Naam en studentnummer: Marijke Dekker, 430703
Datum: 03-12-2024
Opleiding: Bachelor Social Work (deeltijd)
Opleidingsinstelling: Academie voor Sociale Studies, Hanzehogeschool Groningen
Module/onderdeel: Eindopdracht SSDB22E0/Ethisch dialoog
Opdracht gevende organisatie: Leger des Hels
Begeleider vanuit organisatie: Anne Marije van Andel / Wim de Water
Naam begeleidende docenten: Saskia van der Velde
Aantal woorden: 984
,Leger Des Heils
t.a.v. Wim de Water
Lomanlaan 115
7906 HV Hoogeveen
Datum: 03-12-2024
Onderwerp: Advies moreel beraad over het welzijn van cliënt en buddyhond
Geachte Wim,
Op 26 november 2024 hebben wij een moreel beraad gehouden met betrekking tot de situatie
van cliënt Karel en zijn buddyhond Max (zie bijlage 1). In het kader van dit beraad stuur ik u deze
adviesbrief.
De centrale vraag die tijdens het moreel beraad is besproken, luidde:
Hoe weeg je het welzijn van de buddyhond af tegen de emotionele afhankelijkheid van een
kwetsbare cliënt, wanneer het welzijn van beiden onder druk staat?
Tijdens de bespreking hebben we, aan de hand van de dilemma-methode, twee
handelingsalternatieven overwogen:
1. Het herplaatsen van Max.
2. Het inzetten op gezamenlijke verzorging en ondersteuning voor Max.
Uit de bespreking met de deelnemers werd een derde handelingsalternatief voorgesteld: het
betrekken van het netwerk. Binnen het netwerk van Karel wordt gezocht naar een geschikte
persoon die de zorg voor Max kan overnemen. Op deze manier kan Karel contact houden met
Max en tegelijkertijd zijn netwerk versterken. Daarnaast ontstaat er ruimte om een nieuwe
hulphond aan Karel te koppelen, wat kan bijdragen aan zijn zelfstandigheid en welzijn.
Tijdens het beraad stonden onder andere de volgende kernwaarden uit de Beroepscode voor
Professionals in Sociaal Werk centraal:
• Respect voor autonomie: De wens van Karel om zijn band met Max te behouden werd
gerespecteerd, maar afgewogen tegen de zorgplicht voor Max.
• Zorg voor welzijn van anderen en verantwoordelijkheid: Het welzijn van zowel Karel als
Max werd als belangrijk erkend, evenals de verantwoordelijkheid om psychisch leed te
voorkomen.
• Bescherming van kwetsbare personen: De kwetsbaarheid van Karel en zijn sterke
afhankelijkheid van Max vereisen een zorgvuldige aanpak.
Op basis van de overwegingen en kernwaarden is gekozen door de deelnemers voor het derde
handelingsalternatief: het betrekken van het netwerk. De volgende aanbevelingen zijn daarbij
geformuleerd:
• Voer een open en empathisch gesprek met Karel.
• Zoek samen met Karel naar een geschikt persoon binnen zijn netwerk.
• Bied extra emotionele begeleiding.
• Contact leggen met andere professionals.
, Eigen overweging
Hoewel tijdens het beraad is gekozen voor het derde handelingsalternatief, kom ik tot een
andere conclusie. Op basis van de gevolgenethiek geef ik de voorkeur aan handelingsalternatief
2: het inzetten op gezamenlijke verzorging en ondersteuning voor Max.
Eén van de belangrijkste redenen voor mijn keuze is het gebrek aan duidelijke informatie over het
welzijn en de functie van Max. Zonder voldoende inzicht in Max’ fysieke en mentale toestand, en
zonder een volledig beeld van de mogelijke psychische gevolgen voor Karel, vind ik het niet
verantwoord om nu al te beslissen over de herplaatsing van Max, zowel binnen als buiten het
netwerk. Samenwerking met andere professionals is hierbij in mijn ogen cruciaal, zoals
benadrukt in artikel 19 van de Beroepscode voor Professionals in Sociaal Werk (BPSW)
Samenwerking in de hulp- en dienstverlening. Door samen te werken kunnen we ontbrekende
informatie verzamelen over het welzijn van Max en de gevolgen voor Karel.
Daarnaast biedt samenwerking met andere professionals mij als begeleider de kans om te leren
en mezelf verder te ontwikkelen. Voor mij is professionele ontwikkeling van groot belang, omdat
het me in staat stelt mijn werk als sociaal werker op een verantwoorde en doordachte manier uit
te voeren, vooral in complexe situaties zoals deze. Het beschikken over voldoende kennis en
vaardigheden is essentieel om Karel van correcte informatie te voorzien en om weloverwogen
beslissingen te nemen.
Ondanks de beperkte informatie over Max’ welzijn is het cruciaal dat Karel open en eerlijk wordt
geïnformeerd over de bevindingen en mogelijke gevolgen van de huidige situatie. Artikel 7 van de
BPSW (Informatievoorziening) benadrukt het belang van duidelijke communicatie. Als begeleider
zou ik Karel daarom helder en eerlijk informeren over mijn observaties en de impact hiervan op
zowel Max als zijn eigen zorgbehoefte. Tegelijkertijd benoem ik mijn grenzen in de zorg voor
beiden en bespreek ik mogelijke alternatieven en de gevolgen daarvan. Dit draagt bij aan een
vertrouwensrelatie, die van essentieel belang is in de begeleiding.
Efficiënte samenwerking met alle betrokkenen is daarbij onmisbaar. Door duidelijke afspraken te
maken over verantwoordelijkheden ontstaat er meer helderheid voor Karel. Dit sluit aan bij
artikel 21 van de BPSW (Transparantie en eenduidige regie). Wanneer Karel precies weet wat hij
van ieder betrokken persoon kan verwachten, en bij wie hij terecht kan met vragen, zorgt dat voor
rust en vertrouwen in het proces.
Het is ook belangrijk om Karel niet alleen als cliënt met PTSS te zien, maar als een volwaardig
persoon. Zijn autonomie moet worden gerespecteerd, waarbij hij zoveel mogelijk regie behoudt
over zijn eigen leven. Artikel 5 van de BPSW (Respect) benadrukt dat begeleiders rekening
moeten houden met de emotionele band tussen Karel en Max, evenals Karels wens om Max te
behouden. Door Karel serieus te nemen en hem actief te betrekken bij beslissingen, toon je
respect voor zijn zelfbeschikking.
Ik wil daarnaast voorkomen dat Karel valse hoop krijgt, aangezien we niet weten of Max binnen
het netwerk van Karel wel kan worden herplaatst. Bovendien zou dit alternatief voorbijgaan aan
Karels wens om Max bij zich te houden.
Tot slot ben ik mij bewust van de mogelijke gevolgen van alternatieve oplossingen voor het
welzijn van Max. Het is daarom van groot belang dat Karel openstaat voor ondersteuning van
andere professionals.