdstuk 7 – Sociale verandering.......................................................................................................12
Hoofdstuk 8 – Sociale problemen.........................................................................................................14
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 1: Wat is sociologie............................................................................15
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 2: Homo sociologicus.........................................................................17
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 3: Groeperingen.................................................................................18
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 4: Cultuur...........................................................................................20
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 5: Sociale ongelijkheid.......................................................................22
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 6: Machtsverhoudingen.....................................................................23
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 7: Sociale verandering.......................................................................25
Antwoordenmodel – Hoofdstuk 8: Sociale problemen.........................................................................27
, Hoofdstuk 1 – Wat is sociologie?
Deel 1 – Begripsvragen (10 vragen)
1. Wat is de definitie van sociologie volgens het boek?
2. Welke rol speelt het referentiekader bij het interpreteren van de werkelijkheid?
3. Wat wordt bedoeld met ‘sociologische verbeeldingskracht’ (C. Wright Mills)?
4. Leg uit wat ‘kritische wetenschap’ betekent in het kader van sociologie.
5. Wat is het verschil tussen idealisme (Weber) en materialisme (Marx) in de
maatschappijvisies?
6. Wat houdt het begrip ‘sociaal bewustzijn’ in?
7. Wat is cognitieve dissonantie en hoe beïnvloedt dit ons denken?
8. Wat wordt bedoeld met het halo-effect en hoe beïnvloedt dit onze oordeelsvorming?
9. Wat betekent 'waardevrije wetenschap' in de context van sociologisch onderzoek?
10. Hoe beïnvloedt een maatschappijvisie (bijv. links/rechts) de interpretatie van
maatschappelijke problemen?
Deel 2 – Juist/onjuist-vragen (10 stellingen)
1. Sociologie richt zich uitsluitend op individueel gedrag.
2. Referentiekaders zijn objectieve instrumenten om de werkelijkheid te beoordelen.
3. Sociologisch denken vereist afstand nemen van de eigen overtuigingen.
4. Volgens Marx bepaalt het bewustzijn van mensen hun maatschappelijke bestaan.
5. Nepnieuws draagt bij aan kritisch denken in de samenleving.
6. Sociologie heeft altijd een moreel doel en is daarom per definitie niet waardevrij.
7. Het sociaal bewustzijn helpt zorgverleners beter in te spelen op de context van
cliënten.
8. Het halo-effect zorgt ervoor dat we anderen objectief beoordelen.
9. De sociologische helikopter is een metafoor voor afstandelijk en rationeel observeren.
10. Mensen vormen hun gedrag volledig zelfstandig, los van sociale invloeden.
(Antwoordopties: juist / onjuist)
Deel 3 – Toepassingsvragen (3 casussen met vragen)
Casus 1 – De heer Yildirim
De heer Yildirim is werkloos en zit in relatietherapie. Tijdens een sessie valt hij uit tegen de
therapeut en zegt: "Zorg maar dat ik een baan krijg!"
Vragen:
Welke maatschappelijke factoren spelen hier een rol naast het individuele probleem?
Wat zou er mis kunnen zijn met de conclusie van de therapeut (‘weerstand tegen
verandering’)?
Hoe helpt sociologisch denken in deze situatie?