Methodisch begeleiden
Thema 7: begeleiden en ondersteunen
De client staat altijd centraal, de client heeft eigen wensen, behoefte,
mogelijkheden, beperkingen en kansen. Je ondersteunt de client vanuit;
- Betrokkenheid: belangstelling tonen en vertrouwen en nabijheid
creëren
- Inlevingsvermogen: je beleefd dingen op je eigen manier, het is
daarom belangrijk dat je je inleeft in de client en van daaruit vertrekt
met je ondersteuning
- Respect: accepteer de client zoals hij is. En respecteer de keuzes die
de client maakt
- Gelijkwaardigheid: benader de cliënt altijd op de manier hoe jij ook
behandeld wilt worden
- Flexibiliteit: het inspelen op veranderende wensen en behoefte
vraagt een flexibele opstelling
- Zelfregie: eigen keuzes maken hoe je je leven in wilt richten
- Zelfredzaamheid: houd in dat iemand in staat is zelfstandig een
eigen leven te leiden
- Zelfmanagement: cliënt met beperking bepaalt zelf welke zorg en
ondersteuning hij belangrijk vindt
Bij zelfregie vormen de keuzes van de client het uitgangspunt voor de
ondersteuning.
Je kan hierbij 5 aspecten onderscheiden:
1. Inzicht bij client dat hij voor bepaalde onderdelen afhankelijk is
2. Positieve benadering (wat wil de client, waar ligt zijn kracht)
3. Inzicht in eigen wensen (wat gaat wel, wat gaat niet)
4. Wanneer en hoe vaak wil de client ondersteuning
5. Naasten betrekken en versterken voor ondersteuning
Als je het niet eens bent met de keuzes van de client moet je afvragen
waarom niet en waarom het wel handig is, het is en blijft de keuze van de
client. Als je denkt dat het gevaar oplevert dan neem je contact op met je
leidinggevende.
- Draaglast: wat iemand moet presteren
- Draagkracht: vermogen om inspanningen te verrichten
Zowel draaglast en draagkracht worden bepaald door lichamelijke en
geestelijke factoren. De draagkracht en draaglast kunnen per dag
verschillen. De verhouding is in evenwicht of in onbalans.
Thema 7: begeleiden en ondersteunen
De client staat altijd centraal, de client heeft eigen wensen, behoefte,
mogelijkheden, beperkingen en kansen. Je ondersteunt de client vanuit;
- Betrokkenheid: belangstelling tonen en vertrouwen en nabijheid
creëren
- Inlevingsvermogen: je beleefd dingen op je eigen manier, het is
daarom belangrijk dat je je inleeft in de client en van daaruit vertrekt
met je ondersteuning
- Respect: accepteer de client zoals hij is. En respecteer de keuzes die
de client maakt
- Gelijkwaardigheid: benader de cliënt altijd op de manier hoe jij ook
behandeld wilt worden
- Flexibiliteit: het inspelen op veranderende wensen en behoefte
vraagt een flexibele opstelling
- Zelfregie: eigen keuzes maken hoe je je leven in wilt richten
- Zelfredzaamheid: houd in dat iemand in staat is zelfstandig een
eigen leven te leiden
- Zelfmanagement: cliënt met beperking bepaalt zelf welke zorg en
ondersteuning hij belangrijk vindt
Bij zelfregie vormen de keuzes van de client het uitgangspunt voor de
ondersteuning.
Je kan hierbij 5 aspecten onderscheiden:
1. Inzicht bij client dat hij voor bepaalde onderdelen afhankelijk is
2. Positieve benadering (wat wil de client, waar ligt zijn kracht)
3. Inzicht in eigen wensen (wat gaat wel, wat gaat niet)
4. Wanneer en hoe vaak wil de client ondersteuning
5. Naasten betrekken en versterken voor ondersteuning
Als je het niet eens bent met de keuzes van de client moet je afvragen
waarom niet en waarom het wel handig is, het is en blijft de keuze van de
client. Als je denkt dat het gevaar oplevert dan neem je contact op met je
leidinggevende.
- Draaglast: wat iemand moet presteren
- Draagkracht: vermogen om inspanningen te verrichten
Zowel draaglast en draagkracht worden bepaald door lichamelijke en
geestelijke factoren. De draagkracht en draaglast kunnen per dag
verschillen. De verhouding is in evenwicht of in onbalans.