Week 1........................................................................................................1
Week 2........................................................................................................9
Week 3......................................................................................................17
Week 4......................................................................................................26
Week 5......................................................................................................42
Week 6......................................................................................................50
Week 7......................................................................................................58
Week 1
1. DSK het ziektebeeld van een hartinfarct (myocardinfarct) (+ 3
medicatie)
Symptomatologie
Een hartinfarct kan één of meerdere van deze klachten geven:
· een drukkende pijn op de borst. Dit is het meest duidelijke signaal van een
hartinfarct. Het voelt alsof iemand een band om je borst snoert, en dit
gevoel gaat niet over;
· een uitstralende pijn naar de linkerschouder of linkerarm;
· zweten, misselijkheid, braken;
· bleek of grauw zien;
· kortademigheid, niet goed kunnen ademen.
Minder vaak voorkomende klachten van een hartinfarct zijn:
· pijn tussen de schouderbladen
· pijn in de rechterschouder of rechterarm
· pijn in de nek
· kaakpijn
· duizeligheid of flauwvallen
· hartkloppingen
Deze klachten komen vaker voor bij vrouwen
dan bij mannen. Ouderen hebben soms geen
pijn op de borst, maar zijn vooral kortademig en
vermoeid.
Etiologie
Een hartinfarct wordt veroorzaakt doordat een
kransslagader dicht zit. Een van de oorzaken van een hartinfarct is
slagaderverkalking (atherosclerose). De binnenkant van de bloedvaten raakt
beschadigd door vetten, bloedstolsels en kalk. Samen wordt het dan een plaque
(opeenhoping). Ontstaat er in deze plaque een beschadiging, dan vormen zich
daar bloedstolsels omheen wat zorgt voor een afsluiting van een kransslagader.
,Slagaderverkalking heeft meerdere oorzaken, waaronder hoge bloeddruk, roken,
diabetes en obesitas.
Pathologie en pathofysiologie
Normaal krijgt het hart zuurstof en voedingsstoffen via de kransslagaders, die als
een soort krans om het hart liggen. Als deze vernauwd raken, krijgt het hart te
weinig zuurstof. Die vernauwingen zijn het gevolg van slagaderverkalking. Dit is
een proces waarbij vet en lichaamscellen zich ophopen in de bloedvaten.
Hierdoor vormen zich ‘plaques’, een soort ‘aanslag'. Deze plaques maken de
vaatwand minder sterk en scheurtjes en wondjes kunnen ontstaan in de
binnenbekleding van de vaatwand.
Doordat het hart niet genoeg zuurstof krijgt, krijgt het een infarct en stopt het
met pompen.
Diagnostiek
· ECG (hartfilmpje)
· Bloedonderzoek
· Echo van het hart
· Hartkatheterisatie -> Om vernauwingen op te zoeken
Therapie
Nadat de diagnose hartinfarct is vastgesteld, wordt de zorgvrager opgenomen op
de afdeling hartbewaking. Een hartinfarct kan behandeld worden met:
· Dotteren en medicijnen -> Om zo de verstopte kransslagader weer
proberen te openen
· Een bypassoperatie (CABG) en medicijnen > Er wordt een omleiding
gemaakt via een eigen slagader uit het lichaam die de patiënt kan missen
om de vernauwde of verstopte kransslagader te omzeilen.
· (aanvullend) hartrevalidatie
Prognose
Nadat de hartspier is beschadigd is er een groot risico op vele aandoeningen.
· ontsteking van het hartzakje (pericarditis)
· hartritmestoornissen
· hartfalen
· een plotselinge scheur van de hartspier, vooral in de eerste 10 dagen na
het infarct
· beschadiging van de hartklep
· uitpuilen van het litteken: een aneurysma van het hart
Bij een groot hartinfarct kunnen ook andere organen in de problemen komen. Dit
komt omdat het hart dan te weinig bloed rondpompt. Om te zorgen dat de
patiënt gezond blijft moet er een gezonde levensstijl aangenomen worden, zie
preventie.
Preventie
· Niet roken of rookstop behandeling
· Gezonde voeding
, · Overgewicht vermijden (eventueel begeleiding door een diëtist)
· Voldoende lichaamsbeweging
Epidemiologie
In 2021 waren er in Nederland 41777 mensen met een hartinfarct.
