Hoofdstuk 1: De drie aspecten van spel
1.1 Deelname is op vrijwillige basis
Vrijwillige deelname betekent dat een kind uit eigen wil kiest om te spelen.
Dit is belangrijk omdat het spel dan voortkomt uit intrinsieke motivatie,
wat leidt tot grotere betrokkenheid en leerresultaten. Kinderen voelen zich
vrij om keuzes te maken en te experimenteren binnen het spel.
Voorbeeld: Een kind kiest ervoor om met blokken te bouwen in plaats van
een kleurplaat in te vullen. De motivatie komt vanuit het kind zelf,
waardoor het langer geconcentreerd blijft.
1.2 Regels: uitgesproken en niet uitgesproken
Spel bevat altijd regels, expliciet of impliciet. Expliciete regels worden
duidelijk afgesproken, zoals bij bordspellen. Impliciete regels zijn sociaal
van aard, zoals het om de beurt gaan in een fantasiespel. Regels
structureren het spel en dragen bij aan de sociale ontwikkeling.
Voorbeeld: In een rollenspel waarbij kinderen winkeltje spelen, zijn er
ongeschreven regels over hoe een klant zich gedraagt of hoe je beleefd
afrekent.
1.3 Vrijheid en handelen
Spel biedt ruimte voor creativiteit en eigen invulling. Binnen de grenzen
van spelregels kunnen kinderen hun fantasie en initiatief kwijt. Dit
ondersteunt hun autonomie en zelfvertrouwen.
Voorbeeld: In een verkleedhoek kiest een kind ervoor om vandaag piraat
te zijn. Morgen wil het misschien een dokter spelen. Deze vrijheid in
handelen is cruciaal voor identiteitsontwikkeling.
Hoofdstuk 2: Verschillende spelvormen
1.1 Deelname is op vrijwillige basis
Vrijwillige deelname betekent dat een kind uit eigen wil kiest om te spelen.
Dit is belangrijk omdat het spel dan voortkomt uit intrinsieke motivatie,
wat leidt tot grotere betrokkenheid en leerresultaten. Kinderen voelen zich
vrij om keuzes te maken en te experimenteren binnen het spel.
Voorbeeld: Een kind kiest ervoor om met blokken te bouwen in plaats van
een kleurplaat in te vullen. De motivatie komt vanuit het kind zelf,
waardoor het langer geconcentreerd blijft.
1.2 Regels: uitgesproken en niet uitgesproken
Spel bevat altijd regels, expliciet of impliciet. Expliciete regels worden
duidelijk afgesproken, zoals bij bordspellen. Impliciete regels zijn sociaal
van aard, zoals het om de beurt gaan in een fantasiespel. Regels
structureren het spel en dragen bij aan de sociale ontwikkeling.
Voorbeeld: In een rollenspel waarbij kinderen winkeltje spelen, zijn er
ongeschreven regels over hoe een klant zich gedraagt of hoe je beleefd
afrekent.
1.3 Vrijheid en handelen
Spel biedt ruimte voor creativiteit en eigen invulling. Binnen de grenzen
van spelregels kunnen kinderen hun fantasie en initiatief kwijt. Dit
ondersteunt hun autonomie en zelfvertrouwen.
Voorbeeld: In een verkleedhoek kiest een kind ervoor om vandaag piraat
te zijn. Morgen wil het misschien een dokter spelen. Deze vrijheid in
handelen is cruciaal voor identiteitsontwikkeling.
Hoofdstuk 2: Verschillende spelvormen