Motivatie, affectie en hun effecten
Motivatie
Motivatie is een interne staat van arousal die ervoor zorgt dat we in actie komen
en/of blijven. Pas wanneer we ergens voor gemotiveerd zijn, kunnen we het leren.
Voor een deel komt dit vanuit ons zelf, maar voor een deel wordt dit ook
beïnvloed door de omgeving (situated motivation). Beide bronnen beïnvloeden
elkaar ook.
Extrinsieke motivatie wanneer de motivatiebron buiten jezelf ligt
Intrinsieke motivatie wanneer de motivatiebron binnen jezelf ligt
Extrinsieke motivatie kan voor succesvol leren leiden, maar heeft ook nadelen.
Studenten zullen zo min mogelijk moeite doen en ze zullen stoppen zodra ze de
reinforcer hebben gekregen. Intrinsieke motivatie zorgt er daarentegen voor dat
studenten vrijwillig doorgaan, cognitief betrokken zijn, uitdaging zoeken, de stof
echt willen begrijpen, doorgaan als het moeilijk wordt, plezier ervaren in wat ze
doen en beter presteren. Een intense vorm van intrinsieke motivatie wordt een
flow genoemd
Er zijn verschillende ideeën over waarom we gemotiveerd raken om iets te doen:
Drive reduction
De drive theorie is gebaseerd op het feit dat organismen constante
homeostase (evenwicht) willen in alle processen in hun lichaam. Wanneer
er sprake is van een disbalans, ontstaat er een drive, die ervoor zorgt dat
we aan onze behoeftes voldoen en ons lichaam weer in evenwicht brengen
(honger eten, dorst drinken, etc.). Hiervoor is het echter wel nodig dat
het organisme weet hoe hij zijn verstoorde evenwicht weer in balans krijgt.
Hij moet dus een gewoonte hebben. Hoe sterker deze gewoonte is (hoe
vaker reinforced), hoe sterker het gedrag wordt vertoond. Verder hebben
de eigenschappen van de reinforcer (incentive) invloed op de sterkte van
het gedrag. Hoe aantrekkelijker de reinforcer is, hoe sterker het vertoonde
gedrag zal zijn. Clark Hull kwam er ook achter dat niet iedere stimulus een
biologische behoefte vervult, maar ook een ooit neutrale stimulus kan zijn
die gekoppeld is aan een stimulus die een biologische behoefte vervult
(acquired drives).
De theorie is niet volledig, omdat we niet alleen gemotiveerd zijn voor
dingen die op korte termijn iets opleveren, maar ook voor dingen die op
lange termijn iets opleveren. Verder zoeken we disbalans soms juist op
(attention seekers, denk aan achtbanen, etc.).
Behoefte aan arousal
De arousal theorie gaat erover dat we gemotiveerd zijn
omdat we meer of minder arousal willen. Arousal is de
hoeveelheid interne energie. We zijn constant op zoek
naar het optimale niveau van arousal. Te weinig is niet fijn
, (verveling), maar te veel ook niet (stress). Mensen verschillen in de mate
van arousal die ze fijn vinden.
Hiërarchie van behoeftes (Maslow)
Maslow heeft de hiërarchie van behoeftes gecreëerd. Hij zei dat mensen 5
soorten behoeftes hebben, waar op een bepaalde volgorde aan voldaan
moet worden. Wanneer er niet wordt voldaan aan een lagere behoefte, kan
ook niet voldaan worden aan hogere behoeftes.
1. Fysieke behoeftes behoeftes die direct nodig zijn om te overleven
2. Veiligheid behoefte aan een veilig en zeker gevoel in de omgeving
3. Liefde en sociaal contact behoefte aan relaties opbouwen met fijne
mensen
4. Erkenning en waardering behoefte aan een goed gevoel over jezelf en
weten dat anderen ook goed over jou denken
5. Zelfactualisatie behoefte aan het worden van je volledige zelf
Maslow zei dat de eerste vier lagen dingen waren die mensen niet zelf
bezitten en dus van externe bronnen moeten ontvangen (deficiency
needs). Bovendien zijn deze behoeftes op een bepaald moment vervuld en
dan heeft het geen zin om ze verder te vervullen. Zelfactualisatie is nooit
echt bereikt en je kunt er alleen maar zelf voor zorgen (growth need).
Bovendien is dit vaak intrinsiek gemotiveerd.
Ook dit model is niet perfect. Zo is de piramide nooit wetenschappelijk
bewezen en zijn de categorieën te simplistisch. Verder wordt
zelfactualisatie zelden bereikt en is het niet zo dat behoeftes in een laag
weg moeten zijn om door te kunnen naar de volgende laag, alhoewel hier
wel een kern van waarheid in zit.
Competentie
Mensen hebben een basisbehoefte aan competentie, geloven dat je de
omgeving aan kan. Dit is waarschijnlijk evolutionair bepaald, omdat het
ons verplicht om ons beter aan te passen aan de omgeving en dus langer
zullen overleven.
Eigenwaarde
Mensen hebben een basisbehoefte aan eigenwaarde, een goed gevoel
hebben over jezelf, het beschermen van je gevoel van competentie. Om
deze reden vermijden mensen vaak mislukkingen of, als dit niet lukt,
bedenken ze redenen waarom ze slecht gepresteerd hebben. Verder doen
ze vaak ook dingen die hun kans op succes laten dalen (self-handicapping
te hoge doelen stellen, uitstellen, teveel willen, alcohol en drugs,
afkijken, etc.). Dit lijkt paradoxaal, maar door iets te proberen wat toch
nooit lukt, hebben ze goede redenen waarom het niet gelukt is. Iemands
eigenwaarde wordt meestal steeds stabieler naarmate hij ouder wordt.
Wanneer iemand zijn eigenwaarde laat afhangen van directe successen en
mislukkingen, is er sprake van contingent self-worth.
Autonomie
Mensen hebben een basisbehoefte aan autonomie (self determination
theory). Ze willen controle hebben over hun eigen leven. De kans op
intrinsieke motivatie is dan groter. Wanneer mensen geen gevoel van
autonomie ervaren, kan het tegenovergestelde gebeuren, inclusief alle