3 soorten medicatie (GOLDEN FIVE -> Zie college hartinfarct andere
document)
Antistollingsmiddelen
Antistollingsmiddelen remmen de vorming van bloedpropjes af en verminderen
zo de kans op afsluiting van een bloedvat. Hierdoor wordt de kans op het krijgen
van een hartinfarct verkleind. Voorbeelden zijn acetylsalicylzuur, acenocoumarol,
carbasalaatcalcium, clopidogrel, dalteparine, enoxaparine, fenprocoumon,
heparine, prasugrel, rivaroxaban en ticagrelor.
Gekozen medicijn: Acetylsalicylzuur
Indicatie Contra-indicatie:
§ Parenteraal § maagklachten en/of maagpijn bij
§ Acuut en chronisch eerder gebruik; ulcus pepticum
gewrichtsreuma, reumatische (actief of in de voorgeschiedenis),
aandoeningen maag-darmbloedingen (actief of
§ Lumbago in de voorgeschiedenis), maag-
§ Neuralgie darmperforatie, gastritis;
§ Hyperthermie § optreden van astma-aanval,
urticaria, angio-oedeem,
neuspoliepen of rinitis na gebruik
van salicylaten of andere NSAID's;
§ ernstige nier- en
leverinsufficiëntie;
§ ernstig hartfalen;
§ hemorragische diathese;
§ hypoprotrombinemie;
§ mastocytose.
Bijwerkingen (1-10%):
§ maagdarmstoornissen zoals maagpijn, misselijkheid, braken dyspepsie
(verstoorde spijsvertering)
ACE-remmers
ACE-remmers verlagen de bloeddruk en verbeteren de pompkracht van het hart.
Hierdoor verbetert de werking van het hart. De kans om (opnieuw) een
hartinfarct te krijgen wordt kleiner. Voorbeelden zijn captopril, enalapril,
lisinopril, ramipril, trandolapril en zofenopril.
Gekozen medicijn: Captopril
Indicatie: Contra-indicaties:
§ Hypertensie. § angio-oedeem in
, § Chronisch hartfalen met afname van de de
systolische ventriculaire functie in voorgeschiedenis
combinatie met diuretica en zo nodig § overgevoeligheid
digoxine en β-blokkers. voor ACE-remmers
§ Initiële behandeling tijdens de eerste 24 uur
na een myocardinfarct bij klinisch stabiele
patiënten.
§ Diabetische nefropathie met
macroproteïnurie bij type I diabetes.
§ Langdurige behandeling na een
myocardinfarct met een asymptomatische
linkerventrikeldisfunctie (ejectiefractie ≤
40%) bij klinisch stabiele patiënten.
Bijwerkingen(1-10-%):
§ droge prikkelhoest (niet-productief), dyspneu. Misselijkheid, braken,
diarree, obstipatie, buikpijn, droge mond, smaakverlies, gewichtsafname.
Duizeligheid, slaapstoornissen. Overgevoeligheidsreacties waaronder
huiduitslag (soms met koorts, artralgie, eosinofilie), jeuk. Alopecia.
Bètablokkers
Bètablokkers verlagen de bloeddruk, vertragen de hartslag en verminderen de
zuurstofbehoefte van het hart. De kans om (opnieuw) een hartinfarct te krijgen
wordt kleiner. Voorbeelden zijn atenolol, metoprolol en propranolol.
Gekozen medicijn: Atenolol
Indicatie: Contra-indicatie:
§ Hypertensie; § sick-sinussyndroom
§ Stabiele angina pectoris; § tweede- en derdegraads
§ Supraventriculaire ritmestoornissen: AV-blok
§ profylaxe en behandeling van § cardiogene shock
paroxismale supraventriculaire § klinisch relevante
tachycardie; sinusbradycardie (<45–
§ atriumfibrilleren of atriumflutter bij 50 slagen/min voor het
onvoldoende effect van of een contra- begin van de
indicatie voor digoxine. behandeling)
§ Ventriculaire ritmestoornissen: § onbehandeld hartfalen
§ profylaxe en behandeling van § hypotensie
ventriculaire extrasystolie ten gevolge § ernstige perifere
van een toegenomen sympathische circulatiestoornissen;
activiteit; § onbehandeld
§ profylaxe van ventrikeltachycardie of feochromocytoom
ventrikelfibrilleren, vooral indien dit § metabole acidose
het gevolg is van een verhoogde
sympathische activiteit.
§ Vroege interventie (binnen 12 uur) bij
verdenking op acuut myocardinfarct.